Magazine

Turbulent eerste jaar

Het eerste jaar van de Duisenberg School of Finance begon ogenschijnlijk onder ongunstig gesternte. Toch zijn de initiatiefnemers tevreden en hoopvol. "De lessen van de financiële crisis verwerken we natuurlijk."

Dit artikel is verschenen in de Accountant nr. 10, 2009

Bekijk alle artikelen uit dit nummer

» Download dit artikel in pdf

Duisenberg School of Finance

De redenering die anderhalf jaar geleden leidde tot oprichting van de Duisenberg School of Finance (DSF) in Amsterdam, is een eenvoudige drietrapsraket. Eén is: beschikbaarheid van goeie mensen is absolute randvoorwaarde voor elke plek die aantrekkelijk wil zijn als vestigingsplaats voor financiële ondernemingen. Twee: in de hoogwaardige dienstensector - dus ook het bank- en verzekeringswezen - staat ‘goeie mensen’ gelijk aan ‘hoogopgeleide specialisten’. En drie: Nederland, en vooral Amsterdam streeft ernaar aantrekkelijker te worden voor gespecialiseerde financiële ondernemingen, dus is het onontbeerlijk een opleidingsinstituut te hebben dat kan concurreren met de beste in de wereld.

Retorische vraag

Sommige redeneringen moeten het meer hebben van hun retorische kracht dan van dwingende logica. Want er zijn steden en landen die zich de laatste jaren wél tot een financieel centrum ontwikkelden maar niet zo'n instituut binnen hun grenzen hadden. Denk aan Luxemburg en Ierland, maar ook Singapore of Dubai. Omgekeerd zijn er universiteitssteden waar financieel-economische specialismen worden gedoceerd die gelden als het neusje van de zalm, zonder dat de financiële sector er oververtegenwoordigd is. Denk aan Rotterdam of Tilburg. Maar goed, retorische kracht is een kracht die, zeker als ook imagebuilding en het vormen van draagvlak in het geding is, niet mag worden onderschat. Bovendien kun je de initiatiefnemers van de Duisenberg School of Finance niet kwalijk nemen dat ze hoog reiken. Want ambitie - althans realistische ambitie - is bij Nederlandse financiële instellingen niet altijd evident aanwezig geweest.

Niet ontevreden

Dirk Schoenmaker, dean van de Duisenberg School of Finance, die werkt vanuit een kantoor aan de Amsterdamse Roetersstraat, waar directie en secretariaat onderdak vonden bij de economische faculteit van Amsterdam, is in elk geval niet ontevreden over hoe het afgelopen eerste studiejaar van start is gegaan.

Die start vond plaats onder het meest dreigende gesternte dat denkbaar was, maar het aantal studenten dat zich had ingeschreven viel zeker niet tegen. Schoenmaker: “Op de drie eenjarige opleileidingen die we openstelden kwamen 38 studenten af, waarvan acht postdoctoraal. De master-cursussen trokken tien kandidaten meer dan waar we op rekenden. De helft van de studenten zijn buitenlanders, voornamelijk Oost- en Zuid-Europeanen. Een hoopgevend begin dus. Maar net zoals bij het initiatief Holland Financial Centre in bredere zin (zie pagina 44) de vraag mag worden gesteld hoe realistisch de doelstellingen zijn, vooral na de verwoestende kredietcrisis, zo mag dat ook voor de Duisenberg School.

‘Ambassadeurs’

Schoenmaker: “Ach, wat in Nederland speelt, speelt elders ook. Overal zijn flagships van de financiële sector in problemen geraakt. Dat is vervelend, maar voor onze programma's of onze financiering zie ik nog geen gevolgen. Sterker: de vraag naar bijvoorbeeld risk management-specialisten neemt alleen maar toe. Juist uit de hoek van de zwaarst getroffen banken.”

Het DSF-programma zal uiteindelijk zes curricula bieden (zie kader). Volgend jaar zullen er zestig studenten zijn en dat aantal moet aangroeien tot honderd. Schoenmaker is helemaal niet bezorgd dat bij een erg hoog percentage buitenlandse studenten, de Nederlandse arbeidsmarkt maar beperkt voordeel zal hebben van de Duisenberg School. “Als die mensen in het buitenland gaan werken, zul je toch zien dat ze ongemerkt een soort ambassadeurs van Nederlandse financiële expertise worden. En wie weet komen ze terug na elders meer ervaring te hebben opgedaan.”

Zwitserland

Maar ondanks de relatief goede start klinken er - vanuit de academische wereld - ook sceptische geluiden. Sylvester Eijffinger, hoogleraar financiële economie aan de Universtiteit van Tilburg, is kritisch. Niet vanwege het stranden van onze vlaggenschepen - “die hebben goede kans zich op termijn te herstellen” - en ook niet vanwege het idee om überhaupt een dergelijke school te stichten. Eijffinger is bezorgd over de uitvoering van dat idee. “Zwitserland, dat als financieel centrum goed met Nederland vergelijkbaar is, kent al jaren zo'n school: het Swiss Finance Institute. Dat ondersteunt de financiële instellingen in Zürich, Geneve en Bazel daadwerkelijk door topkwaliteit te leveren. Maar dat instituut kan werken met middelen die misschien wel het tienvoudige zijn van die van de Duisenberg School. En men heeft er ook de beste hoogleraren kunnen selecteren.”

‘Modellendenkers’

Eijffinger gelooft dat een opleiding als de DSF, die zoals hij zegt ‘hoogleraren inhuurt op consultancy-basis, dus tegen de marginale kosten’ in plaats van ze met een volwaardig opleidings- en researchprogramma aan zich te binden, weinig kans maakt zijn hoge ambities waar te maken. “En is het ook niet veelzeggend dat Nederlands meest vooraanstaande economen, zoals Arnoud Boot, Kees Koedijk, Lans Bovenberg en Sweder van Wijnbergen niet aan de DSF verbonden zijn?”

Volgens de Tilburgse econoom zijn grote namen niet een imago- maar een kwaliteitskwestie. “Aan de Duisenberg School is de invloed van het Tinbergen Instituut erg sterk. Risk management wordt er gedoceerd door financiële economen en econometristen alsof er geen kredietcrisis is geweest. Dat komt doordat die modellendenkers niet overweg kunnen met de scenario's die we gezien hebben: statistisch extreem onwaarschijnlijk, maar met desondanks enorme gevolgen.”

Langjarige rivaliteit

Kees Cools, deeltijd-hoogleraar ondernemingsfinanciering aan de Rijksuniversiteit van Groningen en partner bij de Nederlandse vestiging van management consultancy Booz & Company, volgde de oprichting van de DSF van een afstandje. Als specialist op het gebied van corporate governance werkt hij veel samen met de jurist Jaap Winter, hoogleraar internationaal ondernemingsrecht en eerste dean van de DSF. “Ik moet een beetje lachen om dit soort kritiek, omdat de langjarige rivaliteit tussen Tilburg en de universiteiten achter het Tinbergen Instituut er zo in doorklinkt. Ik ben over die kwaliteit helemaal niet zo bezorgd. Er wordt volop aandacht besteed aan de beperkingen en falen van klassiek risicomanagement. De DSF weet ook vaak verassend goede docenten en gastdocenten aan te trekken; ook buitenlandse topnamen.”

Maar kleinschalige rivaliteit is volgens Cools wel symptomatisch voor een probleem waar ook de financiële sector mee worstelt. “Als je iets op nationaal niveau wilt aanpakken, een wereldpositie wilt veroveren, en je kans op succes wil maximeren moeten private en publieke partijen eensgezind optrekken. Je moet een goed doordachte concurrentieanalyse maken, rigoureus kiezen, en goed georkestreerd optreden. Het kan wel in Nederland, kijk maar naar de bloemensector. Maar in de financiële sector mis ik die eensgezindheid. Jammer.”

‘Nieuwe generatie’

Dean Dirk Schoenmaker van DSF lijkt niet erg onder de indruk. “De lessen van de financiële crisis verwerken we natuurlijk, onder meer door actieve discussie tussen docenten en studenten over hoe het financiële systeem er in de toekomst uit moet zien. Zo leiden we een nieuwe generatie finance-studenten op. We gaan rustig door met iets wat bescheiden begint. Er is net een Tilburgse hoogleraar gecontracteerd. En die budgetten mogen nu bescheiden lijken, maar als de opleiding groeit en een reputatie gevestigd raakt, groeien die budgetten vanzelf mee. Wacht maar af.”

Toonaangevend worden

Duisenberg School of Finance was een van de eerste tastbare resultaten van het initiatief Holland Financial Centre dat het doel heeft Nederland als centrum van financiële expertise weer op de wereldkaart te zetten (zie pagina 44). Het ontstond door samenwerking van de Nederlandse financiële sector en universiteiten. Erasmus Universiteit Rotterdam, Universiteit van Amsterdam, Vrije Universiteit Amsterdam en het Tinbergen Instituut (waarbinnen die drie universiteiten al eerder samenwerkten), waren van meet af aan betrokken. Sinds kort levert ook Tilburg een hoogleraar.

Doel van DSE was innovatieve research te ondersteunen en topkwaliteit academische opleidingen aan te bieden. En het streven is een toonaangevende universitaire instelling te worden.

Curricula

De curricula bestaan uit een mix van cursusussen op hoog niveau in finance, en onafhankelijk onderzoek. Dit mondt uit in het schrijven van een masterscriptie en praktische kennis die kan worden opgedaan tijdens de verplichte stage. Colleges worden gegeven in het Engels.

In september 2008 werd gestart met drie nieuwe programa's:

  • Master of Science (MSc) in Risk Management
  • Master of Science (MSc) in Finance and Law
  • PhD track in Finance, in cooperation with the Tinbergen Institute

In het studiejaar dat in september 2009 aanvangt worden daar nog drie Master programma's aan toegevoegd:

  • Master of Science (MSc) in Corporate Finance & Banking
  • Master of Science (MSc) in Financial Markets & Investments
  • Master of Law (LLM) in Finance and Law

De kosten van de opleiding bedragen 26.000 euro, exclusief cursus materiaal, huisvesting en kosten van levensonderhoud. Voor getalenteerde studenten zijn er mogelijkheden voor financiële ondersteuning.

Bert Bakker (1956-2022) was financieel-economisch journalist.

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.