Nieuws 26 november 2007

BDO Nederland: 'Wij hebben geen vreemd kapitaal nodig'

BDO CampsObers ziet weinig in het aantrekken van vreemd kapitaal, een voorstel in het Oxera-rapport van Eurocommissaris Charly McGreevy.

"Wij verwelkomen dat voorstel niet", zegt bestuursvoorzitter Martin van Roekel van BDO. "We hebben geen extra kapitaal nodig, we zijn er uitstekend in voorzien."

De Eurocommissaris hoopt dat middelgrote accountantskantoren met behulp van vreemd kapitaal naar internationaal niveau kunnen doorgroeien. Het internationale bedrijfsleven zou voor zijn controles dan minder afhankelijk worden van de big four.

Van Roekel denkt echter niet dat externe financiering de juiste oplossing is voor een verdere groei van BDO. "Maar wij hebben wel degelijk de doelstelling internationaal verder te groeien. In het Oxera-rapport staan ook andere zaken genoemd die daarvoor van belang zijn."

"Het gaat dan bijvoorbeeld ook over de reputatie van accountantskantoren. Die is zeker relevant. Volkomen ten onrechte is de perceptie van de markt dat groot gelijk staat aan kwaliteit. Maar groot betekent niets anders dan groot."

"Wij zijn nu al in staat om grote klanten met miljarden euro's omzet te bedienen. Wat niet wegneemt dat wij op dit moment de controle van bijvoorbeeld Shell of ING niet kunnen verzorgen. Daar zijn wij niet op ingericht."

Ondanks de roep om minder afhankelijkheid van de big four, constateert Van Roekel dat het omgekeerde juist gebeurt. "Wat je ziet is dat er in bepaalde industries feitelijk nog maar twee van de big four zijn die daar een rol van betekenis spelen.

"Vooral de controle van internationale financiële instellingen vraagt om hele specifieke deskundigheid. Er zijn maar een paar kantoren die zich daarop toeleggen. Maar bedrijven in sectoren als handel, industrie, dienstverlening, voedings- en genotmiddelen, zeg maar de Hagemeyers en de Heinekens van deze wereld, daar kunnen ook middelgrote kantoren een rol spelen."

Van Roekel stelt dat het de accountantskantoren zelf zijn die de wereld daarvan moeten overtuigen. Enerzijds door hoog in te zetten op kennisontwikkeling, maar anderzijds door dit via de marketing en communicatie ook kenbaar te maken.

"Zo hebben wij een aantal hoogleraren aan ons verbonden. Enerzijds voor een extra kwaliteitsimpuls. Maar ook om door middel van publicaties onder onze naam de beeldvorming over BDO te veranderen. Wij moeten niet alleen roepen dat we bij de top horen, we moeten het ook laten zien. Het is te goedkoop om te zeggen dat het aan anderen ligt als we er niet bijhoren."

Daarnaast vindt Van Roekel dat ook het bedrijfsleven moet laten zien dat zij minder afhankelijkheid wil worden van de big four. "Laat de markt dan ook maar eens de daad bij het woord voegen. Zij moeten middelgrote kantoren ook het vertrouwen schenken door ze in te schakelen."