Nieuws
'Aansprakelijkheidslimiet tegen deep pocket syndrome' - KPMG Europa? - Pardon, innovatie? - Nordemann-lezing Jan Hommen - 'Splits accountantsmarkt in drie delen' - Forse toename studenten accountancy.
Dit artikel is verschenen in de Accountant nr. 3, 2006
Bekijk alle artikelen uit dit nummer
'Aansprakelijkheidslimiet tegen deep pocket syndrome'
Het is niet zozeer de vraag of er een aansprakelijkheidslimiet voor controlerend accountants moet komen, als wel hoe hoog die limiet moet zijn, concluderen onderzoekers van London Economics en de Goethe Universiteit in Frankfurt. Zij hebben in opdracht van de Europese Commissie onderzocht wat de economische invloed is van de aansprakelijkheidsregels voor wettelijke controles in de verschillende lidstaten. De commissie zal “spoedig” komen met haar visie op “mogelijke stappen vooruit”, zei Eurocommissaris Charlie McCreevy in een voorlopige reactie.
In rechtsstelsels waar accountants zowel gezamenlijk als afzonderlijk aansprakelijk zijn, kan limitering van de aansprakelijkheid volgens de onderzoekers helpen om het deep pocket syndrome aan te pakken. Volgens dit ziektebeeld worden accountantskantoren domweg aangeklaagd omdat er wat te halen valt, ongeacht hun aandeel in de schade. Als er minder te halen valt, zou de claimneiging afnemen.
De vraag is wel hoe hoog de limiet moet zijn. Voor big four-kantoren zou een betrekkelijk hoge limiet gepast zijn, omdat daarvan een prikkel uitgaat om de kwaliteit van de controle te bewaken. Maar daardoor zullen maar weinig kantoren uit de subtop toetreden tot de markt die nu bediend wordt door de big four. Een lagere limiet zou daarvoor wel een aanmoediging zijn, maar weer te weinig prikkels voor big four-kantoren inhouden. De onderzoekers betwijfelen daarom of een one size fits all-benadering voor de hele EU de nuttigste is. (LvA)
Gert Smit: ‘Bij bewuste fouten onbeperkte aansprakelijkheid’
NIVRA-directeur Gert Smit: “Eigenlijk zeggen ze dat het een lastig probleem is. Grote multinationals kiezen voor de big four vanwege hun expertise en kwaliteit. Dat heeft niets met claims en aansprakelijkheid te maken. Het is de vraag of de limitering van aansprakelijkheid helpt. Als een accountant bewust de fout ingaat, dan moet hij onbeperkt aansprakelijk zijn. Met kwaliteitssystemen moeten zij dat proberen te voorkomen. Maar als het dan toch gebeurt, moeten accountants onbeperkt worden gestraft. Als zij onbewust fouten maken, moet de aansprakelijkheid afhangen van de ernst van de fout. Proportionele aansprakelijkheid dus, zoals wij die in Nederland kennen.
“Ik zou graag zien dat het binnen de EU zo geregeld wordt dat de aansprakelijkheidsregels gelden van het land waar de accountantsverklaring wordt uitgebracht. Als het hoofdkantoor van de onderneming in Nederland staat, moet het Nederlandse recht gelden en niet het Amerikaanse. Daarna zou je moeten kijken of de aansprakelijkheidsregels in verschillende landen geharmoniseerd moeten worden. Oostenrijk, België, Duitsland, Griekenland en Slovenië kennen nu bijvoorbeeld een limiet en Engeland binnenkort ook. Het zou goed zijn als die verschillen op termijn verdwijnen.” (LvA)
Ingrid Doerga in IFAC-board
Na twee jaar afwezigheid op dit niveau krijgt Nederland binnenkort weer een vertegenwoordiger in de board (algemeen bestuur) van de International Federation of Accountants (IFAC).
Ingrid Doerga, in het dagelijks leven directeur van de interne auditdienst van pensioenfonds ABP, wordt later deze maand tijdens de IFAC-council meeting in Istanboel voorgedragen voor benoeming. Tot twee jaar geleden werd Nederland in de board van de wereldwijde beroepsorganisatie vertegenwoordigd door André Bindenga.
KPMG Europa?
De partners van beide kantoren moeten er bij het sluiten van deze ‘de Accountant’ nog over beslissen, maar de besturen van de KPMG-firma’s in Engeland en Duitsland hebben 5 oktober 2006 bekendgemaakt te willen fuseren tot KPMG Europe LLP. De nieuwe organisatie gaat volgens plan van start op 1 oktober 2007. Ook KPMG Nederland en een aantal andere KPMG-praktijken zijn uitgenodigd om zich aan te sluiten.
De Britse Financial Times spreekt van ‘de belangrijkste structurele verandering in het accountantsberoep sinds Enron de ineenstorting van Andersen veroorzaakte’ en van ‘een eerste stap voorwaarts om de structuur van KPMG in lijn te brengen met die van zijn corporate klanten’.
Voorzitter Ben van der Veer zegt als Nederlandse KPMG-organisatie “zo snel mogelijk bij elkaar te komen om onze eigen toekomst te bespreken”. Behalve voordelen ziet hij ook nadelen aan een fusie. “Nu nemen we nog besluiten met onze eigen, Nederlandse partners, en we zijn eigenaar van ons eigen bedrijf. Dat geven we dan wel op.”
De fusie wordt mogelijk dankzij de achtste richtlijn voor ondernemingsrecht van de Europese Commissie. Die staat toe dat een accountantsorganisatie eigendom is van partners in een andere EU-lidstaat.
Naamsverandering vanwege groei?
De franchiseketen van administratie- en advieskantoren FinNova heeft onlangs haar naam veranderd in Finovion. Volgens het persbericht vanwege ‘de sterke groei’ van de afgelopen tijd. Een merkwaardige reden voor een naamsverandering, zo lijkt het. Directeur Wichard Hendriks licht desgevraagd toe dat er inderdaad een bijkomend probleempje speelde. “We worden de komende tijd ook in regio’s actief waar een financieel adviseur werkt die bijna hetzelfde heet. Ter voorkoming van misverstanden leek het ons beter om onze naam te veranderen.” Op de vraag of dit bedrijf hem vriendelijk doch dringend op straffe van juridische stappen heeft verzocht om een nieuwe naam te kiezen, antwoordt Hendriks dat dit niet het geval is.
De financieel adviseur blijkt Finova te zijn in Nieuwegein. Even gebeld of het verhaal van Hendriks over het vrijwillige karakter van de naamsverandering klopt. De woordvoerder van Finova is niet bijzonder mededeelzaam. “Ik zie niet waarom ik u informatie moet verschaffen over onze zakelijke contacten. Belt u vooral met dat andere bedrijf, met dubbel N.” (AB)
'Derivaten vereisen mondiaal toezicht'
Drie topbestuurders van ‘s werelds machtigste financiële toezichthouders, de Britse Financial Services Authority, de Federal Reserve Bank of New York en de Amerikaanse Securities and Exchange Commission, hebben in een gezamenlijk artikel in de Britse Financial Times van 28 september 2006 opgeroepen tot wereldwijde samenwerking rond financiële derivaten. Ze waarschuwen dat individuele landen de met deze financiële instrumenten gepaard gaande risico’s niet kunnen beheersen. De mondiale derivatenmarkt vereist volgens hen ‘grensloze oplossingen’. Ze noemen de vorig jaar begonnen Amerikaans-Europese samenwerking op het gebied van kredietd erivaten als mogelijk model voor veel bredere samenwerking, en waarschuwen specifiek voor systeembrede risico’s rond effectenderivaten. Zie ook Opinie.
Pardon, innovatie?
Het cliché wil dat accountants navelstaarders zijn en dat hun voelhoorns naar de buitenwereld weinig sensitief zijn. De branche is er al jaren mee bezig om dat beeld om te buigen, en claimt dat het cliché niet langer klopt. Een recente enquête van het NIVRA, ingevuld door 125 kantoren geeft echter te denken. Een paar constateringen:
Een dreigend tekort aan ‘handjes’ wordt alom gezien als een van de grootste bedreigingen voor het vak. En uit het Accountancy Beloningsonderzoek blijkt dat medewerkers graag meer flexibiliteit willen. Reden genoeg dus om het personeelsbeleid te moderniseren? Niet echt: een zeer magere tien procent zegt dat dit de komende jaren een van de prioriteiten is.
Productvernieuwing dan? Nu de politieke en publieke schijnwerpers niet meer zo pijnlijk fel schijnen op de branche lijkt de tijd rijp om nieuwe producten en diensten te ontwikkelen, en daarmee de markt flink te ontwikkelen. Toch verlaten kantoren ook op dit punt hun loopgraven niet. Slechts acht procent heeft het op de agenda van de komende jaren staan.
Gebeurt er dan helemaal niks de komende jaren? Jawel, we gaan de efficiency verhogen, zo stelt 38 procent van de kantoren. Schaven dus, zonder echt stil te staan bij de toegevoegde waarde van het product. Dat doet toch onwillekeurig denken aan hoe de Nederlandse textielindustrie in het midden van de vorige eeuw probeerde het hoofd boven water te houden.
Zie voor de complete enquêteresultaten het binnenkort te verschijnen ‘Trends in Accountancy 2006-2007’ (zie ook pagina 14 e.v.). (NW)
Nieuwe acccountantsverklaringen vanaf 1 januari 2007
Vanaf 1 januari 2007 dienen nieuwe accountantsverklaringen te worden gehanteerd. Deze door een NIVRA-werkgroep opgestelde nieuwe voorbeeldverklaringen komen op korte termijn beschikbaar. De nieuwe teksten sluiten aan op de voorbeeldverklaringen bij Audit Alert 16A naar aanleiding van de wijzigingen in Titel 9 Boek 2 BW. Daarnaast sluiten ze aan bij de herijkte ISA 700-serie van de International Federation of Accountants.
Kernpunt in de nieuwe teksten is dat de verantwoordelijkheden van ondernemingsbestuur (organisatiebestuur) en accountant duidelijker naar voren komen. Sommige vaste elementen van de verklaring zijn behoorlijk gewijzigd en bovendien moeten in de verklaring voorgeschreven zinsneden worden opgenomen. Zo vermeldt een nieuwe paragraaf expliciet de verantwoordelijkheden van het bestuur bij totstandkoming van de accountantsverklaring, waaronder het opzetten, implementeren en handhaven van een intern beheersingssysteem.
De nieuwe teksten moeten worden gebruikt bij verklaringen die worden gedateerd na 31 december 2006. De voorbeeldteksten worden gepubliceerd op de NIVRA-website, vergezeld van een ‘raamwerk voor accountantsverklaringen’, waarin opgenomen een analyse van de verschillen met de huidige situatie. U ontvangt hierover bericht via de NIVRA-nieuwsbrief.
Nordemann-lezing Jan Hommen
Op vrijdag 22 september 2006 hield Jan Hommen - voormalig cfo van Philips en onder meer president-commissaris bij Reed Elsevier en TNT - de jaarlijkse Nordemann-lezing aan de Universiteit van Amsterdam. Hoofdonderwerp: de werking van kapitaalmarkten, met name de verschillen tussen de VS en Europa. Hommen belichtte vervolgens het toezicht op accountants en financiële markten, accountantscontroles, en de werkingssfeer van IFRS.
Voor wat betreft het toezicht bepleitte Hommen een dubbel systeem bestaande uit zelfregulering door de branche plus daarnaast een onafhankelijk toezichthouder die administratieve boetes mag uitdelen. Tevens is er volgens hem ruimte voor civielrechtelijke aansprakelijkheid. En voor die kantoren die het niet leren suggereert hij een three strikes and you’re out-aanpak: drie boetes in korte tijd mogen worden gevolgd door een verbod om bijvoorbeeld nieuwe klanten aan te trekken. Daarnaast waarschuwt Hommen voor een overkill aan toezicht, waar volgens hem met name de Amerikaanse waakhonden zich aan bezondigen.
Ten aanzien van de interpretatie van IFRS-regels ziet hij een duidelijke taak voor accountants. Gezien hun kennis van verslaggeving zijn accountants beter geschikt om een belangrijke rol te spelen bij de harmonisatie van IFRS-interpretaties dan toezichthouders.
'Splits accountantsmarkt in drie delen'
Ook over de accountantsmarkt had Hommen enige stevige opmerkingen. Hij hield een pleidooi om de controlemarkt min of meer in drie delen te splitsen: internationaal, regionaal (werelddelen) en nationaal. De big four bekijken de boeken van internationaal opererende bedrijven, de middenkantoren controleren regionaal en nationale spelers controleren de boeken van nationale organisaties.
“Zo’n driedeling zou diverse voordelen hebben”, aldus de oud-cfo en multicommissaris. “Allereerst verzwakt zo’n opzet het oligopolie van de grote vier. Hun machtspositie wordt ingeperkt, omdat hun klantenkring beperkt wordt. Ik weet dat hier de nodige vertegenwoordigers van de grote vier aanwezig zijn - ik durf u zelfs te bekennen dat ik vrienden heb onder partners van die kantoren - maar u kunt zich voorstellen dat ik als man van het bedrijfsleven erg bezorgd ben over de stijgende rekeningen van externe accountants. Uiteraard is die stijging deels het gevolg van de grotere hoeveelheid werk en de groei van het aansprakelijkheidsrisico. Maar deels hangt de tariefstijging ook samen met het feit dat we van grote acht in een paar jaar tijd zijn gekrompen naar grote vier, terwijl de vraag naar accountantsdiensten wereldwijd allesbehalve met de helft kleiner werd.”
Een ander voordeel van de driedeling is volgens Hommen dat Europese bedrijven die niet buiten hun regio opereren of een notering hebben “niet langer hoeven op te draaien voor het aansprakelijkheidsrisico in de VS”, omdat hun externe accountant daar dan niet actief is. “Dit leidt ertoe dat Europa ten volle kan profiteren van de voordelen van een - in vergelijking met de VS - beter kader voor de accountantsbranche.”
'Interessant, maar...'
In zijn weblog van 29 september 2006 reageert Deloitte-voorzitter Roger Dassen op Hommens driedelingsvoorstel. Hij noemt het “een interessante invalshoek”, maar plaatst kanttekeningen bij de door Hommen gesignaleerde marktdominantie van de big four. Hij refereert daarbij aan uitspraken van Deloitte-opperbaas Bill Parrett, die onlangs in het Financieele Dagblad stelde dat voor topkwaliteit controles juist “financieel sterke accountantsfirma’s” nodig zijn, omdat “zij het zich kunnen veroorloven om onafhankelijk te zijn”.
Volgens Parrett is, anders dan klanten en toezichthouders wereldwijd menen waar te nemen, de marktconcentratie bovendien niet echt toegenomen. “Als een bedrijf vijftien jaar geleden op zoek was naar een nieuwe accountant, werden zelden meer dan vier kantoren uitgenodigd tot een offerte. Simpelweg omdat in dat land, of in die sector, niet meer dan vier spelers geloofwaardig waren. De grote vier hebben nu een zodanige positie, dat elk van hen in bijna elk land en nagenoeg elke sector geloofwaardig is.”
Forse toename studenten accountancy
De instroom van studenten bij de universitaire accountancyopleidingen is dit jaar met 26 procent gestegen. In september 2006 hadden zich 1.173 studenten aangemeld, tegenover 922 in 2005. Ook het aantal inschrijvingen bij hbo-opleidingen voor accountancy steeg aanzienlijk, met 25 procent van 1.185 naar 1.482. Dit blijkt uit de inventarisatie die het NIVRA jaarlijks verricht.
Algemeen directeur Gert Smit is verheugd, maar waarschuwt voor te snelle conclusies: “De voorkeur voor opleidingen is gevoelig voor trends, een opleiding kan het ene jaar heel populair zijn en het jaar erop uit de gratie. Voor een merkbaar effect op de markt is het noodzakelijk dat de huidige stijging een aantal jaren doorzet.”
Aanmeldingen wo/hbo per 1 oktober 2006
2005 | 2006 | Groei | |
Universiteiten | 554* | 633 | 14% |
NIVRA-Nyenrode** | 368 | 540 | 47% |
Totaal wetenschappelijk onderwijs** | 922* | 1.173 | 27% |
Hbo-opleidingen | 1.185 | 1.482 | 25% |
Totaal hbo/wo | 2.109 | 2.655 | 26% |
* Gecorrigeerd op basis van hertelling (oorspronkelijke opgave 2005 was respectievelijk 584 en 952)
** Inclusief instroom vanuit vwo in bachelor-opleiding
Controle EU-subsidies rammelt
De Nederlandse controle op besteding van Europese subsidies voor regionale ontwikkeling schiet te kort. Staatssecretaris Karien van Gennip van Economische Zaken heeft dat toegegeven, na kritiek door de Europese Commissie. Als Nederland niet beter controleert waaraan het geld wordt uitgegeven, zou dat in het uiterste geval kunnen leiden tot het terugvorderen van honderden miljoenen euro’s aan subsidies, zoals eerder gebeurde met gelden van het Europees Sociaal Fonds. Nederland heeft tot eind 2006 om Brussel te melden hoe het de zwakheden in de controlesystemen gaat aanpakken. Overigens zijn meer landen aangeschreven voor zwakheden in controlemechanismen. Zie ook pagina 34 en 42.
Accon avm sponsort detailhandelsprijs
Accon avm (1.100 medewerkers, 34 kantoren) sponsort dit jaar voor het eerst de Visa Retail Jaarprijs, de belangrijkste prijs voor ondernemen in de detailhandel. Vorig jaar ging de prijs, waarvoor zowel vakgenoten als consumenten worden geraadpleegd, naar de HEMA. Directeur Peter Feijtel van Accon avm: “We zijn er best trots op dat de Stichting Retail Jaarprijs ons als enige in de accountantssector voor sponsoring heeft benaderd.” Andere sponsoren zijn onder andere de Telegraaf, ABN AMRO en Visa. De uitreiking 2006 vond plaats op 31 oktober 2006. De winnaar was bij sluiting van deze ‘de Accountant’ nog niet bekend.
FEE krijgt ceo
De Europese accountantsfederatie (FEE) heeft Olivier Boutellis-Taft benoemd tot ceo. Hij wordt stapsgewijs lid van het management team, dat nu bestaat uit secretaris-g eneraal Henri Olivier, technisch directeur Saskia Slomp en directeur beroepsregulering Hilde Blomme. Voorzitter van de FEE is David Devlin.
Aanvulling artikel marktverdeling
Het artikel ‘Stevig in het zadel’ over de marktposities van accountantskantoren in het Nederlandse beursgenoteerde marktsegment (‘de Accountant’ september 2006) behoeft enkele aanvullingen. Anders dan vermeld in de tabel ‘Wie controleert de top tien beursgenoteerde bedrijven’ worden drie van de tien grootste ondernemingen niet door één maar twee accountantskantoren gecontroleerd. Dit betreft:
- Mittal Steel (naast het genoemde Ernst & Young ook Deloitte; inmiddels alleen Deloitte)
- Air France-KLM (naast KPMG ook Deloitte)
- Fortis (naast KPMG ook - de Belgische tak van - PwC)
De rol van Deloitte, veruit de kleinste big four-speler in de beursgenoteerde markt, is dus iets minder bescheiden dan verondersteld. Een en ander heeft geen relevante gevolgen voor het verder in het artikel geschetste beeld.
Griekse jubel over criminele miljarden
Het was ze eerst nog niet zo opgevallen, maar Griekse ambtenaren merkten opeens dat er zo’n vijftig miljard euro extra omgaat in illegale activiteiten. Bij Eurostat en het CBS kunnen ze het amper geloven. Functionarissen van Eurostat zijn naar Athene afgereisd om te onderzoeken of Griekse hoeren en smokkelaars de nationale welvaart inderdaad met een kwart hebben opgestuwd. Eind september 2006 kwam uit deze zuidelijke EU-lidstaat het bericht dat het bruto binnenlands product met een kwart was opgewaardeerd, dankzij een bijgestelde raming over de omvang van illegale activiteiten. Smokkel, prostitutie en witwasserij zouden jaarlijks veertig tot zestig miljard euro bijdragen aan de Griekse economie, zo vertelde het hoofd van het Griekse bureau voor de statistiek aan persbureau Reuters.
“Een ontzettend hoog bedrag”, reageert een sceptische Michiel Vergeer, econoom van het Centraal Bureau voor de Statistiek, dat jaarlijks het Nederlandse BBP berekent. “Als dat inderdaad zo hoog is, kan Griekenland gemakkelijker voldoen aan Europese regels voor beheersing van het begrotingstekort. De officiële welvaart zou er ook met een kwart toenemen, maar de EU-contributie gaat omhoog.”
Het verdisconteren van zwarte en illegale verdiensten in het BBP is overigens normaal in de EU. Lidstaten willen alle economische activiteiten in kaart brengen, ook als die zwart of illegaal zijn. In het laatste onderzoek in 2001 raamde het CBS deze activiteiten in Nederland op drie miljard euro, minder dan één procent van het BBP. “Hierbij gaat het om toegevoegde waarde, dus opbrengsten minus kosten”, aldus Vergeer. Daarmee zit Nederland aan de lage kant, hoewel de internationale verschillen doorgaans slechts procenten bedragen.
Ramingen van illegale activiteiten worden betrokken uit indirecte bronnen. Statistici van het CBS kijken bijvoorbeeld naar de hoeveelheid verkochte bouwmaterialen om de omvang van zwart werk in de bouw te schatten. De waarde van criminele activiteiten wordt weer afgeleid uit bijvoorbeeld informatie van justitie. (HV)
Groot geld in City
Volgens recruitment-bureau Morgan McKinley strijken kersverse accountants in de Londonse City op dit moment een slordige 65 duizend pond per jaar op. Gemiddeld ontvangen product controllers bij investeringsbanken, verantwoordelijk voor de verslaggeving van specialistische bancaire producten, een basissalaris van 52,000 pond, zes procent meer dan in 2005. Gemiddeld komt daar nog een bonus van dertienduizend bij. In de Financial Times meldt ceo Robert Thesiger van het bureau dat de hoge salarissen de weerspiegeling vormen van de hoge waardering voor de titel van Associate Chartered Accountant, in combinatie met de ultrakrappe arbeidsmarkt voor deze specialisten.
Middelgrote kantoren op reclamepad
Middelgrote en kleine accountantskantoren zorgen tegenwoordig voor opvallende en originele reclamecampagnes, waarbij ‘gevoelige’ thema’s niet worden geschuwd. Voor twee vernieuwende arbeidsmarktcampagnes zie pagina 26 en 27. Maar ook de potentiële klanten - prospects in marketingjargon - worden creatief bestookt. BDO en Mazars kiezen daarbij voor het thema ‘knellende regelgeving’. BDO begon op 1 oktober 2006 een televisie-, internet- en radiocampagne waarin uiterst energieke accountants (m/v) figureren, die in kluwens regels (linten) verstrikte ondernemers met rake klappen en trappen bevrijden uit hun benarde posities. “Ondernemers moeten zich kunnen concentreren op hun eigenlijke taak: ondernemen”, aldus bestuursvoorzitter Martin van Roekel. “De cijfers en de regels nemen wij voor onze rekening.”
Mazars ging BDO al voor in de regelstrijd. Onder de gewaagde slogan Rules don’t rule leiden de Mazars-accountants, die zich ‘niet verschuilen achter regels’, hun klanten met de nodige ‘inventiviteit’ - het na de Enrons eveneens gewaagde thema van een eerdere campagne - door de taaie werkelijkheid. Arenthals Grant Thornton tenslotte, zet zich in zijn recente campagne ongeremd af tegen de grootste kantoren, onder het motto ‘het verschil tussen groot en beter’.
Deloitte hoofdsponsor Jong Ondernemen
Deloitte wordt hoofdsponsor van Stichting Jong Ondernemen, een non-profitorganisatie die in 1990 is opgericht als initiatief van ABN AMRO, VNO-NCW en MKB-Nederland, in samenwerking met de Kamer van Koophandel, het ministerie van Economische Zaken en de NOvAA. Doelstelling van de stichting is zoveel mogelijk jongeren tijdens hun opleiding warm te maken voor het ondernemerschap.