Nieuws

'Ander model nodig voor mid tier-netwerken'

Accountantsnetwerken die opereren onder één label terwijl er geen sprake is van een daadwerkelijk geïntegreerde organisatie halen het op termijn niet. Het is beter om recht te doen aan de verschillen tussen landen en op een wat lossere manier samen te werken.

Dat stelt Jos van Huut, voorzitter van Mazars, in een interview ten behoeve van het binnenkort te verschijnen 'Trends in accountancy 2007-2008'.

Het moet gezegd dat Van Huut daarmee voor eigen parochie preekt, want het is precies deze veronderstelling die de basis is van 'zijn' nieuwe internationale samenwerking Praxity. Deze alliantie is dit voorjaar van start gegaan tussen Mazars en een aantal leden van het voormalige Moores Rowland International. De alliantie heeft kantoren in 65 landen en een omzet van rond de twee miljard euro. Maar het is een heel andere organisatie dan bestaande mid tier-netwerken als Baker Tilly en Grant Thornton, zo benadrukt Van Huut.

Van Huut: "Het is een beetje een technisch verhaal, maar we hebben heel bewust voor een dusdanige constructie gekozen dat we volgens IFAC-termen geen netwerk zijn. Als je namelijk wel onder die definitie valt, moet je veel controlemechanismen inbouwen en elkaars werk gaan reviewen. Kantoren moeten dan ook eigenlijk voortdurend alles van elkaar weten, en dat is in zo'n netwerkstructuur zo goed als onmogelijk."

"Ik geloof dan ook dat de bestaande mid tier-netwerken het niet gaan redden. Het probleem is dat je in zo'n netwerk naar buiten toe met één merk uitstraalt dat je gezamenlijk risico's neemt en beleid ontwikkelt, terwijl het in werkelijkheid vooral gaat om incidentele samenwerking op opdrachten. Bovendien ben je heel kwetsbaar als een van de leden uitstapt of in problemen raakt. En dat gebeurt in de praktijk nogal eens. Een relatief klein lid kan dan voor het hele netwerk grote problemen veroorzaken."

Ook Jules Muis, onder meer voormalig chief internal auditor van de Europese Commissie en schrijver van een weblog op deze site, toont zich zeer kritisch op dit punt. Zijn kritiek betreft ook de big four-kantoren, die liefst overal de huisvlag neerplanten om hun wereldwijde dekking te laten zien. Deze opereren wereldwijd onder één naam, maar kunnen niet wereldwijd een minimum kwaliteitsstandaard garanderen.

"Het gaat om meer dan zomaar een weeffoutje, het is een structurele architectonische fout. En ik ben degene die het kan weten. Ik heb zelf aan de introductie van een wereldnaam meegewerkt, en ben dus schuldig. Het opereren onder één naam geeft de markt de valse suggestie van uniforme kwaliteit, wereldwijd, die we vijftien jaar later nog steeds niet waargemaakt hebben; en het ziet er naar uit dat dat de komende vijftien jaar ook niet zal gebeuren. De kantoren moeten daar een einde aan maken. Ze moeten die wereldwijde naam alleen gebruiken waar ze de internationale standaarden ten aanzien van verslaggeving en controle kunnen waarmaken, en duidelijk aangeven waar ze dat niet kunnen."

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.