Een goed woord
De commissie Corporate Governance onder voorzitterschap van Arnold Schilder heeft haar ei gelegd. In het rapport 'Van buiten naar binnen' worden de hoofdlijnen van een nieuw besturingsmodel voor het NIVRA omschreven.
Dit artikel is verschenen in de Accountant nr. 11, 2008
Bekijk alle artikelen uit dit nummer
Onder het motto ‘decentraal wat kan, centraal wat moet’ stelt de commissie een brede beroepsorganisatie voor waarin twee decentrale clusters opereren onder een centraal bestuur. Standards Setting Boards en een maatschappelijk forum moeten zorgen voor een onafhankelijke regelgeving en meer inbreng van buiten.
Het model moet leiden tot een beroepsorganisatie met een krachtiger maatschappelijk profiel én een directere betrokkenheid van de leden. Daarmee geeft de commissie gehoor aan de wens van de stakeholders, verwoord door 48 vertegenwoordigers uit 28 organisaties van binnen en vooral ook van buiten het beroep.
Het rapport verschijnt op een moment dat de besturen van NIVRA en NOvAA intensief met elkaar spreken over verdere integratie. Dat roept enige verwarring op, want hoe verhoudt het rapport van de commissie Schilder zich tot deze gesprekken? Hoeveel ruimte is er nog voor inbreng van de NOvAA? Het antwoord is: heel veel, want het rapport van Schilder is geen eindproduct, maar een voorstel. Terecht stelt de commissie zelf dat een oordeel over het voorgestelde model niet mogelijk is zonder verwante organisaties in de discussie te betrekken. En in dit geval geldt de NOvAA als een verwante organisatie met een bijzondere prioriteit.
Intussen staat de wereld niet stil. De kredietcrisis woedt in alle hevigheid verder, en de betrokkenheid van accountants is onderwerp van pittige discussie op Accountant.nl.
Critici verwijten het beroep dat het zich (wederom) te weinig actief opstelt in het maatschappelijk debat. Ik betwijfel dat. De afgelopen periode hebben de internationale kantoren en beroepsorganisaties zich juist zeer intensief gemengd in discussies met Europese Amerikaanse wet- en regelgevers over de aanpassing van de ‘fair value-standaarden’. Het ging hier niet om een vrijblijvend debat: de tijdsdruk was hoog en de belangentegenstellingen groot. Op het moment dat ik dit schrijf is de rook nog niet opgetrokken, dus voor conclusies is het nog te vroeg. Wat ik echter wil zeggen is dat een maatschappelijk debat niet altijd via de voorpagina's van de krant hoeft te verlopen. Sterker nog, op het moment van de brand kun je je energie beter steken in helpen met blussen dan in een evaluerend gesprek met de toeschouwers.
Nu zal ik de laatste zijn om het belang van zelfreflectie te bagatelliseren. Maar dan wel op deugdelijke grondslag, en op het moment dat we kunnen beschikken over de noodzakelijke feiten. In deze barre tijden zij me gegund te verwijzen naar het Bijbelboek Spreuken: “Een mens vindt vreugde in een goedgekozen antwoord, de juiste woorden op de juiste tijd - hoe voortreffelijk is dat.” En omdat niet al onze leden gecharmeerd zijn van Christelijke wijsheden ook maar de pendant uit de Koran: “Heb jij niet gezien hoe God een goed woord vergelijkt met een goede boom waarvan de wortel stevig staat en de takken in de hemel reiken?”
Waarmee we weer terug zijn bij de commissie Schilder. Want wie wil geen beroepsorganisatie met stevige wortels en takken die in de hemel reiken? Ik wens u de komende tijd veel goede woorden toe.
Gert Smit
algemeen directeur