Magazine

'The end is at hand, morgen beter weer'

Zorgen rond hedge funds en derivaten haalden de afgelopen weken regelmatig de krantenpagina's. Reden voor Jules Muis om het accountantsberoep nog eens aan te sporen tot actie. “Wie zei er dat geen grote Nederlandse financiële instelling kan omvallen?”

Dit artikel is verschenen in de Accountant nr. 3, 2006

Bekijk alle artikelen uit dit nummer

» Download dit artikel in pdf

‘The end is at hand’ stond met theatrale letters geschreven op een placard, decennialang de straten van Londen rondgedragen door een man met een boodschap. De mededeling had iedere nieuwe dag weer dezelfde blijvende waarde als de dag daarvoor.

In deze context vond ik het oppassen geblazen, en tegelijk een kans, om iets te zeggen naar aanleiding van de recente publicitaire ophef rond hedge funds, vaak in één hete adem genoemd met de mystiek rond derivaten. En over toezichthouders die opeens hun internationale interdependentie ontdekken. In ‘de Accountant’ van november 2005 schreef ik met Gosh het artikel Shorthand Survival Kit.

Natuurlijk ligt bij iedere nieuwe calamiteit het ‘zie je wel’ verleidelijk op de tong. We hebben sindsdien een paar stevige incidenten gezien zoals het Amaranth hedge fund, vorige week nog goed voor $ 9 miljard, bij het schrijven van dit op $ 3 miljard sterven na dood. Toch ben ik als structureel optimist minder geschikt het einde van de wereld te voorspellen, of een fatale financiële crisis. Dat laat ik liever aan mensen over zoals Paul Volcker, die daar een dik jaar geleden wel de moed en kennelijke redenen voor had. Feit is dat de markten in hun geheel tot nu toe deze schokeffecten kunnen absorberen; dan is de aandacht voor collateral damage meestal maar tijdelijk. De vraag blijft of we als beroep nu beter bij de les zijn, en of we toch niet nog meer kunnen of moeten doen. Waren de recente gebeurtenissen een acht op de schaal van Richter? Waren het voor- of naschokken? Het nare is, we weten het eigenlijk niet, want er is geen toezichthouder die zich verantwoordelijk voelt om zich expliciet zeker te stellen voor het geheel, of zelfs maar de delen.

Allereerst herhaal ik hier dat het beroep de eigen professionele verantwoordelijkheid en deskundigheidsbeperkingen goed moet incalculeren. Maar verder concentreer ik me hier op een machtig maar, niet onverwacht, onpopulair macropaardenmiddel waarover ook het beroep collectief haar stem (in eigen en maatschappelijk belang) kan laten horen, maar daartoe totaal geen neiging vertoont.

Ik zou persoonlijk de hoogste prioriteit geven aan het afdwingen van (minimaal een heftig debat over) redelijke zekerheidsverklaringen het niveau van het financiële systeem als geheel door het steeds uitdijende koor van nationale, regionale en internationale toezichthouders: de AFM, PCAOB, SEC, Centrale Banken en de Europese Commissie via ‘Bazel’ tot en met het, ondanks de ambitieuze naamgeving, nogal fragiele mondiale eindstation ‘Financial Stability Forum’. Dit zijn allemaal instituties met een zorgplicht voor het ordelijk functioneren van de financiële markten. Laat deze jaarlijks verklaren dat er geen systemic issues zijn die een bedreiging vormen voor het goed functioneren van die financiële markten, en daarmee voor de economie in haar geheel.

Dit mede ook ten behoeve van ons beroep, dat lelijk bekneld kan raken in een systemic failure, niet alleen door eigen schuld maar ook door exogene factoren. Zo'n periodieke, geïnstitutionaliseerde verklaring zou redelijke zekerheids/resultaatgericht moeten zijn, dus geen escapistische inspannings/best effort-verklaring. Ik verwacht dat daar een weelde aan uiterst waardevolle gemotiveerde oordeelonthoudingen uit zou komen, en enkele sterk gekwalificeerde verzekeringen als uitzondering. Als beginpunt van onze eigen risico-analyse. Het zou ons allen een beter beeld geven van onze macrorisico's, als input voor de microrisico's van ons beroep. Het debat alleen al zal duidelijk maken dat het fragiele organizing principle van de huidige (inter)nationale financiële architectuur - the inmates are running the asylum - gewoon te kort schiet om een redelijke zekerheidsvuist te maken, en of we dat risico politiek al dan niet aanvaarden.

Institutionalisering van zulke assurance statements maakt deze de facto, inspanningsplichtige organisaties zichtbaar tot veel waardevoller resultaatgerichte organisaties. Geen populaire maatregel maar het maakt het bestaande risicoprofiel completer.

Misschien heeft zo'n stap meer dan een publicitair duwtje in de rug nodig, zoals een bijna-fatale crisis? Zo is het wel altijd gegaan. Een mogelijke stem van het NIVRA in deze materie zal alleen geloofwaardig klinken als de beroepsorganisatie zelf zou willen werken naar een jaarlijkse redelijke zekerheidsverklaring van de zijde van het bestuur ‘dat het NIVRA geen risicofactoren onderkent in de Nederlandse beroepsuitoefening die een substantieel gevaar betekenen voor het structureel gezond functioneren van het beroep in het kader van haar deelverantwoordelijkheid voor een fundamenteel gezonde werking van de Nederlandse financiële markten, annex de Nederlandse economie’.

Misschien opteert het NIVRA-bestuur toch liever voor het rondlopen met een sandwichbord ‘The end is at hand’, met aan de andere kant ‘Morgen beter weer’. Zo'n tweestelling biedt zeker meer ademruimte. Maar of het ook echt dienend is, zal alleen het omvallen van de eerste grote Nederlandse financiële instelling ons vertellen. Wie zei ook al weer dat dat nooit kon gebeuren?

Jules Muis verliet in 1995 het openbare accountantsberoep en was vervolgens vice president en controller van de Wereldbank en directeur-generaal en chief internal auditor van de Europese Commissie. Van 2014 tot eind 2020 was hij lid van de Public Interest Oversight Board (PIOB). Muis was van oktober 2012 tot oktober 2015 ook lid van de Board of Auditors van het European Stability Mechanism (ESM). Jules Muis schrijft op persoonlijke titel.

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.