'Accountants mogen wel wat kritischer doorvragen'
Bij het Bureau Ontnemingswetgeving Openbaar Ministerie (BOOM) stuurt senior forensisch accountant Geert Pieter Vermeulen onder meer de ‘poetvinders’ van de recherche aan, zodat veroordeelde criminelen kunnen worden kaalgeplukt. Over vermogensvergelijking, kasopstelling en het Amsterdamse ‘patserproject’.
Dit artikel is verschenen in de Accountant nr. 1, 2006
Bekijk alle artikelen uit dit nummer
Het kaal plukken van criminelen levert tot nu toe minder op dan verwacht. Tussen 1993 en nu heeft de rechter voor in totaal 206 miljoen euro aan ontnemingsmaatregelen opgelegd. Maar lang niet alles daarvan is ook geïncasseerd.
Volgens forensisch accountant Geert Pieter Vermeulen van het Bureau Ontnemingswetgeving Openbaar Ministerie (BOOM), staat bij het Centraal Justitieel Incasso Bureau nog voor ongeveer € 140 miljoen aan ‘maatregelen’ open, waarvan ongeveer € 60 miljoen uit zeventien megazaken.
De grootste ontnemingszaak tot nu toe is die van ‘ex-autocoureur en drugsbaron’ Charles Z. Hij werd in 1995 veroordeeld tot vijf jaar cel wegens zijn aandeel in de organisatie van enkele hasjtransporten. Nadat de veroordeling definitief was geworden, begon het Openbaar Ministerie Z. kaal te plukken. Het in beslag nemen van de villa (die sindsdien wordt bewoond door René Froger en zijn gezin) en de dure auto's was betrekkelijk eenvoudig. “Bij mij werd zelfs het speelgoed van de kinderen verkocht”, verzuchtte Z. later in een boek tegenover journaliste Marian Husken.
Vermogensvergelijking
De rest van de ontnemingsprocedure verliep minder voortvarend. In eerste instantie wees de rechtbank de ontnemingsvordering van 77 miljoen gulden toe. Deze vordering was gebaseerd op de vermogensvergelijking, een methode waarbij het vermogen van een veroordeelde respectievelijk voor en na de bestrafte feiten wordt vergeleken. Van dat saldo worden de legale inkomsten afgetrokken, waarna volgens het OM de criminele ‘winst’ resteert die moet worden afgepakt.
Z. vocht deze benadering met succes aan. Het Gerechtshof Amsterdam vond dat alleen die vermogensbestanddelen mogen worden afgepakt die aantoonbaar afkomstig zijn uit strafbare feiten. Daarom kon de drugsbaron slechts voor 28 miljoen gulden worden geplukt. De principiële strijd over de methode verplaatste zich naar de Hoge Raad, die de vermogensvergelijking in 2002 wèl goedkeurde, zij het onder twee voorwaarden: de vergelijking moet beredeneerd zijn en gebaseerd op wettige bewijsmiddelen, terwijl de veroordeelde bovendien de gelegenheid moet hebben gekregen de vergelijking aan te vechten.
Hoge Raad
De Hoge Raad droeg het Gerechtshof Den Haag op zich over de cijfers te buigen. Dat hof kwam uit op € 22,5 miljoen, maar Z. heeft ook deze uitspraak voorgelegd aan de Hoge Raad. De strijd over de hoogte van de ontnemingsmaatregel is dus nog steeds niet beslecht. En zolang dat niet het geval is, kan Vermeulen niet inhoudelijk op deze zaak ingaan.
Hoe bent u bij de ontnemingspraktijk betrokken geraakt?
“Ik ben begonnen als assistent-accountant bij VB Accountants in Heerenveen, heb als EDP-auditor gewerkt bij VB Advies en ben daarna gaan werken bij de Centrale Recherche Informatiedienst. Bij de CRI werkte ik onder leiding van Cees Schaap samen met forensisch accountants als Arthur de Groot, Bart Crouwel, Rens Rozekrans, Bart Bruin en René ter Haar, die ook alweer jaren elders werken. In 1997 ben ik gaan werken bij het BOOM. Inmiddels werken daar vier registeraccountants.”
Kasopstelling
In 1993 is de ontnemingswetgeving verruimd. Wat hield die verruiming in?
“Tot 1993 moest je bewijzen dat het vermogen of geld daadwerkelijk afkomstig was van het misdrijf waarvoor iemand was veroordeeld. In de praktijk kon je dat meestal moeilijk aantonen. Sinds 1993 is het ook mogelijk om na een veroordeling wederrechtelijk verkregen voordeel te ontnemen dat afkomstig is van andere strafbare feiten, waarvoor voldoende aanwijzingen bestaan dat de betrokkene die heeft begaan.”
Hoe bereken je dat voordeel?
“Meestal kijk je naar de opbrengst van de criminele activiteiten; daar trek je de uitgaven van af die strikt noodzakelijk zijn om die activiteiten te voltooien. Dit is de schatting op transactiebasis. Andere methoden zijn de eenvoudige en uitgebreide kasopstelling en de vermogensvergelijking. Bij de kasopstelling kijk je aan de hand van onder meer het betalingsverkeer naar welke contante uitgaven niet te verklaren zijn uit de legale bronnen. Bij de vermogensvergelijking kijk je simpel gezegd naar welk vermogen niet uit legale inkomsten te verklaren is.”
‘Patserproject’
In uw vorig jaar verschenen boekje* schrijft u onder meer dat de vermogensvergelijking weinig wordt gebruikt. Waarom is dat zo?
“Het is van oorsprong een fiscale methode en relatief onbekend binnen de opsporing en vervolging. Daar komt nu langzaam verandering in.”
In Amsterdam neemt de politie tegenwoordig auto's, speedboten en andere dure spullen in beslag als criminelen niet kunnen aantonen dat zij die op een eerlijke manier hebben verkregen. Is dat niet veel eenvoudiger?
“U bedoelt het zogenaamde patserproject? Bij die werkwijze zul je nog altijd het verband met strafbare feiten moeten aantonen en ook moeten vaststellen dat de dure spullen betaald zijn met wederrechtelijk verkregen geld.”
Uit diverse onderzoeken blijkt dat de ‘plukopbrengsten’ tegenvallen. Een onderzoeker heeft eens voorgesteld kleinere criminelen een hoge boete op te leggen en de ontnemingsinspanningen vooral te richten op de grote jongens. Goed idee?
“De ervaring leert dat er nu eenmaal meer kleine jongens voor de rechter verschijnen dan grote. Een hogere boete zou inderdaad nuttig kunnen zijn. Maar om de juiste hoogte te bepalen, is wel enig onderzoek nodig.”
Bouwfraude
Voor de Parlementaire Enquête Commissie Bouwnijverheid heeft Vermeulen de schaduwadministratie onderzocht en mee geschreven aan het hoofdstuk over de rol van de accountants. Hebben de accountants daar genoeg van geleerd?
Vermeulen: “Dat de RAC 240 is aangescherpt, vind ik goed. Maar de verwachtingskloof is nog altijd niet overbrugd wellicht door de onduidelijkheid over materialiteit bij fraude.”
Wat kunnen controlerend accountants leren van de forensisch accountants van het BOOM?
“Dat wat op papier staat niet altijd is zoals het zou moeten zijn. Daarom zou het misschien wel goed zijn als accountants bij de reguliere controle nog kritischer gaan doorvragen over de verklaringen die de ondernemingsleiding geeft.”
Noot
* De strafrechtelijke toepassing van de kasopstelling en de vermogensvergelijking, G.P. Vermeulen, ISBN 90 6720 385 8 (verkrijgbaar bij het BOOM: 058-2341174).
Nog 140 miljoen niet geïncasseerd
‘Misdaad mag niet lonen’ is het devies van Justitie. Daarom werd in 1993 de ontnemingswetgeving versoepeld en een speciaal bureau opgezet om criminelen kaal te plukken. Sinds 1997 heet dat bureau het Bureau Ontnemingswetgeving Openbaar Ministerie (BOOM). Op dit moment zijn vier registeraccountants werkzaam bij dat bureau, onder wie senior forensisch accountant Geert Pieter Vermeulen. De medewerkers van het bureau sturen financiële onderzoeken aan, adviseren de officieren van justitie die belast zijn met de ontneming en treden op als deskundige in ontnemingszaken. Het bureau kreeg onlangs enkele gespecialiseerde ‘vermogenstraceerders’, die de geldstromen van de geplukte criminelen blijven volgen. Volgens Vermeulen is namelijk € 140 miljoen ontnomen vermogen nog niet geïncasseerd.