Regelzucht
In de jaren zestig was het de nieuwe auto, het decennium daarna Den Uyl, tien jaar later de eerste tropische vakanties, en tijdens de swinging nineties de beurs en e-business. Het huidige decennium heeft een nieuwe borreltafelfavoriet: regelzucht.
Dit artikel is verschenen in de Accountant nr. 3, 2004
Bekijk alle artikelen uit dit nummer
Lees een interview met een manager, bezoek een zakelijke receptie en na de eerste alinea’s of borrelnoten valt de term ‘doorgeslagen regelzucht’. Liefst in combinatie met klachten over politici die niets van ‘ondernemen’ begrijpen. Een enkeling voegt er waarschuwend aan toe dat Nederland en Europa economisch dreigen af te glijden naar een soort ‘Jutland’. Overigens wordt nooit uitgelegd wat er zo verschrikkelijk is aan het wonen in dat dunbevolkte en landelijke deel van Denemarken. De beelden op www.toureast-jutland.dk ogen niet onaangenaam. Maar dit terzijde.
De nieuwe borreltafelmode dus. Want dat is het. ABN Amro-topman Rijkman Groenink klaagt in alle kranten over politici en toezichthouders die met starre regels zijn internationale fusie- en overnameplannen belemmeren. De financiële sector huilde tijdens een symposium vorige maand eendrachtig over het economisch vertragende effect van de groeiende regelgeving. Voor werkgeversvoorzitters is kreunen over regelgeving een tweede natuur geworden, en managers met Amerikaanse connecties klagen over de administratieve rompslomp door Sarbanes-Oxley.
Zelfs Wouter Bos, voorman van de meest regulerende aller politieke stromingen, surft mee op het anti-regelsentiment door in de Volkskrant te klagen over het management by law van dit kabinet.
Het is niet allemaal onzin natuurlijk. Overbodige, onuitvoerbare of tegenstrijdige regels maken niemand blij. Toch maken de gewoonteklagers een paar denkfouten.
Allereerst is er een wijdverbreid misverstand over wat ‘liberaal’ en ‘marktwerking’ betekenen. Veel managers en aanverwanten schijnen te denken: afwezigheid van regels. Elke tweedejaars economiestudent kan echter vertellen dat een vrije markt alleen gedijt onder strakke randvoorwaarden. Regels en waarborgen dus. Wat er gebeurt als die ontbreken was te zien toen de Sovjeteconomie min of meer van de ene op de andere dag te koop werd aangeboden. Niet de vrije markt maar de ‘vrije jongens’ heersen dan.
Niet voor niets kent juist het walhalla van de ondernemingsgewijze productie - de Verenigde Staten - van oudsher zeer strenge regels en straffen op kartelvorming en ander zakelijk wangedrag. Verdachte topmannen die hier vrolijk de NOS-verslaggever of een versgekapte Frits Barend te woord staan, worden in de VS zonder pardon geboeid afgevoerd.
Verder lijken velen de achtergrond van al die nieuwe regelgeving vergeten: het vrijejongensgedrag van mensen en organisaties die zich boven regels en verplichtingen verheven voelden. Zo kwam de nu door de financiële sector zo betreurde financiële bijsluiter er louter en alleen omdat de sector zelf jarenlang niet bij machte bleek om zo’n consumentenbescherming op touw te zetten.
Net zoals lieden die luidkeels schreeuwen om ‘respect’ vaak uitgerekend degenen zijn die geen enkel respect voor anderen opbrengen, komt de roep om zelfregulering vaak van groepen die juist ruimschoots hebben bewezen daar niet toe in staat te zijn. Natuurlijk, aan regeldiarree heeft niemand iets. Maar juist bij de aanblik van al die mannen die met het glas in de hand kreunen over de ‘regelzucht’ van de overheid, ben ik - vergeeft u mij mijn ongenuanceerdheid - weer extra blij dat er regels zijn.