Magazine

Nieuws

Toch XBRL-cijfers? - Contouren nieuwe faillissementswet - 'Joint audit' bij Royal Dutch Shell - Eén op vijf directeuren heeft 'mental coach' - Steeds meer maatschappelijke verslagen - Tachtig procent deponeert niet of te laat.

Dit artikel is verschenen in de Accountant nr. 1, 2005

Bekijk alle artikelen uit dit nummer

» Download dit artikel in pdf

Toch XBRL-cijfers?

Nu beschikbaar: 25 jaarrekeningen van Nederlandse beursfondsen in XBRL-formaat. IQ Info, aanbieder van financiële informatie via internet (www.jaarverslag.info), meldt dat opmerkelijke nieuws in een persbericht. Opmerkelijk, omdat de algehele teneur in de markt vooralsnog is dat bedrijven vooral koudwatervrees hebben ten aanzien van XBRL. Sterker nog: in dit nummer van ‘de Accountant’ (pagina 26) beweren we dat er nog maar één beursgenoteerde onderneming is die XBRL-informatie naar buiten brengt. ‘de Accountant’ zal toch geen canard scoren?

Voldoende reden voor een telefoontje met Bernard Rienks van IQ Info. Wat blijkt: de desbetreffende 25 bedrijven - met ABN AMRO, Fortis en Heineken bepaald niet de minste - verschaffen zelf inderdaad geen XBRL-gegevens. Wel heeft IQ Info zelf op basis van de reguliere jaarrekening, en eventueel aanvullende gegevens, een conversie naar XBRL uitgevoerd. “Het gaat om ondernemingen die nu al aanvullende cijfers verstrekken volgens de nieuwe verslaggevingsstandaarden van IFRS. Voor IFRS bestaat al een XBRL-taxonomie, en dus konden wij deze data omzetten naar XBRL.”

Voor alle duidelijkheid: het gaat dus niet om de reguliere, complete, jaarrekening over 2004, maar alleen om de balans en resultatenrekening, zoals die er nu onder IFRS uit zouden zien.

Wat u precies kunt met die bestanden? Euhmm, waarschijnlijk niet erg veel. Alleen al omdat de kans groot is dat u alleen maar wat moeilijk te doorgronden codes te zien krijgt in het scherm van uw browser. Rienks erkent dat de conversie vooral bedoeld is ter promotie van IQ Info, maar wil het ook weer geen gimmick noemen. “U kunt verschillende programma’s downloaden om de cijfers in te laden. En er komt ook een Excel-tool aan voor dat doel. Ik ben er echt van overtuigd dat steeds meer mensen XBRL-data zullen gaan gebruiken.” Waarvan akte. (NW)

Contouren nieuwe faillissementswet

Omvorming van de surseance van betaling en faillissement tot één uniforme insolventieprocedure, met een bewindvoerder-nieuwe-stijl die het voortouw neemt om (delen van) de onderneming te redden. Dat zijn volgens voorzitter Bas Kortmann van de Adviescommissie Insolventierecht de hoofdlijnen van het wetsvoorstel voor de nieuwe faillissementswetgeving.

De genoemde adviescommissie moet voor 1 januari 2006 met een voorstel komen om de faillissementswetgeving zo te herzien dat ‘het reorganiserend vermogen’ van de insolventieprocedure groter wordt. Met dat doel is de insolventiewetgeving in Frankrijk, Duitsland, België en Spanje de afgelopen jaren ingrijpend gewijzigd. In Nederland zijn de afgelopen jaren verschillende pogingen gedaan om de Faillissementswet uit 1893 te moderniseren, maar deze zijn alle gestrand. Van de adviescommissie wordt nu verwacht met een werkbaar wetsvoorstel te komen.

Voorzitter Kortmann maakte onlangs bij de presentatie van een boek over het failliete bouwconcern Bredero duidelijk welke hoofdlijnen hij persoonlijk voor het wetsvoorstel zou uitzetten: de twee verschillende procedures moeten opgaan in één procedure, waarin de bewindvoerder-nieuwe-stijl geen passieve waakhond is, maar een actieve reorganisator - anders dan bij de huidige surseance van betaling maar net als in de bestaande faillissementsprocedure. Om door te kunnen blijven draaien, moet de wet garanderen dat de onderneming bepaalde activa mag blijven verbruiken.

Verder zou Kortmann graag zien dat een in een informele reorganisatieprocedure bereikt saneringsakkoord, zonodig via de rechter kan worden opgelegd aan dwarsliggende crediteuren. De meeste reorganisaties gaan namelijk buiten de insolventieprocedure om. (LvA)

‘Joint audit’ bij Royal Dutch Shell

In juni 2005 hebben de aandeelhouders de voorgenomen fusie tussen de werkmaatschappijen Koninklijke Olie en Shell Transport & Trading goedgekeurd. Shell gaat voortaan verder onder de naam Royal Dutch Shell. In december 2004 wierp ‘de Accountant’ (pagina 8) al de vraag op welk accountantskantoor de gefuseerde Nederlandse-Britse onderneming gaat controleren. KPMG werkte voor de fusie tot Royal Dutch Shell voor Koninklijke Olie terwijl PricewaterhouseCoopers de boeken van Shell Transport & Trading controleerde. Het antwoord is nu definitief duidelijk. Royal Dutch Shell zal worden gecontroleerd door twee verschillende accountants: KPMG en PricewaterhouseCoopers.

Shell-woordvoerder Giel Seinen vindt het vanzelfsprekend om, nu de fusie een feit is, op de oude voet door te gaan wat betreft de accountantscontrole. “KPMG en PwC hadden ieder hun eigen werkzaamheden. Ondanks dat Shell nu officieel één onderneming is, is het werk niet veranderd. Er is ook genoeg te doen in een bedrijf met beursnoteringen in Amsterdam, Londen en New York. Het enige verschil is dat er nu één jaarrekening is, ondertekend door twee accountants.”

Volgens Jos van Huut, voorzitter van Mazars, is dit een prachtig voorbeeld van een joint audit. Van Huut is een groot voorstander van de verplichting zoals die in Frankrijk bestaat dat beursgenoteerde ondernemingen door twee afzonderlijke kantoren worden gecontroleerd.

“Bij een joint audit maken de twee accountantskantoren afspraken over de taakverdeling, bijvoorbeeld door toevoeging van landen waarin de onderneming opereert. Vervolgens doet ieder z’n werk om aan het eind met een gezamenlijke verklaring te komen.”

Joint audits versterken de positie van de accountant ten opzichte van de opdrachtgever, stelt Van Huut. “Immers, als er maar één accountant is, kan de situatie ontstaan dat hij te afhankelijk wordt van de opdrachtgever, zeker als dit een hele grote is. Als er twee accountants zijn die, zoals dat in Frankrijk verplicht is, beiden een ongeveer even groot deel van de werkzaamheden verrichten, is dat risico veel kleiner.”

Zo controleert Mazars samen met Ernst & Young het internationale reclameadviesbureau Publicis. Volgens Van Huut dragen joint audits ook bij aan een betere concurrentie op de accountantsmarkt.

“Er zijn niet zoveel kantoren die een grote multinational kunnen controleren. Dan kom je bijna altijd uit bij de big four. Maar als de wet verplicht om zo’n onderneming door twee accountants te laten controleren, dan komen er ook kantoren in beeld die net onder het niveau van de big four zitten.”

Van Huut vindt het dan ook een gemiste kans dat in de Wet toezicht accountantsorganisaties die volgend jaar in werking treedt, niets over joint audits is opgenomen. “Kabinet en parlement hebben met de Wta toch vooral de Nederlandse wetgeving willen aanpassen aan de EU-regels. Maar de EU stelt helaas altijd minimumeisen. Het zou mooi zijn geweest als Den Haag op het punt van de joint audits ook een stap had durven zetten.”

Jos Wouters naar DLA SchutGrosheide

Jos Wouters, directeur juridische zaken bij Deloitte, is begin juni 2005 overgestapt naar het advocatenkantoor DLA SchutGrosheide. Daar zal hij zich bezighouden met het uitbouwen van de praktijk voor beroepsaansprakelijkheid, waar kort geleden enkele prominente advocaten vertrokken om zelfstandig verder te gaan.

Wouters (58) geniet in de accountantwereld enige bekendheid als naamgever van Wouters Advocaten, het advocatenkantoor dat hij vanaf 1991 voor Arthur Andersen opzette (later opgegaan in Andersen Legal). Het betekende destijds de Nederlandse start van een kortstondige trend onder de grote accountantskantoren om zich ook op juridische markt te begeven. KPMG nam inmiddels afscheid van Steins Bisschop Meijburg & Co, het PwC-kantoor Landwell ‘verdween’ in Nederland door een fusie met Van Doorne. Alleen Deloitte en Ernst & Young hebben nog strategische allianties met advocatenkantoren, respectievelijk met AKD Prinsen en Holland van Gijzen.

Strategienota RJ: 2005 en verder

De Raad voor de Jaarverslaggeving (RJ) heeft een strategienota voor de komende jaren vastgesteld. Daarin wordt onder meer ingegaan op de rol van de RJ in de toekomst, de betrokkenheid bij de totstandkoming van IFRS, de gevolgen van nieuwe bepalingen in IFRS voor de richtlijnen, en verbeteringen in de procedures van totstandkoming van de richtlijnen.

Eén op vijf directeuren heeft ‘mental coach’

Twintig procent van de Nederlandse directeuren heeft een mental coach. Dat blijkt uit een onderzoek door KPMG in opdracht van het NDC, de belangenvereniging voor directeuren. NDC-voorzitter Willem Hollander ziet twee mogelijke verklaringen voor dit verbazingwekkend hoge aantal. “Of het werk is dermate complex dat de behoefte aan assistentie groeit, of we hebben hier te maken met een stelletje slapjanussen die hulp zoeken.” Vanzelfsprekend verkiest hij de eerste uitleg.

Het onderzoek is uitgevoerd onder ruim zevenhonderd directeuren, gedefinieerd als ‘leidinggevenden van bedrijven met minimaal tien werknemers’. Een brede groep dus. Het NCD grijpt de studie niettemin gretig aan om ‘het beeld van de graaiende directeur’ bij te stellen, ook al betreft dat beeld uitsluitend de grote beursgenoteerde ondernemingen. Van de ondervraagden verdient 85 procent tussen de 65.000 en 260.000 euro, exclusief de prestatiegerichte bonussen die bijna driekwart ontvangt en die bij vier van de vijf het inkomen tot veertig procent doen stijgen.

OK Fonds gestopt

Per 30 juni 2005 is het door First Capital Fundmanagement beheerde beleggingsfonds OK Fonds beëindigd. Willem Okkerse, ‘uitvinder’ van de OK-score (zie ‘de Accountant’, januari 2005), heeft de levering aan het fonds van de OK-scores van de AEX-bedrijven opgezegd. Directe aanleiding is het feit dat door de zeer geringe groei van het fonds de expense ratio die ten laste komt van de participanten, volgens hem onvoldoende snel tot een aanvaardbaar niveau daalde. Als direct gevolg daarvan werd volgens Okkerse bovendien de kracht van zijn specifieke beleggingsmethodiek onvoldoende zichtbaar.

Het OK Fonds Nederland startte twee jaar geleden als mixfonds (aandelen en cash) en heeft sindsdien exact volgens de OK-scores en de AEX-weging belegd. Per 31 mei 2005 rapporteerde het fonds een groei van 11,4 procent sinds de begindatum.

Okkerse kondigde aan dat er uiterlijk 1 september 2005 een nieuwe methode op de markt zal komen “die volledig recht doet aan de eigenheid van de OK-score en daarnaast wel acceptabele kosten voor de gebruiker kent”. Bij het ter perse gaan van dit nummer was daarover nog niet meer bekend.

Steeds meer maatschappelijke verslagen

Ondanks de ongunstige economische ontwikkelingen publiceren steeds meer grote bedrijven een apart duurzaamheidsverslag over de sociale, economische en milieuaspecten van hun activiteiten. Van de grote bedrijven publiceert 33 procent nu zo’n verslag, in 2002 was dit nog slechts 23 procent. Dit blijkt uit onderzoek van KPMG Sustainability en de Universiteit van Amsterdam, waarbij in zestien verschillende landen de praktijk bij de top 100 ondernemingen werd bekeken.

Japan en Groot-Brittannië zijn koplopers, met respectievelijk tachtig procent en 71 procent duurzaamheidsverslagen. Vergeleken met 2002 is de toename vooral groot in Italië, Spanje, Canada en Frankrijk. Nederland neemt een middenpositie in.

“Naast sectoren die traditioneel al veel langer aandacht besteden aan duurzaamheid, zoals de nutsbedrijven, de chemie en petrochemie, groeide vooral het aantal duurzaamheidsverslagen van financiële instellingen zeer sterk”, constateert George Molenkamp, partner bij KPMG Sustainability. “Eén op drie financiële instellingen uit de top 100 produceert zo’n verslag.”

De financiële wereld doet volgens hem in toenemende mate een beroep op bedrijven om in het kader van investeringsbeslissingen inzicht te geven in de maatschappelijke risico’s die zij lopen. “Steeds meer bedrijven zijn er dan ook op gespitst opgenomen te worden in indexen als de Dow Jones Sustainability Index of de FTSE4Good Index.”

Molenkamp constateert voorts een tendens bij ondernemingen om ook hun toeleveranciers te onderwerpen aan een duurzaamheidstoets. Van de onderzochte bedrijven zegt zeventig procent op de een of andere wijze verklaringen van hun toeleveranciers te vragen.

Nederlandse cfo’s relatief ‘bijziend’

Nederlandse cfo’s (chief financial officers) zijn zeer betrokken bij de dagelijkse gang van zaken binnen hun organisatie. Dat blijkt uit onderzoek door Robert Half Management Resources. Volgens ruim eenderde van de ondervraagde Nederlandse financieel managers is hun cfo meer dan de helft van zijn tijd betrokken bij de dagelijkse gang van zaken op de financiële afdeling. Dit is meer dan in andere landen. Verder geeft ruim 61 procent van de Nederlandse ondervraagden aan dat hun cfo altijd tot vaak hun aanbevelingen opvolgt. Ze luisteren dus naar hun medewerkers.

Daarentegen vindt acht procent van de ondervraagde Nederlandse managers dat hun beeld van de geloofwaardigheid van de cfo negatief is beïnvloed door de boekhoudschandalen. Niet zo veel, maar wel duidelijk meer dan in andere landen. Verder lijken Nederlandse cfo’s vaker dan hun Europese collega’s vooral geïnteresseerd in het kortetermijnresultaat.

Herstel fusie- en overnamemarkt zet door

De totale waarde van fusies en overnames van Nederlandse bedrijven is in de eerste helft van 2005 met ruim 33 procent toegenomen ten opzichte van dezelfde periode vorig jaar. In het eerste halfjaar van 2004 werd in Nederland voor 15,6 miljard dollar aan transacties gesloten, dit jaar 20,9 miljard dollar. Dit blijkt uit halfjaarlijks onderzoek van KPMG Corporate Finance en Dealogic.

Wereldwijd steeg de totale waarde van fusies en overnames met ruim veertien procent ten opzichte van het eerste halfjaar van 2004, van 675,4 miljard naar 771 miljard dollar. De grootste overname wereldwijd was het Amerikaanse onderonsje tussen Kmart en Sears Roebuck voor een bedrag van 12,4 miljard dollar, gevolgd door de overname van People Soft door Oracle voor 9,9 miljard dollar. De recent aangekondigde overname van de Duitse HypoVereinsbank (HVB) door het Italiaanse Unicredito voor 23,2 miljard dollar steekt daar ver bovenuit.

Celstraffen voor WorldCom-kopstukken

Scott Sullivan (43), voormalige financieel directeur van WorldCom, is in augustus 2005 veroor-deeld tot vijf jaar cel voor zijn rol in de fraude die in 2002 leidde tot de ondergang van dat bedrijf. Sullivan hing een veel langere celstraf boven het hoofd, maar hij voorkwam dit door op te treden als sleutel getuige tegen zijn voormalige bestuursvoorzitter Bernard Ebbers. Ebbers zelf werd in juli ver oordeeld tot 25 jaar gevangenisstraf, hetgeen gezien zijn leeftijd (63) feitelijk neerkomt op levenslang. Met het boekhoudschandaal bij WorldCom was een bedrag gemoeid van elf miljard dollar.

Tachtig procent deponeert niet of te laat

Ruim tachtig procent van de 585.000 Nederlandse publicatieplichtigen deponeerde in 2005 zijn jaarrekening over 2004 te laat of niet. Dit blijkt uit onderzoek van Graydon Nederland. Het overgrote deel daarvan heeft voor 30 juni 2005 uitstel aangevraagd bij de Kamer van Koophandel. Wie dat niet doet riskeert een economisch delict.

Bedrijven moeten binnen zes maanden na een gesloten boekjaar hun jaarrekening deponeren bij de Kamer van Koophandel. Toch publiceerde tien procent over boekjaar 2003 helemaal geen jaarrekening. Sancties worden nauwelijks opgelegd, zo blijkt. Pas na een officiële melding bij de FIOD-ECD volgt actie. Dit komt jaarlijks slechts enkele keren voor. Meestal gaat het om een geldboete van enkele duizenden euro’s.

In plaats van zelfstandig te deponeren kan een bedrijf ook een instemmingsverklaring bij de Kamer van Koophandel deponeren, waarbij een andere rechtspersoon de cijfers consolideert en zich volledig aansprakelijk stelt voor alle rechtshandelingen van het vrij te stellen bedrijf. Tussen 2001 en 2003 daalde het aantal gedeponeerde instemmingsverklaringen met 12,5 procent tot 17.500. Mogelijk willen door de teruglopende economie minder bedrijven zich aansprakelijk stellen voor een ander bedrijf. Voor boekjaar 2004 waren er op 1 juli 2005 bijna achtduizend instemmingsverklaringen gedeponeerd, naar verwachting zullen dat er in totaal 16.000 worden, waarmee de dalende lijn zich voortzet.

Stichting financiële dienstverlening van start

Op vrijdag 10 juni 2005 is de Stichting Financiële Dienstverlening (StFD) opgericht. De stichting, opgericht door representatieve organisaties uit de markt, heeft als belangrijkste doel financiële adviseurs te ondersteunen bij de implementatie van de Wet financiële dienstverlening (Wfd), die transparantie en bescherming voor de consument beoogt. Tot de taken behoren onder meer het begeleiden van de circa vijftienduizend financiële dienstverleners bij het aanvragen van de vergunning die de Wfd verplicht stelt, het begeleiden van vergunninghouders bij het blijven voldoen aan de nieuwe verplichtingen en het fungeren als platform voor overleg met de wettelijk toezichthouder Autoriteit Financiële Markten.

De stichting zal bemiddelaars en adviseurs ondersteunen met een internetsite (www.stfd.nl) met onder andere de meest gestelde vragen en antwoorden, e-mail-nieuwsbrieven, een telefonische helpdesk (0900-9997833), voorlichtingsbijeenkomsten en bijeenkomsten voor intermediaire organisaties (zie ook pagina 40).

Beoordelingskader ICT rond DBC’s in zorg

De NOREA-kennisgroep ICT en Zorg heeft een beoordelingskader ontwikkeld voor de geautomatiseerde gegevensverwerking rondom Diagnose Behandeling Combinaties (DBC’s). De DBC-systematiek is per 1 januari 2005 ingevoerd in de zorgsector en beoogt een geleidelijke introductie van marktwerking. Het beoordelingskader concretiseert de kwaliteitseisen die nodig zijn voor een betrouwbare geautomatiseerde verwerking van DBC-gegevens en vormt een essentiële grondslag voor het opzetten en handhaven van een effectief systeem van interne beheersing. RE’s en/of RA’s werkzaam in zorginstellingen en zorgverzekeraars krijgen de publicatie ZekeERzorg: beoordelingskader voor de geautomatiseerde gegevensverwerking rondom Diagnose Behandeling Combinaties (DBC’s) toegezonden. Het boekje is ook te bestellen via het NOREA-bureau (020-3010380) norea@norea.nl.

FEE lanceert nieuwe website

Het publieke deel van de website van de FEE is vernieuwd (www.fee.be). Het ledendeel van de site is ongewijzigd. Leden kunnen dan ook gebruik blijven maken van hun bestaande password. De vernieuwingen van het publieke deel zijn er vooral op gericht om de navigatie eenvoudiger te maken. De vormgeving is in de nieuwe huisstijl. Er zijn nieuwe elementen aan de website toegevoegd, zoals een pagina voor elke FEE Working Party en een overzicht van gebruikte termen. Het openbare deel van de FEE-site bestaat uit vijf hoofdonderwerpen, die allemaal direct toegankelijk zijn vanaf de homepage: News, Our Work, Publications, Reference & Links en About FEE.

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.