Kort geheugen
Tijdens mijn studie kies ik in eerste instantie voor de opleiding tot AA. Als ik daarna besluit verder te studeren, roep ik vaak dat ik dat alleen voor de lol doe. De tekeningsbevoegdheid heb ik immers al. Deze uitspraak wordt mij niet altijd in dank afgenomen. Zeker niet als mogelijk sprake is van de fusie van de titels. Het idee dat een zwaardere opleiding leidt tot dezelfde titel komt hard aan.
Dit artikel is verschenen in de Accountant nr. 9, 2010
Bekijk alle artikelen uit dit nummer
Los van de perceptie van accountants zelf. Er is ook behoefte aan verschillende soorten accountants. Bedrijven zijn verschillend en hebben behoefte aan andere accountants. Hierin wordt voorzien door twee accountants aan te bieden die elk hun eigen opleidingsniveau hebben en elk hun eigen aandachtsgebieden.
In 1998 is geprobeerd om NIVRA en NOvAA te fuseren. Dat is destijds niet gelukt. Vorig jaar is opnieuw een poging gedaan. Deze lijkt succesvoller. Dat is geleerd van eerdere fouten blijkt wel uit de titel van het fusievoorstel ‘Twee titels, één beroepsorganisatie’. Een fusie waarbij beide titels blijven bestaan. Dat is een goede zet geweest. Tijdens de Algemene Ledenvergadering komt dit meer malen naar voren en dan blijkt ook dat iedereen veel waarde hecht aan de huidige titel. Ik kan mij niet aan de indruk onttrekken dat de uitslag anders zou zijn geweest als de titels zouden verdwijnen.
Recent is het wetsvoorstel gepresenteerd over de nieuwe wet op het accountantsberoep na de fusie. Onderdeel hiervan is de introductie van de algemene titel accountant, die de huidige titels vervangt. Als onderdeel van de samenvoeging zal ook de opleiding tot accountant op één niveau komen. Welk niveau is nog volstrekt onduidelijk. Mijn angst is dat, in het kader van de Europese eenwording, dit op hbo-niveau zal liggen.
Eigenlijk had ik verwacht dat de besturen van NIVRA en NOvAA in protest zouden komen. Dat ze de minister hadden laten horen dat dit niet in het belang is van het beroep en niet in het belang van de maatschappij. Dat deze wet geen weergave is van de intenties van de fusie en al helemaal niet van de wensen van de huidige en toekomstige leden van de beroepsorganisatie(s).
De enige reactie die komt, is dat de overgangstermijn van vijf jaar wel erg kort is. Niet alleen die termijn is kort, het geheugen ook. Nog voordat de fusie heeft plaatsgevonden, wordt al akkoord gegaan met een afwijking van notabene de titel van het fusiestuk.
Hoe zat dat ook alweer met vertrouwen en paarden?
Homme Idzerda
Zie ook de column van Ruud Dekkers, pagina 7.