Voor een democratisch en pluriform NIVRA!
Met genoegen en verbazing heb ik enige weken terug naar de live-uitzending van de VVD- ledenvergadering gekeken. Niet vanwege het koningsdrama dat zich daar voltrok - hoewel dat natuurlijk spannende televisie oplevert - maar veeleer vanwege de wijze waarop de ledenvergadering met het conflict omging.
Dit artikel is verschenen in de Accountant nr. 2, 2007
Bekijk alle artikelen uit dit nummer
Onwillekeurig moest ik terugdenken aan de laatste twee ledenvergaderingen van het NIVRA. Ook daar was sprake van onenigheid, maar de ordentelijke wijze waarop de VVD-leden elkaar bejegenden staat in schril contrast met de wijze waarop bij ons de discussie werd gevoerd. Hier werd er, ondanks alle emoties en tegenstellingen, geluisterd, men liet elkaar uitspreken en er was respect voor de vergaderleiding.
Wat mij betreft zullen onze volgende ledenvergaderingen ook zo verlopen. Ik vind dat buitengewoon belangrijk, en niet omdat ik nu zo bijzonder hecht aan allerlei beleefdheidsvormen. Ik vind het belangrijk omdat de kwaliteit van de besluitvorming niet ter discussie mag staan.
En rommelige, chaotische vergaderingen, waar meer wordt gediscussieerd over procedures dan over de inhoud, dragen daar niet aan bij.
Om die reden heeft het NIVRA-bestuur een nieuwe Verordening op de Ledenvergadering opgesteld. De bestaande Verordening dateert van 1967 en door wijzigingen sindsdien in de Wet op de registeraccountants en overige ontwikkelingen in de maatschappij voldoet deze verordening niet meer aan de eisen van deze tijd. Daarnaast biedt de bestaande verordening te veel ruimte voor interpretatie en dus voor allerlei vermoeiende discussie over vergaderprocedures. Een heikel punt tijdens de afgelopen vergaderingen was het recht van leden om ter plekke een eigen, alternatieve verordening in stemming te kunnen brengen. Het NIVRA-bestuur was daar geen voorstander van, omdat een dergelijke inbreng niet voldeed aan de eisen van zorgvuldigheid. Verordeningen zijn vaak complex en kunnen ingrijpende consequenties hebben, en vereisen daarom uitgebreide consultaties onder leden, experts en andere belanghebbenden. Tegelijkertijd is het NIVRA-bestuur van mening dat leden wel degelijk eigen initiatieven ter vergadering moeten kunnen inbrengen. In de nieuwe verordening is daarom het motierecht opgenomen. Via een motie kunt u tijdens de Ledenvergadering uw wensen kenbaar maken en verzoeken aan het bestuur doen. NIVRA-leden hebben daarnaast ruime mogelijkheden om invloed uit te oefenen: ze kunnen te allen tijde voorstellen inbrengen bij vakgroepen of in commissies, ze kunnen reageren op consultaties, ze kunnen onderwerpen op de agenda van de Ledenvergadering zetten, voorstellen amenderen en uiteindelijk bepalen of een verordening al dan niet wordt aangenomen.
Een democratisch NIVRA dus? Zeker, maar wel met een voorbehoud. Het NIVRA is namelijk geen vereniging, maar een publiekrechtelijke organisatie. En dat betekent dat de wet ons beperkingen oplegt, met name op het gebied van de wettelijke controle. Op dat terrein is het NIVRA, inclusief haar leden, gehouden aan nationale en internationale wetgeving en de goedkeuring van de minister.
De volgende Ledenvergadering is op 13 december 2007. Naast de genoemde verordening zullen we ook het voorstel voor een kwaliteitstoetsing nieuwe stijl en onze reactie op de rapporten Verdiesen en Van de Luitgaarden op de agenda zetten. Ter discussie, niet ter besluitvorming. Want we willen iedereen ruim in de gelegenheid stellen om zijn of haar mening te geven. Pas als alles is gezegd zullen we tot besluitvorming over gaan. En degene die mag vertellen wat er dan gaat gebeuren is niet het NIVRA-bestuur, maar dat bent u! Ik hoop u op 13 december te zien en vooral ook te horen.
Gert Smit
algemeen directeur