De RA als boegbeeld
Het is heel menselijk om gedoe voor je uit te schuiven. Hele volksstammen zetten zich pas op de avond van 31 maart aan hun belastingaangifte en hordes ploeteren op de middag van 5 december nog met surprises en gedichten.
Dit artikel is verschenen in de Accountant nr. 2, 2006
Bekijk alle artikelen uit dit nummer
De vergelijking kwam in me op naar aanleiding van de recente discussies rond de nieuwe regelgeving. Twee jaar geleden organiseerde het NIVRA voorlichtingsbijeenkomsten over de Wet toezicht accountantsorganisaties. De wet verkeerde nog in het stadium van voorontwerp, maar de contouren tekenden zich al aardig af. De bijeenkomsten werden in totaal door een kleine tweehonderd leden bezochten en verliepen in zeer gemoedelijke sfeer.
Ik herinner me dat de voorzitter en ik vóór onze presentatie nog een keutje legden in een plaatselijk café. Nu, twee jaar later, is het gedaan met de rust. De bijeenkomsten rond de nieuwe regelgeving, met ditmaal meer dan zevenhonderd aanwezigen, kenmerkten zich door pittige discussies. Discussies over de nieuwe PE-verplichting voor accountants in business, de herziene definitie van het begrip ‘openbaar accountant’, de omvang van de nieuwe gedragscode etc. Over de betrokkenheid van leden hebben we momenteel geen klagen. Dat is ook niet zo vreemd, want het beroep staat een aantal grote veranderingen te wachten. Ik durf zelfs te stellen dat er met het van kracht worden van de Wta per 1 oktober 2006 een ander tijdperk aanbreekt voor het beroep. Meer dan een eeuw heeft het beroep zich, grotendeels in de private sfeer, naar eigen inzicht kunnen ontwikkelen. Dat is nu, althans voor de wettelijke controle, definitief ten einde. Vanaf nu spreekt uw werk, en de wijze waarop u dat verricht, niet meer voor zich. Vanaf nu wordt dat kantoor en dus ook uzelf scherp in het oog gehouden door een extern toezichthouder die boetes zal uitdelen en in sommige gevallen tot publicatie ervan zal overgaan. De overheid vereist daarnaast ook meer publieke verantwoording, bijvoorbeeld in de vorm van een transparantieverslag.
Dit geldt voor de wettelijke controle. Tegelijkertijd heeft de wetgever de neiging zich terug te trekken van andere terreinen waarop we als accountant actief zijn. De voorstellen om het tuchtrecht op die gebieden te vervangen door een afgezwakt klachtenrecht is daar een illustratie van. De combinatie van beide ontwikkelingen strenger toezicht op de wettelijke controle en een laat-maar-waaienhouding bij de rest zetten het accountantsberoep zoals het zich tot nu toe onder de titel RA heeft gemanifesteerd, onder druk.
Eén van de verworvenheden van de RA-titel is de voor iedereen herkenbare kwaliteit en integriteit, ongeacht de functie. Meer nog dan vroeger is deze kwaliteit en integriteit van onschatbare betekenis: stabiele organisaties maken plaats voor fluïde netwerken, transacties worden mondialer en ondoorzichtiger. Niet voor niets is de publieke roep om toezicht de afgelopen jaren toegenomen. Maar toezicht van buitenaf kan nooit de oplossing zijn voor problemen binnen de financiële keten zelf. Integriteit en deskundigheid moeten primair door de spelers zelf worden opgebracht, door bestuurders, ondernemers én accountants in welke functie dan ook. Daarbij passen ethische en kwaliteitsstandaarden en een herkenbare RA-titel. De komende jaren zullen we meer dan ooit tevoren aandacht moeten gaan besteden aan het voeden en onderhouden van de titel. Om gedoe (boetes bijvoorbeeld) te voorkomen, maar vooral om als boegbeeld te kunnen blijven fungeren binnen de hele financiële keten.
Over vijf jaar evalueert de overheid opnieuw het beroep. Laten we dat moment niet afwachten.
Gert Smit RA
algemeen directeur