Magazine

'Education Standards heel belangrijk voor branche'

Ontwikkel verplichte maatstaven voor accountancyopleidingen waardoor er een onderwijssysteem ontstaat dat aan internationale eisen voldoet. Onder meer hiermee heeft Hans Verkruijsse zich binnen de IFAC de afgelopen tien jaar beziggehouden. Ook heeft hij zich ingezet voor het Common Content Project dat de diverse opleidingen in West-Europa zoveel mogelijk op elkaar moet afstemmen.

Dit artikel is verschenen in de Accountant nr. 3, 2007

Bekijk alle artikelen uit dit nummer

» Download dit artikel in pdf

Hans Verkruijsse over tien jaar IFAC-werk

Hans Verkruijsse, werkzaam bij Ernst & Young, kreeg voor het eerst te maken met de International Federation of Accountants in het midden van de jaren negentig, toen er een economische crisis door Zuidoost-Azië rondwaarde. Na deze crisis besloot men dat er een internationale standaard moest komen voor alle opleidingen. Verkruijsse zat op dat moment in de Education Training Taskforce van het Global Steering Committee, een internationale samenwerking van de grote accountantskantoren. Deze Taskforce wedijverde in de praktijk met de Education Committee van de IFAC. Omdat dit niet erg zinvol was besloot men tot een fusie, waardoor Verkruijsse toetrad tot de Education Committee van de IFAC. Hiervan en van de opvolger, de International Accountancy Education Standards Board (IAESB), is hij ruim tien jaar lid geweest, tot begin dit jaar.

Dwingend opleggen

Wat is er in die periode zoal bereikt? Verkruijsse: “Het belangrijkste is de invoering van maatstaven waaraan iedere nationale accountantsorganisatie die lid is van de IFAC moet voldoen. Dat lijkt nu vanzelfsprekend, maar in die tijd lag dat nog heel anders. Er bestonden Education Guidelines. Maar die hadden slechts beperkte waarde. Op papier onderschreef iedereen deze richtlijnen, maar in de praktijk ging ieder toch zijn eigen weg. We hebben daarop de richtlijnen omgezet in Education Standards, die je dwingend kunt opleggen aan alle leden.”

Een andere mijlpaal was de ontwikkeling van het nog lopende Common Content Project, dat door de IAESB wordt ondersteund. Verkruijsse: “De op het gebied van accountancy grote EU-landen proberen de verschillende opleidingen beter op elkaar af te stemmen. Omdat Nederland wat betreft de educatie binnen de accountancy een van de belangrijke landen is, hebben wij hierbij een voortrekkersrol gespeeld. Een belangrijk doel van het project is het realiseren van de wederzijdse erkenning van accountantsdiploma's, waardoor de internationale uitwisseling en samenwerking kan worden verbeterd. Hiertoe zijn gemeenschappelijke eindtermen voor opleidingen opgesteld. Deze eindtermen kunnen in samenhang met specifieke nationale eisen in een accountantsopleiding worden opgenomen. Hierdoor wordt het voor accountancystudenten gemakkelijker om in een ander common content-land verder te studeren. Het diploma dat ze daar halen kan vervolgens met veel minder problemen dan voorheen in de andere EU-lidstaten worden erkend.”

China en India

Hoewel Verkruijsse begin dit jaar uit de IAESB is gestapt, blijft hij de ontwikkelingen rond het accountancyonderwijs nauwgezet volgen.

Wat is het belangrijkste onderwerp van dit moment?

Verkruijsse: “Dat is de aanpak van het wereldwijde tekort aan accountants. Want bedenk dat dit probleem niet alleen in Nederland of in de EU speelt. In China moeten er op termijn twee miljoen accountants bijkomen, zeker als het land zich zo economisch onstuimig blijft ontwikkelen. Ook in India, een andere booming economie, zijn veel accountants nodig. Het is nog maar de vraag of er voldoende jonge mensen kunnen worden opgeleid tot het allerhoogste niveau. Het is ook de vraag of dat nodig is. Voor Nederland zou dat betekenen dat je elke accountant opleidt tot het hoge niveau van RA. Maar waarom zou je dat doen?”

Basisopleiding

De oplossing van het probleem is, zoals wel vaker, eigenlijk heel simpel. Geef jonge mensen die de accountancy in willen eerst een basisopleiding. Daarna kunnen ze zich specialiseren.

Verkruijsse: “Je kunt het vergelijken met de studie medicijnen. Iemand die daarin afstudeert is basisarts. Hij heeft zich de basisprincipes van zijn vak eigen gemaakt, maar mag nog geen pilletje voorschrijven. Dat kan pas als hij zich heeft gespecialiseerd tot bijvoorbeeld huisarts of chirurg. Iemand die in de accountancy de basisopleiding heeft gevolgd, krijgt de titel professional accountant. Hij mag diverse werkzaamheden verrichten, zoals het maken van samenstellingen en het houden van due diligence-onderzoeken. Maar voor het afgeven van goedkeurende verklaringen moet hij zich eerst specialiseren. We denken aan een specialisatie in twee richtingen: de auditprofessional die jaarrekeningen mag goedkeuren en de transnationale auditprofessional, die hetzelfde ook voor multinationals mag doen.”

Geen downgrading

De commissie Toekomst Accountancyopleidingen van het NIVRA, waarvan Verkruijsse ook lid is, heeft op verzoek van het NIVRA-bestuur een rapport gemaakt waarin staat wat er in Nederland dient te gebeuren. Daarop hebben inmiddels de universiteiten en de vakgroepen van het NIVRA gereageerd. Op dit moment verwerkt de commissie deze reacties.

Volgens Verkruijsse zullen de gevolgen voor Nederland niet zo groot zijn. “Onze RA-opleiding is al op het hoogste internationale niveau. Wij moeten ervoor zorgen dat er onder dit niveau het een ander gaat gebeuren. Dat is op zich ook nog het nodige werk, maar het is toch heel anders dan wanneer je als land bovenop de bestaande opleiding nog een hoger niveau moet ontwikkelen. Ik wil één ding echter heel duidelijk maken. Het creëren van de functie van basisaccountant in Nederland betekent absoluut geen downgrading van het vak. Iedereen die dat beweert verkondigt onzin.”

Hans Verkruijsse

Hans Verkruijsse is partner bij Ernst & Young, waar hij leiding geeft aan de afdeling die zich met auditing en assurance services bezighoudt. Hij was jarenlang lid van de International Accountancy Education Standards Board (IAESB) van de IFAC. Vanuit die functie was hij betrokken bij de ontwikkeling van de Education Standards binnen de internationale accountancy, alsmede bij het Common Content Project waarin de accountancyopleidingen in de verschillende Europese landen zoveel mogelijk op elkaar worden afgestemd.

Op dit moment is hij naast zijn werk voor Ernst & Young onder meer actief als universitair hoofddocent aan de Universiteit Maastricht, waar hij de vakken bestuurlijke informatievoorziening en EDP-auditing doceert. Daarnaast is hij lid van diverse nationale en internationale adviesorganen, waaronder de Tijdelijke Commissie aanpassing VGC en de commissie Toekomst Accountancyopleiding van het NIVRA.

Adrie Boxmeer is journalist.

Gerelateerd

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.