Rating als middel voor solvabiliteitscontrole
Accountants bekommeren zich altijd al om de solvabiliteit van een te controleren onderneming. Een algemeen geaccepteerde werkwijze en documentatievorm voor een solvabiliteitsprognose in het kader van een jaarrekeningcontrole ontbreekt echter. Volgens Dieter Pape en Fritz Witt biedt een rating op basis van balanswaardering grote voordelen.
Dit artikel is verschenen in de Accountant nr. 10, 2008
Bekijk alle artikelen uit dit nummer
Dieter Pape en Fritz Witt
In Nederland ligt er een wetsvoorstel voor ter vereenvoudiging en flexibilisering van het BV-recht. Volgens dat wetsvoorstel zullen bestuurders aansprakelijk worden gesteld als zij overgaan tot uitkering van dividenden terwijl zij wisten of redelijkerwijs behoorden te weten dat de vennootschap door deze winstuitkering haar opeisbare schulden niet zou kunnen blijven betalen.De meeste bestuurders zullen hoogstwaarschijnlijk, voordat zij het besluit tot uitkering nemen eerst hun accountant raadplegen. Maar de accountant heeft geen eenduidig referentiekader waarmee hij in twijfelgevallen het bestuur een dergelijke uitkering moet ontraden (zie ook ‘de Accountant’ juli/augustus 2008). In alle landen van de Europese Unie geldt dat een accountant aansprakelijk kan worden gesteld mits hij verklaart dat een onderneming gezond is terwijl deze binnen een jaar na balansdatum failliet gaat. Door het ontbreken van een eenvormige Europese solvabiliteitstoets worstelt elk land op zijn eigen wijze met hetzelfde probleem. In Duitsland en Engeland zijn de discussies over een algemeen geaccepteerde werkwijze al geruime tijd in volle gang (zie kaders). Toch is men tot nu toe er niet in geslaagd een betrouwbare methode te vinden waarmee de solvabiliteitstoets kan worden uitgevoerd.
Rating als basis
Ons inziens biedt een rating op basis van een balanswaardering voldoende mogelijkheden om als een betrouwbare methode voor de solvabiliteitstoets te worden gebruikt. Er zijn zelfs in de praktijk bewezen drempelwaarden waarboven een dividenduitkering niet meer zou mogen plaatsvinden. Een rating door middel van een balansanalyse geeft bij de beoordeling van de continuïteit van een cliënt de grootst mogelijke zekerheid. De solvabiliteitstoets is hierin geïncorporeerd. Het gebruik van een rating aan de hand waarvan een uitvalkans wordt bepaald zou daarom een algemeen geldende regel kunnen zijn. Tot nu toe wordt dit echter in geen enkel land aanbevolen.
Men kan zelfs nog een stap verder gaan door aan de kwantitatieve rating op basis van de balansanalyse een kwalitatieve analyse toe te voegen waarmee men een uniforme rating krijgt. Zo'n uniforme (integrale) rating kwantificeert op wetenschappelijk verantwoorde wijze alle risico's die bijvoorbeeld bij een eerste opdracht of bij de jaarlijkse controle moeten worden beoordeeld.
Wat voor controleopdrachten best practice is, kan uiteraard ook voor samenstelling- en beoordelingsopdrachten worden gebruikt. Een rating biedt dus niet alleen soelaas voor de solvabiliteitstoets, maar kan in veel meer situaties worden toegepast (zie ook ‘de Accountant’, september 2008).
Toepassingsmogelijkheden
Met een rating kunnen we verbeteringen realiseren bij de volgende handelingen en toepassingsgebieden:
- Solvabiliteitsprognose, in het bijzonder bij de eerste opdracht en bij de jaarlijkse controle.
- Beoordelen van de continuïteit van de ondernemingsactiviteit voor de toepassing van waarderingsgrondslagen.
- Solvabiliteitsverklaring van het management tijdens een crisis.
- Rapportage aan banken en overige financiers voor kredietwaardigheidtoets.
Een rating op basis van balanswaardering maakt het mogelijk om ondernemingen aan de hand van kengetallen in te delen in ‘gezonde’ of ‘zieke ondernemingen’. Dit gebeurt niet alleen op basis van jaarrekeningkengetallen, maar aan de hand van een optimale combinatie van verscheidene kengetallen. De optimale keuze en weging van die getallen verloopt daarbij niet subjectief, maar via een mathematisch/statistisch proces. Op deze manier is dit proces ook controleerbaar.
Een veelgehoorde kritiek luidt dat balansanalyse, en daarmee ook balanswaardering, voor een solvabiliteitsprognose ongeschikt zijn vanwege de vermeende oriëntatie op het verleden.
Bij gebruik van de hiervoor geschetste methode gaat dat echter niet op. Met de moderne empirisch/statistische balansanalyse is het mogelijk om een insolvabiliteit tot drie jaar vooraf te onderkennen, en wel aan de hand van kengetallen van individuele insolvabel geraakte ondernemingen.
Met name als de ‘ziektesymptomen’ zich in de jaarrekening vertonen.
Aansprakelijkheid
Bij aandelenvennootschappen zal een solvabiliteitstoets door middel van een rating ook de bescherming van het management tegen aansprakelijkheid verbeteren. De latente rechtsonzekerheid van het management, in het bijzonder tijdens een crisis, wordt door een rating duidelijk verminderd. De plicht tot jaarlijkse analyse van insolvabiliteitsgevaren maakt de eventuele risico's duidelijk en voorkomt in veel gevallen zeker het onbestuurbaar afglijden naar insolvabiliteit en de daarmee verbonden aansprakelijkheden.
Een uniforme rating documenteert de processen tijdens de crisis: Welke feiten en ontwikkelingen waren bekend? En welke feiten en ontwikkelingen zouden bekend moeten zijn bij het management? Een uniforme rating leidt zo tot meer rechtszekerheid bij later onderzoek naar de redenen van en verantwoordelijkheden bij het insolvabel raken. En daarmee draagt het bij aan bescherming van het management tegen aansprakelijkheid.
Kredietwaardigheidstoets
De stakeholders van de cliënt, zoals banken, kredietverzekeraars en handelsinformatiebedrijven, beschikken over uitermate betrouwbare solvabiliteitsbeoordelingen op basis van balanswaarderingen. Zij hebben ratings geïntroduceerd die de traditionele solvabiliteitstoets veruit overtreffen.
Voor de accountant vormt deze ‘informatie-asymmetrie’ een belangrijke uitdaging. Door een eigen rating kan een accountant deze informatieachterstand ombuigen in een informatievoorsprong. De informatie die de accountant tot zijn beschikking heeft, is namelijk aanzienlijk actueler en gedetailleerder dan de informatie die voor de genoemde stakeholders beschikbaar is. Bovendien kunnen accountants als beroepsgroep, door middel van samenwerking, over grotere databestanden beschikken dan welke partij ook. En de datakwaliteit en - hoeveelheid vormen de basis voor een betrouwbare rating.
Faalkans
Een rating op basis van een balanswaardering is nu al een geaccepteerde voorindicator van een crisis en kan als methode dienen voor de solvabiliteitscontrole ter vermijding van risico's voor aanvang van de eerste controleopdracht en voor de jaarlijkse controle. Het invoeren van een in het kader van de jaarrekeningcontrole regelmatig uit te voeren uniforme rating zou zowel de schuldeisers van de te controleren onderneming, het management als de accountant zelf dienen.
Het meten van de kortetermijn-faalkans van een onderneming door middel van een geaccepteerd proces van balanswaardering, borgt de kwaliteit van de jaarrekeningcontrole maar kan daarnaast als kwaliteitsverbetering ook worden toegepast bij samenstel- en beoordelingsopdrachten.
Noot
Dieter Pape, accountant/belastingadviseur, is senior partner van Pape & Co GmbH WPG, StbG, München en Traunstein (BRD), voorzitter van de raad van toezicht van URA Rating Agency AG, München, en lid van de DVFA-Commissie Rating Standards. Fritz Witt, rating analyst, is directeur van de URA Rating Agency BV Vlaardingen en bestuurslid van de Stichting NIRA die de vaktechnische eisen voor rating advisors en rating-analisten in Nederland vaststelt. Tevens is hij de voorzitter van de Nederlandse ISO-normencommissie voor de normalisatie van rating processen.
Engeland
In Engeland werd in het kader van het vraagstuk over de solvabiliteitstoets de Interdisciplinary Group of Capital Maintenance in het leven geroepen. Een werkgroep van deskundigen op het gebied van accountancy en ondernemingsrecht uit wetenschap en praktijk, alsmede vertegenwoordigers van beroepsorganisaties en ministeries, publiceerde in april 2004 een eindverslag dat werd aangeboden aan de Europese Commissie. De kern van de voorstellen bestaat uit de solvabiliteitscontrole van een onderneming. Na een tweedelige solvabiliteitstoets moet de leiding van een onderneming aantonen dat de onderneming na de dividend- uitkering in staat blijft om 1. zijn schulden af te lossen en 2. onder de premisse van ondernemingcontinuïteit bedrijfsmatig in staat is de in het volgende boekjaar verschuldigde verplichtingen te voldoen.
Volgens de voorstellen zou de ondernemingsleiding een solvabiliteitsverklaring moeten opstellen, die wordt getoetst door een accountant in het kader van de controle op de jaarrekening. De werkgroep stelde echter voor het analyseren van de solvabiliteit geen algemeen geldende regels op. Ook in Engeland kon men het niet eens worden over welke werkwijze hiervoor het meest geschikt is.
Duitsland
Tijdens de Wirtschaftsprüfertag 2007 bediscussieerden Duitse vakgenoten het voorstel van de Europese Commissie om een richtlijn in te voeren voor een solvabiliteitstoets ter regulering van dividenduitkeringen door kapitaalvennootschappen. Deze richtlijn heeft tot doel dat de ondernemingsleiding door middel van een solvabiliteitsverklaring de toelaatbaarheid van een dividenduitkering bevestigt. Bovendien zou een aansprakelijkheid tegen insolvabiliteit worden ingevoerd.
Uit een studie door KPMG Duitsland in opdracht van de Europese Commissie, bleek dat de toegevoegde waarde van een dergelijke verklaring voor het aantonen van het vermogensbehoud bij geplande dividenduitkeringen door ondernemingen die wettelijk verplicht zijn volgens IFRS te rapporteren, niet opweegt tegen de kosten. Daarom volgde de Europese Commissie tot nader order niet langer de invoering van een eenvormige Europese solvabiliteitstoets. Men slaagde er niet in een eenduidige werkwijze te vinden die in voldoende mate betrouwbaar is en tegen geringe kosten kan worden uitgevoerd.
Gerelateerd
AFM geeft Santander miljoenenboete wegens opnieuw onverantwoorde kredietverstrekking
De Autoriteit Financiële Markten (AFM) heeft aan Santander Consumer Finance S.A. (SCF) een boete van 3,7 miljoen euro opgelegd, wegens opnieuw onverantwoorde kredietverstrekking.
AFM: risico op onverantwoord lenen door fouten krediettoets
Consumenten lopen bij het aanvragen van een lening het risico om onverantwoord veel krediet te krijgen door fouten in geautomatiseerde processen. Daarvoor waarschuwt...
EU-boete kredietbeoordelaar Moody's om belangenverstrengeling
De Europese beurstoezichthouder European Securities and Markets Authority (ESMA) heeft een boete van 3,7 miljoen euro opgelegd aan kredietbeoordelaar Moody's vanwege...
Toezichthouder krijgt zelf tik op de vingers
De Europese waakhond voor kredietbeoordelaars ESMA heeft zijn eigen papierwerk niet helemaal op orde.
Italiaanse aansprakelijkheden
Vorige week las ik in de krant dat aanklagers in Italië een zaak voorbereiden tegen medewerkers van kredietbeoordelaars Fitch en Standard & Poor’s (S&P). Die zouden...