Ruimte voor innovatie
Het accountantsberoep staat niet bekend als een bron van maatschappelijke vernieuwing. Dat hoeft ook niet, je verwacht dat ook niet van rechters of notarissen. Een samenleving heeft nu eenmaal conserverende krachten nodig: als iedereen op hol slaat is het prettig dat er ergens iemand “tut tut ho ho” roept.
Dit artikel is verschenen in de Accountant nr. 3, 2006
Bekijk alle artikelen uit dit nummer
Dat betekent geenszins dat we als accountants stil moeten blijven zitten. Regeldruk, een krappe arbeidsmarkt en een kritische omgeving nopen tot actie. “Innoveer!” is het motto van de komende Accountantsdag, een oproep om de periode van volgzaamheid, terughoudendheid en stilzitten-omdat-we-geschoren-worden definitief achter ons te laten.
In de praktijk van veel kantoren is dat overigens al lang het geval. Onlangs inventariseerden we bij de leiding van de kantoren de prioriteiten op het gebied van innovatie. Het verbeteren van efficiëntie en klantgerichtheid stond met stip bovenaan. Ruim de helft van de kantoren gaf aan hier de komende jaren meer geld en tijd in te gaan steken. Een goede zaak, want het houdt tarieven en dienstverlening concurrerend. De vraag is of het genoeg is. Productinnovatie bleek geen prioriteit te hebben en de modernisering van het personeelsbeleid bungelde onderaan de ranglijst. En dat terwijl het aantrekken en behoud van goed personeel door vrijwel alle kantoren als grootste probleem wordt ervaren.
Ook op brancheniveau is vernieuwing noodzakelijk. Jan Hommen, president-commissaris van Reed Elsevier en keynote speaker op de Accountantsdag, stelde tijdens de jaarlijkse Nordemann-lezing het oligopolie van de big four ter discussie. Zijn voorstel: splits de kantoren op en deel ze in nationale, regionale of mondiale marktsegmenten in.
Geen praktische oplossing moet een Nederlandse klant die zich in China wil vestigen een andere accountant kiezen? maar wel een creatieve en rigoureuze benadering voor een aantal structurele problemen in de branche, zoals stijgende rekeningen en angstig en terughoudend gedrag van accountants. De oplossing van Jan Hommen deel ik niet, maar wel zijn diagnose van de risico's die ons beroep bedreigen.
Schaarste aan goede mensen is er één van. In de UK worden momenteel ‘blijf-aan-boord-premies’ van £ 10.000 betaald en verdienen dit jaar aangenomen accountants veertien procent meer dan vorig jaar. Kennelijk een noodzakelijk kwaad, maar dan wel met de nadruk op het laatste woord.
Ongelimiteerde aansprakelijkheid is een ander probleem. De kans dat een groot kantoor op afzienbare termijn als gevolg van een schadeclaim onderuit gaat is verre van ondenkbaar. Een recente EU-studie geeft aan dat een groot kantoor een toegekende claim van € 540 miljoen niet zal overleven. Let wel: momenteel lopen er in de EU maar liefst zestien zaken tegen accountantskantoren waar bedragen van meer dan € 200 miljoen in het geding zijn, vijf daarvan overschrijden de € 1 miljard.
Geen condities die een grote bereidheid tot vernieuwing in de hand werken.
We zullen het beroep meer ruimte moeten geven. Integere en deskundige accountants moeten zonder angst hun werk kunnen doen. Dus geen megaclaims, maar evenredige aansprakelijkheid en geen juridische haarkloverij, maar toezichthouders die werken op basis van faire, consistente en voor iedereen heldere beginselen. En willen we werkdruk en tarieven in de hand houden, dan zullen we meer ruimte moeten creëren in de arbeidsmarkt. Alleen dan zal de accountant meer uit zijn schulp komen en verhogen we het maatschappelijk rendement van het accountantsberoep. Want daar gaat het per slot van rekening om.
Gert Smit
algemeen directeur