Tijd voor een Gebaar
Het was een rustige zomer. Geen boekhoudaffaires, geen opgewonden parlementariërs en journalisten, geen accountants op de voorpagina’s. Zouden we weer terugkeren naar de dagen van weleer?
Dit artikel is verschenen in de Accountant nr. 2, 2003
Bekijk alle artikelen uit dit nummer
Toen ons beroep niet ter discussie stond en we te boek stonden als saai maar respectabel? Gewoon hard werken voor klanten die je daarvoor dankbaar zijn en die niet direct dreigen met claims als het even tegen zit. En op verjaardagfeestjes geen gezeur aan je hoofd over affaires die je nauwelijks kunt uitleggen, laat staan dat je er iets mee te maken hebt.
Helaas, naar mijn stellige overtuiging komt die tijd niet meer terug. Natuurlijk, de regels zijn aangescherpt, de kantoren hebben hun risicomanagement op orde gebracht en de pers heeft momenteel meer aandacht voor bestuurders en commissarissen. Maar een ongeluk zit in een klein hoekje. Wie zegt dat er zich vanaf nu geen boekhoudaffaires meer voordoen? En wie beweert dat er de komende tijd geen omvangrijke fraudezaken meer boven water komen? Er is geen enkele garantie dat onze beroepsgroep de komende jaren uit de wind blijft, onafhankelijkheidsregels of niet.
De belangrijkste risicofactor is naar mijn mening het feit dat de accountants het harde bewijs van onafhankelijkheid in de ogen van het publiek nog steeds niet hebben geleverd. Niet dat de goede intenties er niet zijn, integendeel, maar geloofwaardigheid en vertrouwen worden je pas gegund als je er daadwerkelijk blijk van hebt gegeven bóven de belangen te staan. Als je omwille van de publieke zaak daden hebt gesteld die niet toevallig óók dienstbaar zijn aan het eigen belang.
George May, legendarisch voorzitter van Price Waterhouse in de eerste helft van de vorige eeuw, nam van zijn klanten nog geen sigaar aan. Wellicht niet het meest sprekende voorbeeld van moed en offervaardigheid (de man hield misschien niet eens van sigaren), maar waar het hier om gaat is de symboliek van het ‘Gebaar’. De voor iedereen herkenbare bereidheid zich iets te ontzeggen ten behoeve van een hoger belang.
Aan een dergelijk gebaar heeft het de accountancy tot nu toe ontbroken. De lobby van de grote kantoren in de Verenigde Staten was krachtig en goed georganiseerd, maar wekte veel wrevel op bij politici, toezichthouders en publiek. Enerzijds omdat het economische belang de enige constante was en anderzijds omdat de discussie vooral achter de schermen werd gevoerd. Een benadering die weinig blijk gaf van ontvankelijkheid voor de publieke zaak.
Uit het artikel ‘De accountant beoordeeld’, (pagina 26) blijkt dat het maatschappelijk verkeer van mening is dat de onafhankelijkheid van de accountant eerder is afgenomen dan toegenomen. Dit ondanks alle maatregelen op dit gebied. Maatregelen die blijkens de uitslag van de laatste webstelling (zie pagina 58) overigens ook volgens de meeste RA’s niet de kern van het vertrouwensprobleem raken. Ook in de contacten met de pers merk ik dat er nog steeds sprake is van een sluimerend wantrouwen. In een dergelijke situatie kunnen kleine incidenten naar verhouding grote gevolgen hebben; iedereen zit eigenlijk klaar om bij de eerste gelegenheid te kunnen roepen: “Zie je wel?”
Vertrouwen komt te voet en zo’n proces kost dus veel tijd. Tijd die in ons geval niet alle wonden heelt, daarvoor is er de afgelopen twee jaar te veel gebeurd. Er is dan ook nog steeds ruimte voor een Gebaar.
Gert Smit
algemeen directeur