Salaris
Het heeft vier jaar geduurd, maar het is gelukt. Na twee mondelinge examens, vier landelijke examens en negen instellingstoetsen AO, heb ik eindelijk het vak kunnen afronden.
Dit artikel is verschenen in de Accountant nr. 2, 2003
Bekijk alle artikelen uit dit nummer
Zelden ben ik zo blij geweest en heb ik me zo opgelucht gevoeld als bij de ontvangst van het bericht dat ik ben geslaagd. Eindelijk kan ik beginnen aan mijn scriptie. De laatste stap om mijn theoretische opleiding te kunnen afronden.
Niet alleen hiermee heb ik niet te klagen. Nederland heeft een economische dip, maar ik merk daar weinig van. Ik heb een goede baan en verdien niet slecht. Zeker niet als ik mijn salaris vergelijk met het gemiddelde van werkend Nederland. Van mijn inkomen schijnt een gezin riant te kunnen leven. Hoe, weet ik niet. Mijn geld maak ik zelfstandig elke maand op.
Binnenkort mag ik een nieuwe lease-auto bestellen. Al oriënterend blijkt dat ik ruime keus heb. Modellen waar ik vroeger niet van had durven dromen. Om de mogelijkheden nog enigszins te beperken, heb ik al ridicule eisen gesteld. Een hoge topsnelheid is in Nederland niet zinvol, maar inmiddels wel een criterium.
Niet alleen ik heb niet te klagen. Voor de meeste medewerkers in de accountancy zal dit gelden. De enigen die zich enigszins zorgen maken, zijn de vennoten. Hun inkomen schijnt te stabiliseren. De groei uit het verleden is gestopt en dat moet uiteraard gecompenseerd worden.
Vlak voor de salarisrondes worden dan ook de nodige berichten verstuurd. Waarschuwingen omtrent economische recessie, tarieven die onder druk staan en lagere resultaten dan begroot, moeten onze verwachtingen omtrent verhogingen alvast temperen. Ook al blijkt dat de beweringen vaak worden tegengesproken door de uiteindelijke resultaten.
Dit leidt soms zelfs tot het niet compenseren van de inflatie. Argument daarbij is dat onze verhoging toch al hoger is dan de inflatie. Daarbij wordt vergeten dat die verhoging samenhangt met onze toegenomen verantwoordelijkheden en niet met de prijsstijgingen.
Binnen de accountancy moet hard worden gewerkt. Zeker in het voorjaar worden lange dagen gemaakt om klanten tijdig en verantwoord te kunnen bedienen. Daarnaast volgen we een zware theoretische en praktische opleiding. Als we puur voor het geld zouden werken, hadden we wel een ander beroep gekozen.
Klachten over de salarissen komen dan ook niet voort uit het feit dat we te weinig verdienen, maar doordat wijzigingen onvoldoende worden gemotiveerd. Zeker als blijkt dat het ondernemersrisico wordt afgewenteld op de werknemers in plaats van gedragen door de ‘echte’ ondernemers.
Homme Idzerda