Nieuws 29 oktober 2008

Onderzoek pleit Amstelveense wethouder vrij van IJslands fiasco

De gemeente Amstelveen heeft niet gehandeld in strijd met regels en interne procedures door vijftien miljoen euro onder te brengen bij de IJslandse bank Landsbanki. Dat concludeert BING, het integriteitsbureau van de Nederlandse gemeenten, na een onderzoek.

Het college van Amstelveen liet haar eigen handelswijze rond de storting op de Landsbanki onderzoeken, nadat duidelijk was dat het tegoed daar verloren was gegaan als gevolg van de kredietcrisis.

Het bureau BING concludeert dat het liquiditeitsbeheer bij de gemeente zeer nauwkeurig is gereglementeerd. De regels zijn gericht op het vermijden van risico's en de Amstelveense ambtenaren hebben ze nageleefd. Behalve door BING is dit ook geconstateerd bij een interne controle en door de externe accountant, aldus het rapport.

De wethouder financiën heeft dan ook niet onzorgvuldig gehandeld, concludeert BING. De ambtenaren die belast waren met liquiditeitsbeheer hebben nooit signalen gekregen die vroegen om stringenter handelen.

Dat het ondanks de regels en de handhaving daarvan toch mis kon gaan met geld bij een buitenlandse bank, ligt volgens BING aan het systeem van financieel toezichthouden in Nederland.

Als toezichthouder is De Nederlandsche Bank kennelijk onvoldoende in staat om toezicht te houden op een centrale bank buiten de Europese Unie, of op een Nederlandse vestiging van een bank buiten de Europese Unie, aldus BING, dat verwijst naar de garantie van de IJslandse regering voor banktegoeden.

Ook de ratingbureaus hebben een aandeel in het verlies van Amstelveense banktegoeden bij de Landsbanki, volgens BING.

Verwijzend naar afgegeven ratings stelt BING dat een A-rating voor een buitenlandse bank kennelijk een andere betekenis heeft dan een A-rating voor een Nederlandse bank. "Dit onderscheid zou in de regelgeving voor liquiditeitsbeheer voor overheden in Nederland gemaakt kunnen worden", zo adviseert BING.