Magazine

Accountants kiezen zeker pensioen

Pensioen is een belangrijke arbeidsvoorwaarde. Accountantskantoren regelen het op uiteen lopende manieren. En partners regelen het zelf.

Dit artikel is verschenen in de Accountant nr. 10, 2009

Bekijk alle artikelen uit dit nummer

» Download dit artikel in pdf

Net als andere bedrijfstakken heeft ook de accountancy eigen pensioenfondsen. In de eerste plaats ondernemingspensioenfondsen, die aan een specifiek kantoor zijn verbonden. Dit geldt onder meer voor Ernst & Young en Deloitte. Daarnaast heeft de branche ook een eigen bedrijfstakpensioenfonds: het Pensioenfonds voor de Accountancy. Dit richt zich in het bijzonder op kleinere accountantskantoren.

Verplicht

Wie bij E&Y of Deloitte werkt, neemt verplicht deel aan het ondernemingspensioenfonds. Niet alleen accountants maar ook ondersteunend personeel, zoals secretaresses en receptionistes. Dit met uitzondering van de partners. Zij staan niet te boek als werknemer, dus nemen ze ook niet deel aan het pensioenfonds. Beide fondsen hebben ongeveer 14.000 deelnemers, waarvan het grootste deel ‘slaper’: mensen die ooit voor het bedrijf hebben gewerkt maar inmiddels zijn overgestapt naar een ander kantoor of zijn doorgestroomd naar het partnerschap.

“Je kunt aan de samenstelling van het deelnemersbestand van het fonds zien wat de arbeidsmobiliteit bij accountants is”, vertelt Eric Damen, hoofd van het pensioenbureau van E&Y. “De gemiddelde leeftijd van de werkende deelnemers (actieven) is dan ook relatief laag.”

De fondsen van E&Y en Deloitte zijn met een belegd vermogen van respectievelijk € 500 en € 470 miljoen te karakteriseren als middelgrote fondsen.

Vrijwillig

Het Pensioenfonds voor de Accountancy is met een belegd vermogen van € 83 mil- joen een relatief klein fonds. Het Pensioenfonds voor de Accountancy is geen bedrijfstakfonds in de gebruikelijke zin van verplichte deelname van alle werknemers in de sector. Bij dit fonds zijn ruim 4.500 deelnemers aangesloten, waarvan ruim 1.800 actieven.

“Kantoren kiezen vrijwillig voor aansluiting bij het fonds”, legt Anne-Marike van Arkel uit. Van Arkel is bestuurslid van het fonds en daarnaast algemeen directeur van de NOvAA. “Wel zijn de werknemers van dat kantoor vervolgens verplicht zich aan te sluiten.” Het merendeel van de deelnemers is AA-accountant, zegt Van Arkel. “Zijn bij de aangesloten kantoren ook RA's in dienst, dan worden zij natuurlijk ook deelnemer bij het fonds. Verder richten we ons sinds kort ook op administratiekantoren en fiscalisten.” Van Arkel signaleert een stabiele groei in het aantal kantoren dat zich bij het fonds aansluit. “Wanneer je als kantoor het pensioen zelf regelt ben je relatief duur uit en kost het veel tijd. Veel kantoren zien ons als een goed alternatief.”

Deloitte: twee regelingen

De pensioenregeling verschilt per fonds. Bij Deloitte zijn er zelfs twee regelingen, vertelt Jorrit Volkers, pensioenfondsvoorzitter en daarnaast chief Partner & People Officer in de raad van bestuur van Deloitte. “We hebben een eindloonregeling, maar die is inmiddels gesloten voor nieuwe deelnemers. Alleen werknemers die voor 1 januari 2001 bij Deloitte in dienst waren en zijn geboren op of voor ultimo 1950 nemen nog deel aan deze pensioenregeling waarbij de hoogte van de uitkering is gerelateerd aan het laatstverdiende loon.”

Enkele jaren geleden is het Deloitte-fonds overgegaan op een beschikbare premieregeling, waarbij de werkgever alleen de premie betaalt en er voor de deelnemer geen garantie is op een bepaalde hoogte van de uitkering. Door het bestaan van de twee regelingen, inclusief overgangsregelingen, zijn de reglementen van het pensioenfonds behoorlijk gecompliceerd, stelt Volkers.

Combinatie

Het pensioenfonds van Ernst & Young heeft een middelloonregeling, waarbij de werkgever voor een vastgestelde periode een vaste premie aan het pensioenfonds betaalt. De indexatie is voorwaardelijk, wat wil zeggen dat alleen wordt geïndexeerd als de financiële positie van het fonds dit toelaat.

Het Pensioenfonds voor de Accountancy kent een combinatieregeling. Van Arkel: “De basismodule is een middelloonregeling die geldt tot een jaarsalaris van ongeveer € 36.500. Voor het salarisdeel boven dit bedrag is een excedentregeling van toepassing op basis van een beschikbare premieregeling.”

Herverzekering

Wat opvalt aan elk van de drie pensioenregelingen is dat verzekeringsmaatschappijen daar een belangrijke rol bij spelen. Het fonds van Ernst & Young heeft de pensioenverplichtingen volledig herverzekerd op basis van een garantiecontract, aldus Damen. Hij wijst erop dat deze uitkeringsgarantie exclusief indexatie is. “Eventuele indexatie wordt gefinancierd uit de vrije algemene reserve van het pensioenfonds, die mede wordt gevoed door de winstdeling die voortvloeit uit het verzekeringscontract.”

Ook Deloitte heeft de verplichtingen herverzekerd, maar door de beschikbare premieregeling zonder uitkeringsdoelstelling is de situatie na het turbulente laatste jaar niet ideaal, erkent Volkers. Het fonds studeert nu op mogelijkheden om de regeling wat anders in te kleden. Het Pensioenfonds voor de Accountancy heeft de regeling eveneens herverzekerd, vertelt Van Arkel. “De uitkering wordt door de verzekeraar gegarandeerd en zo voorkom je dat je niet aan de verplichtingen kunt voldoen door negatieve ontwikkelingen op de financiële markten. Er hangt een prijskaartje aan, maar de extra zekerheid die je voor deelnemers creëert is het zeker waard.”

Kredietrisico

De afgelopen periode ondervonden de drie pensioenfondsen de voordelen van een herverzekeringscontract. De dekkingsgraden kwamen in 2008 uit tussen de 105 en 112 procent en bleven daarmee uit de gevarenzone.

Toch is een contract met een verzekeraar niet helemaal zonder risico's.

Eric Damen: “Voor het pensioenfonds is de kredietwaardigheid van de verzekeraar van belang. Als de rating van de verzekeraar omlaag gaat, is dat een signaal dat de verzekeraar op termijn wellicht niet volledig aan de verplichtingen kan voldoen. Komt de rating onder AA- dan verlangt toezichthouder De Nederlandsche Bank van het pensioenfonds om extra buffers aan te houden.”

Over de precieze invulling hiervan beraadt De Nederlandsche Bank zich momenteel. Voor het pensioenfonds van Ernst & Young is een herstelplan niet aan de orde, aangezien het over voldoende buffers beschikt. Pensioenfonds voor de Accountancy hoeft evenmin een herstelplan in te dienen, aangezien de regeling is herverzekerd bij een verzekeraar die een AA-rating heeft.

Uitvoering uitbesteed

Verzekeraars hebben in veel gevallen meer taken dan alleen herverzekeren. Zo verzorgen zij voor het fonds van Ernst & Young en het Pensioenfonds voor de Accountancy de administratieve uitvoering van de regeling (bijvoorbeeld de pensioenuitkeringen en de communicatie naar de deelnemers) en het beleggingsbeleid.

Anne-Marike van Arkel: “Bij ons voert Aegon beide processen uit en dat gaat prima. Klanten zijn tevreden over het relatiebeheer van de verzekeraar. Dan gaat het om zaken als informatieverstrekking en zorgplicht. Bij het beleggingsbeleid maken we gebruik van mixfondsen van Aegon. We beleggen niet zelf actief in aandelen of obligaties.” Deloitte besteedt het beleggingsbeleid uit aan Robeco en maakt eveneens gebruik van mixfondsen. Actief beleggen is voor accountantskantoren erg lastig, betoogt Volkers. “Zeker als je een kantoor bent met beursgenoteerde klanten. Dan heb je snel te maken met compliance-kwesties.” De administratieve uitvoering voor Deloitte wordt verzorgd door AO Services. “Daar zijn we zeer tevreden over. De voorlichting naar deelnemers is van een goed niveau.”

Communicatie

Over voorlichting gesproken: hoe is het om als accountancyfonds te communiceren naar een doelgroep die goed financieel onderlegd is?

Damen (E&Y) constateert dat de meeste accountants niet afwijken van werknemers in andere sectoren. “De pensioeninteresse is laag. Wel zijn er accountants die zelf de uitkomsten gaan narekenen, en daar krijgt het fonds dan feedback op.”Volkers en Van Arkel hebben dezelfde ervaringen. Slechts enkele deelnemers vragen om tabellen of hebben specifieke vragen als er nieuwe wetgeving in aantocht is. Een gevolg van de professie van de deelnemersgroep is wel dat er voldoende belangstelling is om vacatures in het bestuur en de deelnemersraad te vullen. Van Arkel: “Niet alleen is er belangstelling, ook de kwaliteit van de mensen die zich beschikbaar stellen is goed.” Voor het niveau van het bestuur van Deloitte geldt hetzelfde, vindt Volkers. “In ons bestuur zitten onder meer een eigen actuaris en een fiscalist die actief is in de pensioenconsultancy.”

Pensioenvoorziening voor partners

Hoe zorgen de partners van accountantskantoren voor hun pensioen? Ze zijn niet aangesloten bij een pensioenfonds en wat ze bij het fonds hebben opgebouwd in de tijd dat ze werknemer waren, is onvoldoende.

Mark Buitenhuis, hoofd van de afdeling Business Professionals & Executives bij Van Lanschot Bankiers, legt uit dat een deel van de pensioenvoorziening van partners afkomstig is vanuit het kapitaal dat in het kantoor wordt ingebracht. “Dit is indertijd gefinancierd door de bank en de partner lost deze lening vervolgens af. Op het moment van uittreden en verkoop van het belang kan dit vermogen worden gebruikt voor het eigen pensioen.”Vroeger bleek dit bedrag genoeg, omdat destijds het belang inclusief goodwill was. Tegenwoordig is het volgens Buitenhuis niet meer dan een paar ton, wat voor de meeste partners te weinig is. Zij zetten gedurende hun werkzame leven nog extra geld opzij.

Dit sparen meestal gebeurt via een persoonlijke holding. Onder deze holding valt een werkmaatschappij en deze werkmaatschappij is partner in het kantoor. De werkmaatschappij krijgt het winstdeel van het kantoor uitgekeerd en gebruikt dit deels voor privé-inkomsten voor de partner en deels voor pensioenopbouw in de persoonlijke holding. Veel partners van grote en middelgrote kantoren krijgen hierbij juridische ondersteuning, signaleert Buitenhuis. “Kantoren maken voor de partners zogeheten pensioenbrieven waarin de individuele regeling is vastgelegd. Bijvoorbeeld wat er concreet aan ouderdomspensioen is toegezegd aan de partner op het moment van pensioneren.” Het is volgens Buitenhuis complex om vast te stellen hoeveel een partner precies nodig heeft voor zijn pensioen. Zowel de leeftijd bij uittreding, de levensverwachting, als de eigen leefstijl en het uitgavenpatroon zijn daarbij van belang. “Daarnaast moet je ook nog rekening houden met eventuele indexatie van het pensioen. Dat maakt het lastig. Een voorziening van bijvoorbeeld € 1 miljoen lijkt veel, maar met een hoge inflatie kan dit toch onvoldoende blijken.”

Pensioenregeling bij verzekeraar

Ernst & Young en het Pensioenfonds voor de Accountancy hebben hun regeling, maar er zijn ook accountantskantoren die geen eigen pensioenfonds (meer) hebben en hun pensioenregeling volledig hebben ondergebracht bij een verzekeraar. KPMG en PricewaterhouseCoopers zijn hier voorbeelden van, maar ook middelgrote kantoren als Berk en Grant Thornton. 

Lieuwe Koopmans is journalist.

Gerelateerd

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.