Zero tolerance de enige norm
Moet het NIVRA nu wel of niet blij zijn met de uitkomsten van het MARC-onderzoek naar het functioneren van de Verordening op de fraudemelding? De verordening blijkt een effectief wapen te zijn bij het tegengaan van fraude, maar tegelijkertijd blijkt dat een aantal accountants zich niet aan de regels houdt (zie pagina 18).
Dit artikel is verschenen in de Accountant nr. 1, 2003
Bekijk alle artikelen uit dit nummer
Moeten we ons laten leiden door het overgrote deel van de accountants, die integer en gedegen hun werk verrichten? Of moet de aandacht juist uitgaan naar de kleine minderheid die zich niet aan de regels houdt? Het antwoord is simpel: het laatste.
Fatsoenlijk je werk verrichten is niet alleen een vanzelfsprekendheid, maar voor accountants ook een noodzakelijke conditie. Vertrouwen is onze bestaansvoorwaarde. Vandaar dat het volstrekt ontoelaatbaar is dat in twee procent van de geconstateerde fraudegevallen, accountants de fraudeverordening niet goed naleven. Hoe kwetsbaar we hierin zijn, blijkt uit het feit dat de pers er in de berichtgeving over het onderzoek juist dit gegeven heeft uitgelicht. Deze twee procent bezoedelt de gehele beroepsgroep. Negatieve publiciteit vermijden door dit soort informatie onder de tafel houden is ongewenst en ook geen optie: in het huidig tijdsbestek overleef je alleen als je snel, actief en open communiceert.
Naast doelbewuste overtredingen lijdt onze reputatie ook onder slordigheden. Alweer: het overgrote deel van de accountant doet zijn of haar werk voortreffelijk, maar uit de jongste resultaten van het College Toetsing Kwaliteit blijkt dat acht procent van de accountants nog steeds niet voldoet aan de eisen van kwaliteitsbeheersing (zie pagina 32). Ook dit is niet te tolereren, zeker gelet op de maatschappelijke druk om het externe toezicht te verscherpen.
De vraag is of zero tolerance de norm moet zijn. Zoals elders in dit nummer wordt gesteld: accountants zijn mensen en zullen dus altijd fouten maken. Het is daarom goed om onderscheid te maken tussen de verschillende soorten fouten. Als er sprake is van doelbewuste overtredingen, dan is er maar één norm: zero tolerance. Met bijpassende disciplinaire maatregelen. Maar omdat accountants mensen zijn zal er ook altijd sprake zijn van omissies, zaken die in de hitte van de strijd worden vergeten, voorschriften waarvan men niet precies op de hoogte is etc. In die gevallen spreek je over fouten die per ongeluk worden gemaakt. Ook in die gevallen is het echter van belang geen zaken onder het tapijt te schoffelen, verhullen werkt uiteindelijk altijd negatief.
Beter is om fouten en onvolkomenheden juist bespreekbaar te maken en ervan te leren, uiteraard na ze zoveel mogelijk te hebben gecorrigeerd. Daar helpen we elkaar en onze klanten verder mee. En in de praktijk blijkt de buitenwereld – het ‘maatschappelijk verkeer’ waarvan we voor het vertrouwen zo afhankelijk zijn – er wel degelijk begrip voor op te kunnen brengen. Maar die vergevingsgezindheid is er alleen als we ons bereid tonen tegelijkertijd de gevallen van doelbewuste overtreding of nalatigheid hard aan te pakken. Als NIVRA zullen we dan ook niet aarzelen om dat in voorkomende gevallen te doen.
Gert Smit
algemeen directeur Koninklijk NIVRA