Nieuws
105 inschrijvingen voor brugopleiding non-financials - Big four VS extra streng met afschrijven beleggingen - Belastingadviseurs KPMG VS definitief vrijuit - Kort geding om NOvRA - FASB wil verplichte openheid over claims - Accountants melden meer verdachte transacties - CBb: Ahold-accountant ernstig tekortgeschoten.
Dit artikel is verschenen in de Accountant nr. 10, 2008
Bekijk alle artikelen uit dit nummer
105 inschrijvingen voor brugopleiding non-financials
Het aantal studenten dat zich inschrijft voor de non-financial- opleiding van NIVRA-Nyenrode en de hogescholen InHolland, Avans en Arnhem-Nijmegen stijgt. In totaal hebben zich dit jaar 105 studenten ingeschreven, 23,5 procent meer dan in 2007 toen zich 85 mensen aanmeldden. Ook is het aantal plaatsen
uitgebreid waar de opleiding kan worden gevolgd. Naast Diemen, Arnhem, Breda en Rotterdam kunnen studenten nu ook in Alkmaar en Eindhoven terecht.
De non-financial-opleiding ging twee jaar geleden van start als antwoord op de te lage instroom binnen de accountancy (zie ‘de Accountant’, september 2007, pagina 56). De opleiding moet studenten die een andere (niet-bedrijfseconomische) hbo-opleiding hebben gevolgd binnen een jaar op het eindniveau van de heao bedrijfseconomie brengen. Na dat jaar is het de bedoeling dat zij een studie accountancy gaan volgen.
Als toelatingseis voor de brugopleiding wordt van de studenten verlangd dat ze inmiddels zijn begonnen als assistent accountant of als beginnende controller en minstens een bachelor hebben afgerond (zie ook pagina 62).
Big four VS extra streng met afschrijven beleggingen
Accountantskantoren in de Verenigde Staten zien sinds kort zeer streng toe op het rapporteren van verliezen op beleggingen tengevolge van de kredietcrisis. De big four tonen zich daarbij opvallend strikter en ‘agressiever’ dan andere accountantskantoren. Gevolg is dat sommige bedrijven - met name banken en verzekeraars - hun verliezen op beleggingen al wel hebben verantwoord, en andere niet. Dit zou de vergelijkbaarheid niet vergroten. “It’s not a valuation issue any more. It’s more a matter of interpreting the accounting rules”, zegt Espen Robak, president of Pluris Valuation Advisors, daarover tegen persbureau Reuters.
Pluris Valuation Advisors onderzocht de securities filings in juni en juli 2008 door beursgenoteerde ondernemingen. Daaruit bleek dat gemiddeld 84 procent van alle big four-klanten op de waarde van hun auction rate securities heeft afgeschreven, gemiddeld met 11,5 procent. Bij de klanten van de middelgrote kantoren is dat maar 36 procent, waarbij gemiddeld acht procent werd afgeschreven.
Met name KPMG lijkt er bovengemiddeld streng op toe te zien dat zijn klanten verliezen op beleggingen nemen en afschrijven.
Kamermeerderheid wil eind fiscale trucs private equity
Een meerderheid van de Tweede Kamer wil dat het kabinet korte metten maakt met de belastingontwijking door investeringsmaatschappijen. Aanleiding is de berichtgeving in de Volkskrant van 21 augustus 2008, waaruit bleek dat Angelsaksische opkoopfondsen die eigenaar zijn van grote Nederlandse bedrijven, vorig jaar vierhonderd miljoen euro van de Nederlandse fiscus terugkregen. Dit is een gevolg van het feit dat door de fondsen overgenomen gezonde bedrijven, zoals HEMA en kabelmaatschappij Ziggo, op papier verlies maken en hoge rentelasten hebben doordat ze grote leningen zijn aangegaan.
In het Volkskrant-artikel noemt Leo Stevens, emeritus hoogleraar fiscale economie en kroonlid van de SER, dit zorgwekkend. “Je kunt je afvragen of het maatschappelijk gewenst is dat goedlopende bedrijven door een fiscale handigheid belasting ontvangen in plaats van die te betalen.” Stevens pleit voor een herziening van het belastingsysteem voor grote bedrijven, waardoor het voor hen in de toekomst minder profijtelijk wordt om zoveel mogelijk geld te lenen.
Belastingadviseurs KPMG VS definitief vrijuit
Dertien voormalige werknemers van KPMG in de Verenigde Staten mogen in de al jaren lopende tax shelter-zaak niet meer strafrechtelijk worden vervolgd voor belastingfraude. Drie rechters van het gerechtshof in New York vinden dat het Amerikaanse Openbaar Ministerie niet-ontvankelijk moet worden verklaard in de strafvervolging van de dertien. Het hof bevestigt daarmee de uitspraak van de New Yorkse rechter Lewis Kaplan in 2006, dat het OM het recht op rechtsbijstand van de dertien heeft geschonden.
Volgens de richtlijnen van het zogenoemde Thompson Memorandum kan het Amerikaanse OM ervan afzien een onderneming strafrechtelijk te vervolgen als deze meewerkt met justitie. De goede medewerking moet onder meer blijken uit het verstrekken van vertrouwelijke informatie en het betalen van een transactie. KPMG trof een schikking van 456 miljoen dollar met Justitie en de Amerikaanse belastingdienst. Aan het betalen van een transactie was dus voldaan. Maar een onderneming die - zoals KPMG van plan was - voor haar verdachte werknemers de kosten van rechtsbijstand vergoedt of voorschiet, werkt in de ogen van Justitie niet goed mee en hoeft dus niet op seponering te rekenen. Onder die druk zag KPMG ervan af de juridische bijstand te financieren.
Net als rechter Kaplan oordeelt het gerechtshof van New York nu dat het OM door zoveel druk uit te oefenen feitelijk het in de Amerikaanse grondwet neergelegde recht op rechtsbijstand heeft geschonden. En daarom moet het OM niet-ontvankelijk worden verklaard.
Overigens heeft het Amerikaanse ministerie van Justitie de regels voor ‘goede medewerking’ inmiddels versoepeld. Het Thompson Memorandum maakte kort na de uitspraak van Kaplan plaats voor het McNulty Memo. Daarin staat onder meer dat het OM bij de beslissing over strafvervolging buiten beschouwing moet laten of de onderneming de kosten voor juridische bijstand wel of niet vergoedt.
Kort geding om NOvRA
Op 27 juni 2008 is een alternatieve accountantsvereniging, NOvRA, opgericht, de Nederlandse Orde van Register Adviseurs. Dat maakte de vereniging eind augustus 2008 bekend. De NOvRA komt voort uit de Stichting Wakkere Accountant. Het lidmaatschap is alleen toegankelijk voor RA’s en AA’s, alsmede ‘iets zwaarder gekwalificeerde studenten’. De leden dragen de titel RAA of AAA, afhankelijk van hun vooropleiding. De aanvullende A’s geven aan “dat leden van de NOvRA het accent leggen op advies en minder op controle”, aldus de vereniging in een persbericht.
NIVRA en NOvAA hebben de vereniging gesommeerd te stoppen met het gebruik van de naam NOvRA en de titelaanduidingen RAA en AAA. De beroepsorganisaties menen dat de termen onrechtmatig zijn en verwarrend werken. Omdat de NOvRA heeft aangegeven niet in te gaan op de sommatie, hebben NIVRA en NOvRA een kort geding aangespannen. Bij het ter perse gaan van dit nummer was de uitkomst daarvan nog niet bekend.
Bijeenkomsten post-actieven zeer goed bezocht
Op 2 september 2008 kwamen in de Limpergzaal van het NIVRA-gebouw circa 75 post-actieve leden samen. Het was dit jaar, vanwege de grote belangstelling voor een soortgelijke middag dit voorjaar, de tweede bijeenkomst die speciaal voor deze ledengroep werd georganiseerd. Het thema luidde Update on Accountancy. Daarbij werd ingegaan op de rol van het NIVRA, de VGC en andere regelgeving, en de ontwikkelingen op het gebied van verslaggeving. Gezien het zeer grote aantal aanmeldingen zal NIVRA-ledenservice vanaf nu twee keer per jaar zo’n bijeenkomst organiseren (in 2009 op 25 juni en 3 september), om post-actieve leden betrokken te houden bij de beroepsorganisatie en hen op de hoogte te houden van de ontwikkelingen op het vakgebied.
FASB wil verplichte openheid over claims
Een voorstel van de Financial Accounting Standards Board (FASB) om bedrijven te verplichten tot informatieverstrekking over lopende rechtszaken stuit in de Verenigde Staten op grote weerstand. Volgens het voorstel zouden bedrijven hun informatieplicht niet meer mogen beperken tot zaken die redelijkerwijs tot een uitkering leiden, maar ook claims waarvan de uitkomst nog ongewis is moeten aangeven.
“Het is niet onze bedoeling dat bedrijven hun boekhouding gaan aanpassen voor dit voorstel”, schreef FASB-voorzitter Robert Herz op 18 augustus 2008 in de Wall Street Journal, in een poging de kritiek te bezweren. “We zien liever dat bedrijven een toelichting geven in voetnoten bij financiële rapportages.” Ook legde hij dat bedrijven zich mogen beperken tot het aangeven van de totale som van de claims, zodat individuele zaken niet herkenbaar zijn. “Bovendien is er vrijstelling voor bedrijven waarbij de publicatieplicht duidelijke schade berokkent”, aldus Herz.
Ook nuttig in Nederland?
Henk Langendijk, hoogleraar externe verslaggeving aan NIVRA-Nyenrode, kan “voor zover van toepassing op Amerikaanse bedrijven” wel sympathie opbrengen voor het voorstel. “In Nederland vind ik het minder van toepassing omdat claims hier niet zo talrijk zijn en ook niet zo hoog als in de VS. Bovendien worden ze hier ook niet zo vaak toegewezen.” In de VS daarentegen worden de risico’s van claim volgens hem juist vaak te laag ingeschat, “waarna ze alsnog een grote invloed op de financiële resultaten kunnen hebben”.
Voor Nederlandse bedrijven met een Amerikaanse beursnotering hebben de aangescherpte regels volgens Langendijk geen gevolgen. Die rapporteren volgens de internationale verslaggevingsregels IFRS. De FASB-regels gelden alleen voor bedrijven die rapporteren volgens US GAAP. “Anders wordt het als de IASB en de Raad voor de Jaarverslaggeving de claimregel van de FASB over zou nemen”, stelt Langendijk. “Dan wordt het een ander verhaal en kunnen we hier nog een hele fanfare in de rapporteringen verwachten.”
Zijn collega-hoogleraar Marcel Pheijffer zou een FASB-achtige verplichting daarentegen ook voor Nederland nuttig vinden. “Terecht constateert Langendijk verschillen tussen de Amerikaanse en de Nederlandse claimcultuur”, aldus Pheijffer in zijn weblog van 4 september 2008 op Accountant.nl. “Maar indien onder claims ook de diverse acties vanuit overheidszijde worden gevat - hetgeen ik voorsta: meer openheid over alle juridische procedures - acht ik die verschil len minder relevant. Kijk bijvoorbeeld naar de hoge boetes die in het verleden door de kartelautoriteiten in Nederland en Brussel aan diverse Nederlandse ondernemingen zijn opgelegd.”
Accountants melden meer verdachte transacties
Accountants hebben in 2007 85 ongebruikelijke transacties gemeld. Daarvan waren er 64 ‘verdacht’. In 2006 deden accountants 76 meldingen. Daarvan was slechts een vijfde (vijftien) verdacht. Dat blijkt uit het jaarverslag van de Financial Intelligence Unit Nederland, onderdeel van van het Korps landelijke politiediensten (KLPD).
De accountants voerden in 2007 voor 7,3 miljoen euro aan verdachte transacties uit, in 2006 was dat 1,5 miljoen euro.
Samen met de notarissen zijn accountants goed voor 91 procent van de meldingen door vrije beroepsbeoefenaren. De meldingen van vrije beroepsbeoefenaren beslaan slechts één procent van het totale aantal meldingen, maar dit relatief geringe aantal is wel goed voor 28 procent van het totale bedrag dat met de gemelde verdachte transacties is gemoeid.
De notarissen voerden voor in totaal voor 277 miljoen euro aan verdachte transacties uit. In 2006 was dat dertig miljoen. FIU-Nederland rept van ‘een spectaculaire stijging’.
Ernst & Young onderzoekt handtekening Cramer
Ernst & Young heeft de actieve rol van minister Jacqueline Cramer (VROM) bij een in 1986 in de Volkskrant adhesiebetuiging aan het radicale activistenblad Bluf! niet kunnen aantonen. De milieuminister had het kantoor gevraagd te onderzoeken hoe haar naam onder de gepubliceerde petitie tussen die van 177 anderen was beland. Cramer was destijds voorzitter van Milieudefensie. De ondertekenaars stelden zich op achter de publicatie door Bluf! van bij Economische Zaken gestolen documenten over kerncentrales. Ernst & Young baseert zich in zijn (voorlopige) conclusies op interviews met mensen die destijds betrokken waren bij het opstellen en afdrukken van de advertentie. Het feitenonderzoek werd geleid door Arjo de Jong, partner bij Ernst & Young Advisory. De Jong is geen accountant.
Woordvoerster Paula de Jonge van het ministerie van VROM bevestigt dat het geen accountantsonderzoek is geweest. “Ons ging het erom dat er onafhankelijk onderzoek is uitgevoerd. Dat is gewaarborgd door Ernst & Young, denken wij.” (Zie ook pagina 51)
Amerikaanse beroep start programma voor meer gepromoveerden
Het Amerikaanse accountantsberoep heeft een eigen opleidingsprogramma in het leven geroepen, het Accounting Doctoral Scholars Program (www.adsphd.org) om het tekort aan gepromoveerden bij accountantsopleidingen te bestrijden. Ruim zeventig van de grootste kantoren hebben samen met enkele state beroepsorganisaties vijftien miljoen dollar ter beschikking gesteld. De gemiddelde leeftijd van een hoogleraar accounting is er nu 55. Het programma wordt beheerd door de American Institute of Certified Public Accountants Foundation en biedt jaarlijks plaats aan dertig kandidaten. De eerste opleidingen beginnen in de herfst van 2009.
CBb: Ahold-accountant ernstig tekortgeschoten
Het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb) heeft op 11 september 2008 in hoger beroep de accountant van Deloitte in de zaak Ahold een schriftelijke berisping opgelegd. De zaak betrof onder meer de goedkeurende verklaring die de accountant indertijd heeft afgegeven bij de consolidatie in de groepsjaarrekeningen van Ahold van vijf buitenlandse deelnemingen. Op dat onderdeel is de CBb-uitspraak tweeledig. Voor de Nederlandse situatie acht het CBb de door de Stichting onderzoek bedrijfsinformatie (Sobi) aangespannen klacht ongegrond. De vraag of de deelnemingen kunnen worden beoordeeld als groepsmaatschappij moet volgens de Nederlandse regelgeving worden beantwoord op basis van de feitelijke situatie. De accountant kon op basis van zijn controlebevindingen concluderen dat er feitelijke zeggenschap was van Ahold. Of hij beschikte over een control letter of groepsbelangverklaring is – anders dan Sobi veronderstelt – daarbij niet van belang.
Wel (alsnog) gegrond verklaard is de grief van Sobi over het afgeven van een goedkeurende verklaring bij de zogenaamde 20F-formulieren, die worden opgemaakt ten behoeve van de Amerikaanse toezichthouder SEC. Volgens de Amerikaanse regels moet de accountant wél over een schriftelijk stuk beschikken waaruit blijkt dat de groepsmaatschappij (Ahold) overwegende zeggenschap heeft. In het geval van de deelneming in het Zuid-Amerikaanse DAIH verstrekte de accountant de goedkeurende verklaring echter al voordat de control letter was ontvangen of zelfs tot stand gekomen.
Een zwaarwegend onderdeel van de CBb-uitspraak is dat de Deloitte-accountant eerder had moeten reageren op signalen van fraudegevoeligheid bij Ahold-dochter US Foodservice. Volgens het College is hij in zijn rol van groepsaccountant op dit punt tekortgeschoten. Bij US Foodservice was sprake van (al in 2000 gesignaleerde) bijzondere omstandigheden, die waren gelegen in de fraudegevoelige wijze waarop leverancierskortingen werden berekend en in het feit dat het management persoonlijk belang had bij het resultaat en daarmee bij de omvang van die leverancierskortingen. Daarom had de accountant de (door Deloitte US uitgeoefende) controle nauwlettender moeten volgen dan in normale omstandigheden. Deloitte US hanteerde een verificatieprocedure die in deze buitengewone omstandigheden niet toereikend was. De accountant had moeten aandringen op doeltreffender maatregelen. Bij de schriftelijke berisping merkt het CBb nog het volgende op: “Hierbij is in aanmerking genomen enerzijds dat de accountant ernstig is tekortgeschoten en blijk heeft gegeven van een grote mate van passiviteit ten opzichte van wat hem werd aangeleverd en anderzijds dat deze gebeurtenissen het einde hebben betekend van zijn carrière waarin hij niet eerder tuchtrechtelijk is veroordeeld.”
Commentaren CBb-uitspraak op Accountant.nl
Over de uitspraak van het CBb in de zaak Deloitte-Ahold zijn diverse commentaren verschenen, onder meer van Deloitte, het NIVRA, de Vereniging van Effectenbezitters, SOBI en diverse hoogleraren. Al deze reacties zijn te vinden op Accountant.nl. De hoogleraren Marcel Pheijffer, Ruud Pruijm en Jan van de Poel hebben de uitspraak los van elkaar uitgebreid geanalyseerd in eigen bijdragen op de website. In een later nummer zal ‘de Accountant’ nog terugkomen op de diverse gezichtspunten en de consequenties van de uitspraak voor de beroepspraktijk. Zie http://www.accountant.nl/Accountant/Nieuws/Reacties+CBb+uitspraak+Deloitte. Plus (recentere bijdragen) in de weblogs en opiniesecties.
Rectificatie
In het interview met Mathieu Filippo (Eureko) in het septembernummer is per abuis een concepttekst opgenomen met daarin storende onjuistheden. In het artikel staat onder meer dat Filippo stelt dat het banken soms niet slecht uitkomt om de kredietcrisis aan te grijpen voor een forse afboeking, omdat de cfo dan in de jaren daarna in een uitstekende positie zit voor prachtige winstcijfers en dito bonussen. Deze quote is onjuist, evenals enkele andere feitelijkheden en meningen in het artikel. Ook is hij niet verantwoordelijk voor het IFRS Competence Center, maar is hij daar werkzaam als
specialist. Tenslotte heeft Filippo nadrukkelijk gezegd te spreken op persoonlijke titel. In het blad is dit in weerwil van gemaakte afspraken niet vermeld.
Joyce Lemmens wint E&Y-scriptieprijs
De voor de derde keer uitgereikte Ernst & Young Master Thesis Award is dit jaar gewonnen door Joyce Lemmens. In totaal dongen 57 studenten mee naar de scriptieprijs. In haar scriptie ‘Risk Factor Disclosures in Annual Reports - An investigation of a sample of US companies’ onderzocht de Maastrichtse oudstudente international business/accountancy van een aantal Amerikaanse jaarverslagen de secties met risico-informatie. Belangrijkste conclusie is dat de mate van risico voor een onderneming samenhangt met wat er werkelijk in de markt gebeurt. Het invoeren van een verplichte risicosectie is daarom informatief voor regelgevers. Lemmens won een geldprijs van € 3.000.
Staken onderzoeken ‘geen invloed’ op Deloitte-claim
Pieter Lakeman van de Stichting Sobi denkt niet dat het stopzetten van twee onderzoeken naar Deloitte in de zaak Ahold van invloed is op de lopende financiële claim tegen Deloitte inzake de Ahold-zaak.
Deloitte was Aholds accountant toen er onregelmatigheden werden ontdekt bij zowel de holding als dochterbedrijf US Food service. In diverse rechtszaken in binnen- en buitenland proberen beleggers de betrokkenheid van Deloitte aan te tonen.
Begin september 2008 werd bekend dat de Amerikaanse toezichthouder SEC het onderzoek naar Deloitte heeft gestaakt. Een week eerder stopte het Nederlands Openbaar Ministerie het onderzoek naar het achterhouden van informatie door Deloitte.
Vanuit de Stichting Sobi bereidt Lakeman een schadeclaim voor tegen zowel de oud-bestuurders van Ahold als tegen Deloitte. De kans van slagen van deze claim is volgens Lakeman niet afgenomen door de gestaakte onderzoeken. “De onderzoeken van het openbaar ministerie en de SEC in de VS, waren strafrechtelijke onderzoeken. Die hebben geen invloed op civielrechtelijke zaken”, aldus Lakeman. “En van het openbaar ministerie heb ik nooit begrepen welke informatie men zocht bij Deloitte. Het belang van die al dan niet achtergehouden informatie zegt mij dus ook niks.”
Verslag AAA-conferentie op Accountant.nl
Van 3 tot 6 augustus 2008 vond in Anaheim (nabij Los Angeles) het jaarlijkse congres plaats van de American Accounting Association. Circa drieduizend deelnemers bezochten de conferentie. Niels van Nieuw Amerongen, associate professor auditing & assurance aan Nyenrode Business Universiteit, was er bij. In een kort verslag op Accountant.nl belicht hij enkele opvallende presentaties die van direct belang zijn voor de auditpraktijk.
Zie voor de link naar het verslag het nieuwsbericht van 9 september: (http://www.accountant.nl/Accountant/Nieuws/Innovatief+onderzoek+op+AAA+conferentie).
PCAOB wint rechtszaak over voortbestaan
Het Court of Appeals in Washington DC heeft geoordeeld dat de positie van de Amerikaanse Public Company Accounting Oversight Board (PCAOB) wél grondwettelijk is. Daarmee is het directe gevaar voor de toekomst van deze toezichthouder op het accountantsberoep geweken.
De rechtszaak was aangespannen door het kleine accountantskantoor Beckstead & Watts uit Las Vegas. Twee jaar geleden kreeg dat kantoor van de PCAOB een slecht rapport wegens ondermaatse controles.
Gesteund door het conservatieve Free Enterprise Fund en juridisch bijgestaan door onder meer voormalig officier van Justitie Kenneth Starr, betwistte het kantoor de bevoegdheden en het bestaansrecht van de PCAOB. Kernargument was dat de structuur van de board ongrondwettelijk zou zijn. Daarmee stond ook de toekomst op het spel van de Sarbanes-Oxley Act, die aan de basis lag van de oprichting van de PCAOB.
Als de eis was toegewezen, zou de Amerikaanse toezichtstructuur op het accountantsberoep zijn teruggevallen naar pre-Enron-niveau. Rechter Kavanagh noemde de zaak “... the most important separation-ofpowers case regarding the President’s appointment and removal powers to reach the courts in the last twenty years”.
Wildschut toetst toekomstvisie op Accountant.nl
In het juli-augustus 2005 publiceerden Marc van Hilvoorde en Arnout van Kempen in ‘de Accountant’ het artikel ‘Ned Ludd als accountant’. Daarin bepleitten ze drastische innovatie van het beroep, met als hoofdpunten onder meer een moderne arbeidsverdeling, actief inspelen op nieuwe marktbehoeften (zoals assurance voor XBRL-informatie) en partij bieden bieden tegen innoverende en dus goedkopere alternatieve assurance-aanbieders.
In hun Wildschut-weblog op Accountant.nl (derde Wildschut-auteur is Albert Fieret) toetsen Van Hilvoorde en Van Kempen de komende tijd in verschillende afleveringen hun betoog uit 2005 aan de werkelijkheid van 2008.
Zie voor reacties ook de rubriek Opinie op Accountant.nl en de opinierubriek van dit nummer.
Onderzoek ‘MKB en Aanbesteden’
De toegang voor het midden- en kleinbedrijf tot Europees aanbestede overheidsopdrachten kan verder worden verbeterd. Dat concludeert het ministerie van Economische Zaken op basis van het onderzoek ‘MKB en Aanbesteden, Het aandeel van het Nederlandse MKB in gegunde Europese aanbestedingen van Nederlandse aanbestedende diensten in 2006’. Minister van Economische Zaken Maria van der Hoeven wil verdere verbetering door:
- stroomlijning en vereenvoudiging van de aanbestedingsprocedures, onder andere door aanbestedende diensten te verplichten hun opdrachten aan te kondigen op één website (TenderNed.nl);
- vergroten van de kans op opdrachten voor het mkb door een bepaling op te nemen die aanbestedende diensten verplicht opdrachten op te knippen waar dat kan;
- maatregelen die voorkomen dat opdrachtgevers disproportioneel zware selectiecriteria aan ondernemers stellen.
Hoe wel vaart Nederland? Accountantsdag 26 november 2008
Van een tekort van bijna negentig miljard in 2004 naar een overschot van ruim acht miljard in 2007. Is Balkenende-IV goed bezig? Of rekenen we ons rijk?
De Accountantsdag 2008 neemt de staatsbalans onder de loep en kijkt vooruit naar de toekomst van ons land. Welke erfenis laten wij achter voor een volgende generatie? Hoe houdbaar en rechtvaardig is het beleid dat nu wordt gemaakt? Wat is de invloed van vergrijzing? Waarheen gaat het met onze kenniseconomie? Wat is er nodig om Nederland gezond en in beweging te houden? En welke rol kunnen accountants bij dat alles spelen?
Sprekers zijn onder andere minister van Financiën Wouter Bos, Bernard Wientjes (VNO-NCW), Agnes Jongerius (FNV) en Saskia Stuiveling (Algemene Rekenkamer).
Kijk op www.accountantsdag.nl voor meer informatie en aanmelden.
‘Meer publieke verantwoording, minder overheidstoezicht’
Scholen, ziekenhuizen, woningcorporaties en andere publieke dienstverleners moeten hun zelfcorrigerend vermogen vergroten en beter gebruikmaken van de mogelijkheden om zich publiek te verantwoorden. Dan kan de overheid terughoudender worden met het toezicht en kunnen de administratieve lasten worden beperkt. Dit concludeert de werkgroep Publieke verantwoording in een advies aan minister Ter Horst van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.
Organisaties die het vertrouwen hebben gekregen om publieke taken uit te voeren, moeten ook in staat zijn en de mogelijkheid krijgen om zelf in te grijpen bij gemaakte fouten of tegenvallende prestaties, vindt de werkgroep, die bestaat uit bestuurders, wetenschappers en topambtenaren.
Het interne toezicht kan worden verstevigd door bijvoorbeeld de rol van de raden van toezicht te versterken en te verbreden. In dat kader pleit de werkgroep ook voor het instellen van een gezaghebbend last resort, waar belanghebbenden terecht kunnen wanneer het bestuur of de raad van toezicht zich onttrekt aan haar verantwoordelijkheden.
Voor het complete rapport, zie /www.minbzk.nl/115070/meer-publieke.