'Verander de attitude van ouderen zelf'
Tom Nierops pleidooi voor ouderenbeleid (‘de Accountant’, juni 2004) suggereert dat alleen ‘de sector’ het verloop van ouderen kan tegengaan. Volgens Wim Koning en Johan Visser moet de bal weer op de helft van de veteranen zelf worden gelegd.
Dit artikel is verschenen in de Accountant nr. 1, 2004
Bekijk alle artikelen uit dit nummer
Wim Koning en Johan Visser
Een van de meest paradoxale aspecten van het personeelsbeleid is het ouderenbeleid. Het creëert de illusie dat met een planmatige benadering of gestructureerde facilitering vergrijzing kan worden opgevangen en het verloop van ouderen kan worden tegengegaan. Een dagje korter werken, wat extra vakantiedagen, een potje voor aanpassingen in de werksituatie en - niet te vergeten - levensloopregelingen; het zijn allemaal maatregelen waarmee twee zaken ten onrechte worden gecommuniceerd: oudere medewerkers trekken het niet en de verantwoordelijkheid daarvoor ligt bij het kantoor, de sector of de overheid!
Elk zichzelf respecterend accountantskantoor heeft tegenwoordig ouderenbeleid. In de praktijk loopt de realisatie daarvan vast op de ‘cultuur’. Volgens Tom Nierop (‘de Accountant’, juni 2004) kampt ‘de sector’ met een cultuurprobleem of is het gewoon kortzichtig. Verrassend genoeg legt hij - in tegenstelling tot andere columns van zijn hand - hier niet de vinger op de zere plek. Meest voor de hand liggend is namelijk de conclusie dat de ouderen binnen de sector een attitudeprobleem hebben.
Het attitudeprobleem van de oudere accountant is dat hij of zij zich niet (meer) afvraagt wat hij nu in zijn werk wil, wat hem motiveert en waar hij zijn energie vandaan haalt. Omdat gezond oud worden keuzes vraagt legt hij de verantwoordelijkheid vaak liever bij ‘de sector’ of het kantoor waar hij werkt. Als deze dan tekort schiet in de ontwikkeling en implementatie van ouderenbeleid is in elk geval de schuldvraag beantwoord. Het maken van keuzen leggen we natuurlijk wel bij jongeren neer binnen de accountancy: werk en studie combineren of geen carrière, veel uren maken of toch voor een goede balans kiezen en dus wat minder inkomen, een gezin en/of een drukke baan etc.
Als de oudere accountant is uitgekeken op zijn vak en zijn klanten zou hij zich eens kunnen afvragen hoe dat komt. Soms is de onthutsende ontdekking dat de financiële prikkel is weggevallen en dat daarom zijn belangrijkste motivator niet meer bestaat. Soms zijn professionals rond hun vijfstigste gewoon vergeten hoe leuk het is om een klant verder te helpen en hoeveel energie het kan geven om echt toegevoegde waarde te leveren. Soms is het even wennen om te gaan met de nieuwe grenzen die je leeftijd met zich meebrengt.
Echte motivatie is intrinsieke motivatie. Als betrokken professional vind je het leuk en bevredigend om een cliënt verder te helpen. Als je een cliënt alleen als voertuig naar een nota ziet houd je het in geen enkele professie lang uit. Gelukkig komen wij nog voldoende oudere professionals tegen die op een betrokken en creatieve manier vorm geven aan het laatste stuk van hun loopbaan.
Met andere woorden: ‘Het is de verantwoordelijkheid van elk individu om aan zijn eigen ouderenbeleid te werken.’ Deze uitspraak is van de 57-jarige René van Peursen van Berk, die, volgens ‘de Accountant’ van februari 2004, ‘uit ervaring weet hoe je fit moet blijven op latere leeftijd’.
Kan ‘de sector’ dan helemaal niets doen? In onze visie zou de bal weer op de helft van de veteranen gelegd moeten worden. Revitaliseren noemen we dat. Concreet betekent dit dat ‘de oudere professional’ een attitudegerichte leergang wordt aangeboden waarin die professional eens in de spiegel kijkt en zich afvraagt hoe hij vitaal de zeventig binnen zijn beroep kan bereiken en vooral welke keuzen hij daarbij moet maken. Thema’s binnen zo’n leergang kunnen ook zijn: hoe pak ik als individuele professional mijn ‘maatschappelijke verantwoordelijkheid’ en ‘hoe blijf ik fit’.
Misschien een uitdaging voor het NIVRA om zoiets op te zetten in plaats van ‘de sector’ te vragen ouderenbeleid te formuleren en te implementeren. Ook zou het niet misstaan als de SRA-Academie een dergelijke leergang in haar curriculum opneemt.
De psycholoog Seligman introduceerde het begrip ‘aangeleerde hulpeloosheid’ in de psychiatrie. Waar we binnen de sector voor moeten waken is dat we onze oudere collega’s geen hulpeloosheid aanleren. Ouderenbeleid stigmatiseert de oudere accountant ten onrechte. ‘Bij de kassa kruipen ouderen toch ook altijd voor!’
Waar wij naar uitkijken is naar die vitale oudere accountant en naar de column van Tom Nierop die hij op zijn zeventigste nog schrijft.
Noot
Johan Visser (48) en Wim Koning (47) zijn partner van Visser & Partners.