Magazine

Rutte wil accreditatie 'onderwijsaccountants'

Staatssecretaris Mark Rutte bepleit een accreditatiesysteem voor accountants die onderwijsinstellingen controleren. De kwaliteit van de accountantscontrole op de 25 miljard euro onderwijsuitgaven schiet nu te kort. Onvoldoende kennis bij accountants is een van de oorzaken.

Dit artikel is verschenen in de Accountant nr. 1, 2005

Bekijk alle artikelen uit dit nummer

» Download dit artikel in pdf

Frans van Schaik

De staatssecretaris deed dit opzienbarende voorstel onlangs tijdens het VERA-congres Onderwijs onder controle. Verbetering van de accountantscontrole van onderwijsinstellingen stond daar centraal.

Rutte stelde dat er behoefte is aan accountants die deskundig zijn op het gebied van het onderwijs. “Met alle respect voor de accountant: ondanks alle deregulering blijft het onderwijs een sector met zijn eigen regelgeving, zoals overigens ook voor veel andere sectoren geldt. Ook de commissie Schutte was van mening dat accountants onvoldoende zijn toegerust voor het vervullen van een publieke taak. De kwaliteit van de accountantscontrole zou volgens mij dan ook aan kracht winnen als wordt overgegaan op een systeem van accreditatie. Een dergelijk voorstel van het NIVRA zou ik van harte toejuichen.”

‘In overweging’

Gert Smit, algemeen directeur van het NIVRA, stelde in zijn reactie op het voorstel van Rutte dat hij ervan uitgaat dat accountants voldoende deskundig zijn. “Ik heb daar weinig twijfels over, maar ik heb er ook geen probleem mee om het voorstel voor een systeem van accreditatie in overweging te nemen. Alles wat mogelijk kan bijdragen tot een
verbetering van de controlekwaliteit zullen we zorgvuldig bestuderen.”

Het NIVRA overweegt nu of het noodzakelijk is om voor accreditatie voorschriften te ontwikkelen.

Logisch antwoord

Duidelijk is dat problemen met betrekking tot regelgeving en uitvoering verregaande specialisatie vereisen. Specialisatie is het logische antwoord van elke beroepsgroep op een alsmaar groeiende hoeveelheid kennis. Accountantskantoren hebben specialisatie dan ook al jaren als strategie om hun expertise op peil te houden. De trend daarbij is een steeds verdergaande opsplitsing van kennisgebieden.

Alle grote accountantskantoren hebben branche- of sectorgroepen. De leden daarvan nemen deel aan practitioners’ days en andere bijeenkomsten die niet alleen zijn gericht op marktbenadering maar ook op vaktechniek, specifiek voor desector. In aanvulling op specialisatie zou accreditatie een nuttig instrument kunnen zijn.

Intern regelen

Theo Snepvangers, voorzitter van de sectorgroep Onderwijs van PricewaterhouseCoopers, zei daarover tijdens het congres: “Specifieke controleprogramma’s vereisen specifieke scholing. We zullen onze medewerkers en assistenten moeten scholen in het toepassen van controleprotocollen. Het zijn complexe controles en daar is scholing voor nodig.”

Snepvangers acht het van groot belang dat uitsluitend echte deskundigen opereren als instellingsaccountant, maar volgens hem zijn de grote kantoren zeer wel in staat om dit intern goed te regelen. Als de accountantskantoren specialisatie adequaat op kantoorniveau regelen, ontbreekt volgens hem de noodzaak voor een regeling uitgaande van het NIVRA.

Kleine kantoren

Henk Post, directeur van de Audit-dienst van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW), tekent daar echter bij aan: “Vooral bij kleine accountantskantoren vinden wij bij reviews toch wel veel problemen. Deze worden veroorzaakt doordat men de regelgeving en het controleprotocol niet kent. We krijgen soms de vraag: het controleprotocol, wat is dat?

De Audit-dienst OCW gaat dan ook met het CFI (het agentschap van OCW) en het NIVRA, een poging wagen om accreditatie van de grond te trekken. Post ziet hierin een middel om snel de kwaliteit van de accountantscontrole in de sector omhoog te krijgen.

Kennis en vlieguren

Het voorstel van Mark Rutte heeft bij de betrokkenen dus wel wat losgemaakt. Accreditatie lijkt een serieuze optie. Alle reden dus om een aantal aspecten eens nader te beschouwen.

Accreditatie betekent het stellen van voor waarden aan het mogen verstrekken van een bepaald type accountantsverklaringen. Deze voorwaarden kunnen velerlei zijn. Bij accreditatie op basis van kennis gaat het bijvoorbeeld om het volgen van een cursus, eventueel gevolgd door een examen. Bij accreditatie op basis van ervaring gaat het om een minimaal aantal jaarlijks af te geven accountantsverklaringen van dat bepaalde type, of om een minimaal aantal uren dat de accountant jaarlijks besteedt aan zulke accountantsverklaringen. Dit naar analogie van de inmiddels spreekwoordelijke ‘vlieguren’ van piloten.

Verder kunnen voorwaarden worden verbonden aan het behoud van de accreditatie. Een bij herhaling slechte score in reviews door de audit-dienst van het ministerie zou bijvoorbeeld een reden kunnen zijn de accreditatie in te trekken.

Het College Toezicht Kwaliteit van het NIVRA kan overigens onder de huidige regelgeving al maatregelen nemen. Zo kan het college op grond van slechte scores in practice reviews een accountant voordragen voor een procedure bij de Raad van Tucht.

Cursus

Gezien de visie van zowel staatssecretaris Rutte als Henk Post, directeur Audit-dienst OCW, dat het probleem is dat sommige accountants kennis tekortkomen, ligt accreditatie op basis van kennis het meest voor de hand. De vraag daarbij is of het volgen van een cursus volstaat, of dat ook met succes een examen moet worden afgelegd. Voor het voldoen aan de permanente-educatieverplichting hoeven accountants ook geen examen af te leggen; het volgen van de cursus volstaat. Naar analogie daarvan zou ook voor accreditatie kunnen worden volstaan met het aantoonbaar hebben gevolgd van de cursus.

De verificatie daarvan is eenvoudig: de tekenend accountant neemt in het controledossier het desbetreffende PE-certificaat op. De Auditdienst OCW en het College Toezicht Kwaliteit van het NIVRA kunnen bij hun steekproefsgewijze review de aanwezigheid van dit PE-certificaat nagaan. Hiermee ontstaat slechts een minimale administratievelastenverzwaring.

Inhoud cursus

Een andere vraag is natuurlijk wat de inhoud zou moeten zijn van zo’n cursus, en wie die inhoud bepaalt. Het stellen van opleidingseisen is de taak van het NIVRA, dus ligt het voor de hand dat het NIVRA deze taak op zich neemt.

Als de opleidingseisen zijn vastgelegd, komt de vervolgvraag aan de orde wie de desbetreffende cursussen gaat geven. Accreditatie van accountants doet aldus meteen ook de vraag rijzen of er accreditatie van opleidingsinstituten zou moeten komen. Daarbij valt onder meer te denken aan de VERA en de SRA.

Binnen Deloitte Accountants bestaat sinds kort een accreditatiesysteem op basis van een interne cursus en een minimaal aantal cliënten in de onderwijssector.

Reikwijdte

Voor de reikwijdte van de accreditatie bestaat een heel scala van mogelijkheden. Een accreditatie zou heel breed kunnen gelden voor het gehele werkterrein van de overheidsaccountancy. De cursus die als voorwaarde geldt voor zo’n accreditatie zou dan zaken moeten behandelen als controleprotocollen en rechtmatigheid.

Een accreditatie zou daarentegen ook heel smal kunnen worden toegekend, bijvoorbeeld voor het middelbaar onderwijs. Een bijbehorende cursus zou dan dieper kunnen ingaan op de verslaggevingsregels voor het middelbaar onderwijs en op de bekostigingssystematiek voor deze sector.

Generiek systeem?

Staatssecretaris Rutte heeft accreditatie nu specifiek voorgesteld voor het onderwijs, maar er zijn ook andere delen van de publieke sector waar accreditatie, gezien het risicoprofiel, zou kunnen worden overwogen. Accountantsverklaringen bij ESF-subsidieafrekeningen zijn hiervan een goed voorbeeld. Ook buiten de publieke sector zijn er gebieden waarbij aan accreditatie zou kunnen worden gedacht, zoals IFRS en US GAAP.

Als het NIVRA accreditatie zou invoeren, dan valt er veel te zeggen voor een generiek systeem, in plaats van alleen een ad hoc accreditatie voor de accountantscontrole in het onderwijs. Maar in de beginfase zou het acceptabel kunnen zijn om de accreditatie te beperken tot accountantsverklaringen die betrekking hebben op de besteding van overheidsgelden.

Noodzakelijk

Dat er kwaliteitsverbeterende maatregelen moeten worden genomen, staat wel vast. Staatssecretaris Rutte stelde tijdens het genoemde congres: “De instellingsaccountant moet op basis van zijn eigen vakkennis zijn oordeel over rechtmatigheid geven. Als dit leidt tot uitgebreide discussies, dan moet de oplossing wellicht worden gevonden in aanbeveling 7 van de Taskforce Van Lunteren, en leggen we de controle op de rechtmatigheid weer neer bij de Audit-dienst OCW.”

Daarmee zou een deel van de privatisering van de accountantscontrole bij de overheid wegens gebrek aan succes worden teruggedraaid. Om het vertrouwen in de accountant te herstellen, dient dit te worden voorkomen. Accreditatie is een van de maatregelen die daaraan een bijdrage kunnen leveren.

Noot
Frans van Schaik was dagvoorzitter van het VERA-congres Onderwijs onder controle. Hij is nationaal technisch directeur Accountancy Overheid en Non-Profit van Deloitte Accountants en hoogleraar management accounting aan de Universiteit van Amsterdam. De auteur schrijft dit artikel op persoonlijke titel.

Verenigde Staten

Als in Nederland in de publieke sector accreditatie zou worden ingevoerd, zou dat niet uniek in de wereld zijn. In de Verenigde Staten gelden eisen voor accountants die controleren volgens de Government Auditing Standards, zoals die door de General Accountability Office worden vastgesteld. Zij dienen ten minste twaalf PE-punten te behalen met onderwerpen die direct te maken hebben met accountantscontrole bij de overheid, of de specifieke omgeving waarin de door hen gecontroleerde overheidsinstelling actief is.

Gerelateerd

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.