Magazine

Kwaliteitstoetsing: net begonnen?

Met het publiceren van de resultaten over 2002 heeft het College Toetsing Kwaliteit zijn eerste cyclus van toetsingen afgerond. Een samenvatting van de belangrijkste uitkomsten en een vooruitblik op de stormachtige ontwikkelingen rond kwaliteitstoetsingen en het externe toezicht daarop.

Dit artikel is verschenen in de Accountant nr. 1, 2003

Bekijk alle artikelen uit dit nummer

» Download dit artikel in pdf

Wim Laman

Met de toetsing van 2002 heeft het College Toetsing Kwaliteit (CTK, voorheen College Collegiale Toetsing) de eerste cyclus van vier jaar toetsingen vrijwel afgerond in een periode van zes jaar. Het eerste jaar (1997) is gebruikt als pilot-jaar waarin vragenlijsten en procedures zijn getest. Daarna volgden vier jaar van het reguliere toetsingswerk. Daarbij werd ieder jaar gestart met een selectie van 150 kantoren, maar door vele factoren vielen ieder jaar toetsingen af dan wel moesten ze worden doorgeschoven. De praktijk is ook op het gebied van kwaliteitstoetsingen zeer weerbarstig. Besloten werd in het zesde jaar nog niet te starten met een nieuwe cyclus, maar eerst het restant van de eerste cyclus af te werken. Dit gaf tevens de gelegenheid om in 2002 de nieuwe Verordening op de Kwaliteitstoetsing op te zetten, aan de hand van met name de richtlijnen uit Brussel.

Zelfde beeld

In 2002 zijn 155 dossiers afgerond, 104 in de vorm van een rapportage met oordeel en 51 annuleringen wegens overname, opheffing of SRA-lidmaatschap (SRA kent zijn eigen toetsing van aangesloten kantoren. Deze wordt door het NIVRA erkend). Tussen de 104 afgegeven oordelen bevonden zich 35 oordelen op basis van hertoetsingen. Deze waren noodzakelijk geworden omdat in voorgaande jaren in eerste instantie het oordeel ‘voldoet niet’ was gegeven.

Het beeld van 2002 komt overeen met voorgaande jaren. Door de bijzondere selectie van kantoren, de om bijzondere redenen doorgeschoven kantoren uit voorgaande jaren, pakte het jaar zelfs iets slechter uit. Bij de eerste toetsingen kregen 38 van de 69 kantoren het oordeel ‘voldoet niet’. Van de 35 hertoetsingen voldeden veertien kantoren voor de tweede maal niet aan de gestelde normen.

Nuancering

Deze uitkomsten stemmen niet tevreden, zeker niet wanneer we de totaalcijfers over de gehele cyclus bezien. Van de 463 getoetste kantoren kregen 246 kantoren in eerste instantie het oordeel ‘voldoet niet’. Een schrikbarend aantal kantoren. Het beeld wordt echter een stuk genuanceerder als we ons realiseren dat het hier gaat om 351 accountants van de in totaal 4.298, ofwel circa acht procent.

Nog een nuancering betreft het aantal kantoren. In onze telling is SRA meegenomen als één koepelorganisatie, terwijl de SRA circa 380 zelfstandige kantoren omvat. In werkelijkheid hebben dus niet 246 van de 463, maar 246 van de 843 getoetste kantoren (dertig procent) een onvoldoende gescoord.

Ondersteuning

Het beeld is niettemin al enkele jaren zorgelijk. Het college heeft daarom, gesteund door het NIVRA-bestuur, gepleit voor ondersteuning van vooral de kleine kantoren op het punt van de opzet en werking van procedures, gericht op verbetering van de vastlegging van de kwaliteit van het werk. Een cursus en een handboek vinden nu hun weg naar de kleine kantoren, terwijl de onvoldoende scorende kantoren op dit moment worden ondersteund met verbeterplannen om zoveel mogelijk de voorwaarden te scheppen die zorgen dat de hertoetsing tot een voldoende zal leiden. Dit laatste is van groot belang omdat op dit moment circa tweehonderd van de 246 kantoren met een ‘onvoldoende’, de hertoetsing nog moeten ondergaan.

Doel vrijwel bereikt

De zorgelijk stemmende bevindingen van het college moeten overigens niet de positieve resultaten van het toetsingswerk overschaduwen. Feit blijft dat op dit moment 843 van de circa negenhonderd kantoren zijn getoetst, ofwel 4.300 van de 4.500 openbare accountants. Circa 92 procent van de accountants hebben een voldoende gescoord.

Het doel van het College Toetsing Kwaliteit is vrijwel bereikt. Op dit moment moeten nog slechts 47 kantoren de eerste toets ondergaan. In 23 gevallen loopt de toetsing op dit moment, in twaalf gevallen betreft het in 2002 gestarte nieuwe accountantskantoren, in acht gevallen loopt er een fusie of een aanvraag bij de SRA en in twee gevallen is sprake van bijzondere persoonlijke omstandigheden.

Het eerste totaaloverzicht van de drie kwaliteitsniveaus (‘voldoende’, ‘voldoende maar vatbaar voor verbetering’ en ‘voldoet niet’) van accountantskantoren is tot stand gekomen.

Intensiever

Zoals gezegd stemmen de eerste uitkomsten bij een groep accountantskantoren zorgelijk en moet daar nog veel herstelwerk gebeuren. Daar bovenop komt er veel nieuw werk op het college en op alle kantoren af. De nieuwe verordening, grotendeels gebaseerd op de richtlijnen uit Brussel, eist veel meer aandacht voor organisaties van publiek belang (special interest entities) en ook de omvang van de toetsing van de overige dossiers moet substantieel toenemen. Niet alleen systemen van kwaliteitsbeheersing en -bewaking moeten nu bij alle kantoren worden getoetst, maar ook individuele vestigingen moeten worden bezocht en individuele dossiers beoordeeld.

Bij de grote kantoren gaat dit leiden tot toetsingen van meer dan duizend uur, elke twee jaar. Deze werkzaamheden, die uiteraard zijn gericht op het verkrijgen van meer zekerheid over de kwaliteit van het werk van accountants, betekenen een grote toename van het werk van het CTK.

Wanneer we ons realiseren dat de genoemde duizend uren boven op de circa vijfduizend uren komen, die een groot kantoor intern per jaar besteed aan de bewaking van de eigen kwaliteit, dan wordt duidelijk dat ons beroep zich op dit gebied grote inspanningen getroost.

Extern toezicht

Binnenkort zal het extern toezicht op al dit werk gestalte krijgen. Dan zal duidelijk worden in hoeverre niet-beroepsgenoten overtuigd worden van de waarde van al deze toetsingsactiviteiten. Wat is het verwachtingspatroon? En komen wij daar in voldoende mate aan tegemoet? Het wordt een spannende tijd, die van groot belang is voor de geloofwaardigheid van ons beroep. Het CTK gaat er daarom vanuit dat alle accountants en hun kantoororganisaties het belang van de toegenomen toetsingsactiviteiten onderkennen en er hun onvoorwaardelijke steun aan geven.

Het volledige rapport van het College Toetsing Kwaliteit over 2002 staat op www.nivra.nl.

Noot
Wim Laman is voorzitter van het College Toetsing Kwaliteit.

College Toetsing Kwaliteit

Het CTK is op grond van artikel 8 van de Verordening op de collegiale toetsing (vastgesteld in de ledenvergadering van 12 december 1996) belast met de uitvoering van de verordening.

De taken van het college zijn vastgelegd in deze verordening en bestaan kort samengevat uit: selectie en samenstelling van onderzoeksteams, selectie van te onderzoeken accountantskantoren, opstelling van werkprogramma’s, marginale toetsing van de onderzoeksresultaten, het geven van aanwijzingen ter correctie van geconstateerde tekortkomingen en het uitbrengen van een geanonimiseerd verslag aan het NIVRA-bestuur.

Leden: drs. W.J. Laman RA, voorzitter, C.J. Bijvoet RA, M.M.B. Blauwhoff RA, drs. M.A. Bongers RA RE CIA, A. Kastelein RA RE, R.W. van Tol RA, W.P. van Wijngaarden RA. Secretaris bureau NIVRA, A.J.M. Werring, commissiebegeleider bureau NIVRA, mevr. drs. J.H. Dankbaar.

'Iedere accountant moet een voldoende scoren'

“We zitten op het goede spoor en de goedgekeurde uitbreiding van het takenpakket van het College wordt nu geïmplementeerd. Toch vind ik het niet acceptabel dat acht procent van de onderzochte collega’s in 2002 onvoldoende scoorde. In 2002 was dat nog 7,5 procent. Wij zouden geen goede accountants zijn als we dit percentage niet naar nul willen terugbrengen”, aldus NIVRA-voorzitter Piet Hoogendoorn.

Connie Lohuis

Hoogendoorn is onder de indruk van de inspanningen van het College. “Ik heb bewondering voor het vele werk dat tot nu is verzet om het hele systeem van kwaliteitstoetsing op te zetten, te laten werken en nu weer verder te perfectioneren. De toetsing is niet meer weg te denken uit onze sector. De accountants die zitting hebben in het College en alle toetsers doen dit bovendien op basis van vrijwilligheid, naast hun gewone werk. Hun inzet – en zeker ook die van voorzitter Wim Laman - verdient respect. Te meer daar het takenpakket van het college door de nieuwe Verordening op de Kwaliteitstoetsing begin 2003 flink is uitgebreid.”

In de Verordening zijn wijzigingen verwerkt op grond van de Aanbevelingen van de Europese Commissie inzake minimumvereisten voor waarborging van kwaliteit van de wettelijke controle in de Europese Unie, de IFAC-regelgeving en de in de praktijk gebleken gewenste verbeteringen. Hoogendoorn is ervan overtuigd dat het College in de toekomst meer leden moeten tellen om het toetsingswerk aan te kunnen.

Hertoetsingen

Ofschoon acht procent van de onderzochte collega’s onvoldoende scoorde, voldoet de overgrote meerderheid aan de strenge kwaliteitseisen van het College. De afgelopen vier jaar zijn 843 van de circa 900 kantoren met een bezoek van het College vereerd. Daarvan scoorde 92 procent voldoende. Circa 200 van de 246 kantoren die een onvoldoende scoorden, ondergaan de komende periode een hertoetsing. In de meeste gevallen betreft het eenmanskantoren die niet aan de eisen voldoen. Hoogendoorn: “Aangezien juist van accountants wordt verwacht dat ze hun werk naar behoren doen, willen we dat alle kantoren in Nederland met succes de toetsing doorstaan.”

Preventieve werking

Alleen al het feit dat kantoren een bezoek kunnen verwachten van een afgevaardigde van het College heeft een preventieve werking. Een toetsing is volgens Hoogendoorn vaak ook aanleiding voor het te toetsen kantoor om kritisch naar de eigen praktijk te kijken. Om de toekomst te evalueren, te overwegen of de praktijk verkocht moet worden of soms de overweging van de leiding om met pensioen te gaan. Hoogendoorn: “Jaar op jaar is er ook een vraag naar assistentie bij het verhogen van de kwaliteit. Als kantoren niet voldoende scoren, is de wil er wel om het beter te doen, maar ontbreekt het soms aan kennis. In dit geval kan er een beroep worden gedaan op het NIVRA. We hebben de cursus Kwaliteitsverbetering ontwikkeld en samen met SRA is het Handboek voor kleine accountantspraktijken uitgegeven. Hieruit blijkt dat we collega’s die onder de maat presteren ook proberen te helpen. Het is de bedoeling dat op enig moment toch het goede rapportcijfer uit de bus rolt. Mocht na verschillende hertoetsingen blijken dat de kwaliteit niet verbetert, dan moeten we helaas overwegen of de Raad van Tucht een uitspraak moet doen. Andere sancties kunnen nog niet worden opgelegd.”

Extern toezicht

Hoogendoorn vindt het een positieve ontwikkeling dat de accreditatie in de nieuwe Verordening is geregeld. Gemengde kantoren, met RA’s en AA’s, hoeven maar één keer te worden getoetst, door NIVRA óf door NOvAA. De SRA-toetsing werd al eerder door het NIVRA geaccrediteerd. “Een prima oplossing, temeer daar de getoetste een deel van de kosten draagt. Het is duidelijk dat de beroepsgroep zeer kritisch naar zichzelf kijkt. Toch komt de overheid nu met extern toezicht op het accountantsberoep. Wij vinden dat een goede zaak want er is geen enkele beroepsgroep te bedenken die zó serieus omgaat met kwaliteit en controle erop als de onze. Binnen organisaties én binnen de beroepsgroep hanteren we controle op controle. Vier jaar geleden hebben we op vrijwillige basis een toetsing ingesteld waar nu maatschappelijk om wordt gevraagd. Het blijft wél een feit dat het tot nu toe registeraccountants zijn die collega’s controleren. We hebben de schijn tegen als het gaat over onafhankelijkheid. Om die reden zien we er de positieve kant van als er een vorm van extern toezicht komt. We hopen dan wel dat de nieuwe toezichthouder zo verstandig is het goed geoliede College Toetsing Kwaliteit in te zetten en te gebruiken. Het zou verspilling van kosten zijn als er een tweede toetsingscommissie wordt ingesteld.”

Gerelateerd

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.