Naleving verbeterd, nu de standaard nog
De naleving van de leaseverslaggevingstandaard is sinds 2004 sterk verbeterd. De desbetreffende informatie voldoet echter onvoldoende aan de 'nuttigheids'-eisen van onder meer de RJ. Tijd voor aanpassing.
Dit artikel is verschenen in de Accountant nr. 1, 2007
Bekijk alle artikelen uit dit nummer
Mijntje Lückerath-Rovers
In 2004 voldeden 38 van de 103 beursondernemingen met operationele leases in de toelichting op de jaarrekening niet aan RJ292 of IAS17 (zie ‘de Accountant’, februari 2006). Volgens die richtlijn moeten de totale nominale verplichtingen onder operationele leases worden vermeld in de toelichting op de jaarrekening (dus niet op de balans), onderverdeeld naar drie looptijden: tot één jaar, tussen twee en vijf jaar en langer dan vijf jaar. Aangezien de leaseverplichtingen voor veel ondernemingen substantieel en relevant zijn, was toezicht op de naleving hard nodig. De gevraagde informatie is noodzakelijk om de contante waarde van deze verplichtingen te kunnen schatten. De gebruiker van de jaarrekening kan de leaseverplichtingen vervolgens in de financiële analyse meenemen als een vorm van (on-balance) schuld.
Is de naleving van IAS17 in de verslagjaren 2005 en 2006 verbeterd?
Regels en toezicht
Sinds 2004 is zowel de wettelijke verankering van de verslaggevingeisen en het toezicht hierop veranderd. Ten eerste zijn beursfondsen sinds 2005 wettelijk verplicht IFRS te volgen (IAS17 voor operationele leases), en ten tweede is na 2004 de Wet Financiële Verslaggeving ontwikkeld. Hoewel deze pas op 31 december 2006 formeel in werking is getreden, heeft de toezichthouder (de AFM) over de jaren 2004 en 2005 pre-toezicht uitgevoerd, en is de druk om te voldoen aan de standaarden toegenomen. Ten derde is er ook meer aandacht gekomen voor de werkzaamheden en verplichtingen van accountantsorganisaties. Dit heeft geleid tot de invoering van de Wet toezicht accountantsorganisaties per 1 oktober 2006.
Verbetering in 2005
Hebben deze veranderingen geleid tot een betere naleving van IAS17 door de 38 ondernemingen die in 2004 nog niet voldeden? Analyse van de jaarrekeningen van deze 38 ondernemingen in 2005 en 2006 laat zien dat de naleving in 2005 duidelijk is verbeterd ten opzichte van 2004. Van de 38 verzuimende ondernemingen in 2004 voldeden in 2005 nog dertien ondernemingen niet aan IAS17.
Eén van die dertien ondernemingen geeft de contante waarde van de operationele leases weer, in plaats van de nominale waarde. Twee ondernemingen geven de totale omvang van de leaseverplichtingen, zonder deze op te splitsen naar looptijd. Deze verplichtingen zijn echter niet materieel: ze bedragen minder dan vijf procent van het balanstotaal.
De overtredingen van de overige tien ondernemingen zijn ingrijpender. Zij geven slechts de jaarlijkse betaling op (met of zonder resterende looptijd). Daarbij is de verwachting dat voor minstens acht van deze ondernemingen de totale verplichtingen materieel (meer dan vijf procent balanstotaal) tot zeer materieel zijn: meer dan honderd procent balanstotaal. Een schatting van de contante waarde van deze ondernemingen leunt zwaar op de gemaakte aannames en is daarmee onbetrouwbaar.
Drie ondernemingen
In 2006 is de naleving van de regels voor lease accounting weer verder verbeterd. Van de overgebleven dertien ‘verzuimende’ ondernemingen uit 2005, voldoen er in 2006 zes nog altijd niet aan IAS17. Hiertoe behoren ook weer de drie ondernemingen die al in 2005 ofwel alleen de contante waarde ofwel alleen totale verplichtingen zonder looptijd weergaven.
Er blijven dan echter nog drie ondernemingen over waar de leaseverplichtingen naar verwachting materieel zijn en waarvan de jaarrekeninggebruiker geen goede schatting kan maken.
Opvallend is overigens dat van de zes ondernemingen die in 2006 niet voldoen aan IAS17, er vier worden gecontroleerd door een niet big four-kantoor. In 2004 waren dat er vijf van de 38.
De naleving van de lease accounting-standaard is dus zichtbaar verbeterd. De volgende vraag is echter of deze standaard wel de informatie oplevert die nodig is. Voldoet de lease accounting-standaard aan de criteria van nuttige informatie, naast relevantie ook betrouwbaarheid en vergelijkbaarheid?
Voldoende nuttige informatie?
Om de contante waarde van de leaseverplichtingen te berekenen, dient de gebruiker aannames te maken over onder andere de disconteringsvoet, de resterende en oorspronkelijke totale looptijd en het verloop van de lumpsumverplichting na jaar vijf. Uit onderzoek blijkt dat verschillende aannames (en ook methoden) leiden tot significante verschillen in de berekende contante waarde. Verschillende gebruikers kunnen dus tot verschillende conclusies komen als ze operationele leases meenemen in de financiële analyse van een onderneming of een vergelijking tussen ondernemingen. De informatie als vereist volgens IAS17 voldoet daarmee niet aan de betrouwbaarheiden vergelijkbaarheidcriteria van nuttige informatie zoals die zijn neergelegd in onder andere het Stramien van de Raad van de Jaarverslaggeving.
Verbeteringsvoorstel
Het zou daarom een aanzienlijke verbetering zijn van de huidige standaard als in plaats van de nominale waarde de contante waarde van de leaseverplichtingen wordt gepubliceerd. Aangezien de onderneming beter in staat is die contante waarde te berekenen dan een jaarrekeninggebruiker op basis van de nu beschikbare informatie, maakt dit de financiële analyse waarin operationele lease worden meegenomen betrouwbaarder.
Bovendien is het weergeven van de contante waarde meer in lijn met de verstrekte informatie over financiële lease, waarbij eveneens de contante waarde wordt vereist. Het onderscheid tussen financiële en operationele leases staat al decennia ter discussie. IASB en FASB zijn van plan om in 2008 met een hernieuwd, gezamenlijk voorstel te komen om geen onderscheid meer te maken tussen deze twee leasevormen, en alle leases op de balans te kapitaliseren. Wellicht dat het publiceren van de contante waarde een zinvol compromis kan zijn tussen de vele voor- en tegenstanders van kapitalisatie van alle leases op de balans.
Noot
Mijntje Lückerath-Rovers is universitair docent financiële markten en toezicht aan de Erasmus Universiteit en is onlangs gepromoveerd op het proefschrift ‘Operating-Lease Disclosures’.
Gerelateerd
IFRS 16 en het nieuwe werken: voorzieningen voor leegstand te verwachten?
Ook na 'corona' wordt er meer thuisgewerkt en is dus minder kantoorruimte nodig, zo is de verwachting. Wat betekent dat voor het bepalen van 'leegstandsvoorzieningen'...
RJ-Uiting 2020-12: 'Tijdelijke huur- en leaseverlagingen vanwege de coronacrisis'
De Raad voor de Jaarverslaggeving (RJ) heeft RJ-Uiting 2020-12: 'Tijdelijke huur- en leaseverlagingen vanwege de coronacrisis' gepubliceerd.
Bedrijven gaan verschillend om met nieuwe IFRS-standaard leases
AEX- en Midkap-bedrijven gaan zeer verschillend om met de nieuwe IFRS-standaard 16 over leases. Dat leidt tot verwarring bij beleggers en analisten, blijkt uit onderzoek...
KPMG: 'Bedrijven hebben meer tijd nodig voor verslaglegging leasecontracten'
Bedrijven hebben wereldwijd meer tijd nodig om te voldoen aan de nieuwe eisen die gelden voor de financiële verslaglegging van hun leasecontracten.
Explosieve stijging schulden bedrijven door IFRS 16
Nederlandse beursgenoteerde bedrijven kunnen volgend jaar hun schulden op de balans flink zien stijgen doordat onder IFRS 16 leaseverplichtingen van bedrijven op...