NIVRA geïrriteerd over ondeskundige Kamervragen
"Sommige van de Kamervragen getuigen van weinig kennis van zaken. Vooral vraag drie." Woordvoerder Berry Wammes van het NIVRA reageert hiermee op de vragen die drie leden van de Tweede Kamer gisteren aan staatssecretaris Albayrak van Justitie hebben gesteld over de Ledenvergadering van het NIVRA.
In december 2007 heeft de Ledenvergadering van het NIVRA een motie aangenomen om het aantal leden dat zo'n vergadering kan aanvragen te verhogen van veertig naar driehonderd.
"Wat vindt u van het voornemen van de grote kantoren om het uitschrijven van vergaderingen moeilijker te maken?", zo luidde de derde vraag van Nicolien van Vroonhoven-Kok (CDA), Ton Heerts (PvdA) en Fred Teeven (VVD "Wordt hiermee niet inbreuk gemaakt op de grondrecht van vereniging van kantoren die aangesloten zijn bij het Koninklijk Nederlands Instituut van Registeraccountants (NIVRA)?"
Afgezien van het feit dat kantoren geen lid zijn van het NIVRA, verwijst Wammes naar het grote draagvlak voor de motie. "Een ruime meerderheid stemde voor. Ook de SRA, de vereniging van kleine kantoren, stond hier achter."
Wammes verwijst nog eens naar de organisatorische noodzaak van het voorstel. "Doordat veertig mensen genoeg zijn om een Ledenvergadering uit te schrijven, is het voor een kleine groep accountants relatief gemakkelijk om invloed uit te oefenen. Dit heeft niks te maken met de omvang van kantoren, laat staan dat zo'n voorstel in het voordeel is van grote kantoren. In de oude situatie was het zelfs zo dat één groot kantoor in staat was een Ledenvergadering bijeen te roepen. Die hoefde slechts de accountants te mobiliseren."
"Het NIVRA heeft vaker te maken met leden die vergaderingen wilden uitschrijven. Normaal zijn er één of twee Ledenvergaderingen per jaar. Maar als dat er meer worden, is dat belastend voor de leden. Die vergaderingen kosten veel tijd en energie. Door zo vaak een Ledenvergadering uit te schrijven, kun je een organisatie compleet verlammen."
Het NIVRA overweegt voorts om een ledenraad in te voeren, die tussen de organisatie en de leden staat. "Een soort parlement, getrapte democratie", zegt Wammes. "Dat is een groep leden die wat meer tijd heeft voor de besluitvorming en die representatief is voor de achterban."
De drie indieners van de Kamervragen waren niet beschikbaar voor een reactie.