Nieuws
'Meer keus wenselijk' - Richtlijn en Handreiking over MVO in jaarverslag - Rechter haalt BTW-steekproef onderuit - RJ publiceert editie 2003 - Borsttrommelen in Nederland, VS en Japan - Tweedie versus Van Hulle.
Dit artikel is verschenen in de Accountant nr. 3, 2003
Bekijk alle artikelen uit dit nummer
'Meer keus wenselijk'
De Amerikaanse General Accounting Office (GAO) blijft bezig met de concurrentieverhoudingen in de accountantsbranche. Nadat deze ‘Amerikaanse rekenkamer’ in juli 2003 al rapporteerde over de gevolgen van de concentratie in de sector (zie ‘de Accountant’ oktober 2003, pagina 8), publiceerde de instantie eind september de resultaten van een enquête onder 250 bedrijven uit de Fortune Top 1000. Onderwerpen: prijzen, kwaliteit, onafhankelijkheid en keuze. Het merendeel van de 159 respondenten toont zich tevreden met de huidige auditor. De helft heeft al minstens tien jaar dezelfde. Als ze al veranderden was dat - afgezien van de voormalige cliëntèle van Arthur Andersen - vanwege ‘reputatie’, de prijs, fusies of verandering van management. De meest genoemde criteria bij het zoeken van een alternatief zijn de kwaliteit van de dienstverlening, sectorspecialisatie en de ‘chemie’ met het audit team. Vrijwel alle respondenten gebruiken het controlerend accountantskantoor ook voor
allerlei non-audit-diensten.
Wat vinden de bedrijven van de huidige concurrentieverhoudingen? Allereerst het effect op de prijzen van de audit. De meningen daarover variëren enigszins maar wijzen wel allemaal in dezelfde richting. Van de door sommige waarnemers wel genoemde - gezien de oligopolistische markt paradoxale - felle prijsconcurrentie is volgens vrijwel geen enkele respondent sprake. Afgaand op de prijsontwikkeling eerder het omgekeerde, zo blijkt, maar ook dat in gematigde vorm. Zes procent meent dat de concentratie - van zes naar vier grote kantoren in een paar jaar - een ‘sterke opwaartse druk’ op de prijzen heeft gegeven, 41 procent spreekt van een ‘matige’ druk, en circa de helft ziet helemaal geen effect.
Dat betekent niet dat de klanten in de controlemarkt het zo allemaal wel best vinden. 43 procent vindt de keuzemogelijkheden nu al zonder meer te gering. En niet minder dan 84 procent spreekt een voorkeur uit voor meer keuzemogelijkheden, want de meeste zien in de kantoren buiten de big four geen reëel alternatief. Dit vanwege de vereiste technische en sectorspecifieke kennis, capaciteit en ook ‘reputatie’ van het controlerend accountantskantoor. Veel bedrijven vinden een eventuele verdere concentratie in de accountantsmarkt dan ook ongewenst en een aantal toont zich bezorgd over het beperkte aantal alternatieven voor het geval de huidige onafhankelijkheidsregels ze zouden dwingen naar een andere auditor om te kijken.
Richtlijn en Handreiking over MVO in jaarverslag
Op 25 september 2003 zijn de definitieve Richtlijn 400 ‘Jaarverslag’ en de ‘Handreiking voor Maatschappelijke verslaggeving (versie 2003)’ van de Raad voor de Jaarverslaggeving (RJ) uitgereikt aan het ministerie van Economische Zaken. Daarmee voldeed de RJ aan een eerder verzoek van het ministerie om haar te adviseren inzake de verslaggeving over maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO). De adviesaanvraag heeft geleid tot twee trajecten:
- een aanpassing van Richtlijn 400 Jaarverslag;
- de ontwikkeling van een conceptueel kader voor afzonderlijke maatschappelijke verslaggeving, resulterend in de Handreiking.
De Handreiking is gezien het conceptuele kader niet opgenomen in Editie 2003 van de Richtlijnen voor de jaarverslaggeving, maar blijft een afzonderlijke publicatie. Richtlijn 400 Jaarverslag is wel integraal in Editie 2003 opgenomen (zie elders in Nieuws), maar ook los verkrijgbaar.
'Retoriek' verjaagt belastingklanten
Volgens voorzitter Sam DiPiazza van PricewaterhouseCoopers heeft zijn kantoor sinds de invoering van de Sarbanes-Oxley Act twintig procent van het belastingadvieswerk voor controleklanten verloren. Tijdens een hoorzitting voor de Amerikaanse Senaat, eind september 2003, vertelde de topman dat klanten uit vrees de onafhankelijkheid van de audit nadelig te beïnvloeden, naar elders uitwijken voor hun belastingzaken. Daarmee stellen ze zich strenger op dan de wetgeving, die belastingadvies door de controlerend accountant in beginsel nog altijd toestaat. Volgens DiPiazza, geciteerd in The Financial Times, heeft de “aanhoudende retoriek rond belastingadviesdiensten de pendule misschien te ver uit balans gebracht”. In Nederland is op dit punt van Sarbanes-Oxley nog weinig te merken, meldt voorzitter Jos Nijhuis in het Financieele Dagblad.
Rechter haalt BTW-steekproef onderuit
In een slepende zaak die was aangespannen door PricewaterhouseCoopers naar aanleiding van een controle door de Belastingdienst bij PwC, heeft het Hof Amsterdam de steekproef binnen het BTW-stelsel onderuit gehaald. De zaak betrof een naheffing BTW die was berekend aan de hand van de zogenaamde guldensteekproef, een door de fiscus gebruikte controlemethode waarbij men ervan uitgaat dat de fouten die worden aangetroffen in een aantal facturen uit een bepaalde korte periode, met dezelfde frequentie zullen zijn gemaakt bij de overige facturen in die periode en bovendien gedurende het gehele naheffingstijdvak van (meestal) vijf jaar. Een éénmaal geconstateerde fout kan zo culmineren in een enorme aanslag, zonder dat de fiscus de fouten daadwerkelijk heeft geconstateerd.
De rechter heeft nu gezegd dat zo’n steekproef, hoe betrouwbaar op zichzelf misschien ook, niet rechtvaardigt aan te nemen dat er fouten zijn gemaakt als die niet zijn geconstateerd. Hij merkt onder meer op dat “een dergelijke vorm van naheffing op onaanvaardbare wijze inbreuk (maakt) op het voor de omzetbelasting kenmerkende beginsel van de neutraliteit van de belasting”, en veroordeelde de Nederlandse Staat wegens onrechtmatige daad tot een schadevergoeding aan PwC van € 50.000. De naheffing in kwestie is teruggebracht van ƒ 7.415.000 naar ƒ 250.000.
Tot nu toe is de steekproef altijd als een betrouwbare en voor fiscale doeleinden rechtmatige controlemethodiek aanvaard. “Deze uitspraak is een revolutie in BTW-land”, vindt Frans Oomen, BTW-specialist en partner van PricewaterhouseCoopers, dan ook. “Als de fiscus BTW wil naheffen dan zal zij de individuele transacties één voor één moeten bekijken. Tal van lopende controles en naheffingen BTW zullen nu aangevochten kunnen worden.”
PwC adviseert bedrijven die de afgelopen zes weken een op een steekproef gebaseerde naheffingsaanslag BTW hebben ontvangen, onmiddellijk bezwaar te maken. Ook lopende controles kunnen worden betwist.
De Belastingdienst heeft laten weten tegen de uitspraak in cassatie te gaan bij de Hoge Raad.
Aangenaam: 'Deloitte'
Deloitte & Touche gaat verder onder de naam Deloitte. Tot nu toe was het in Nederland Deloitte & Touche, daarbuiten Deloitte Touche Tohmatsu, en om de verwarring nog te vergroten presenteerden de consultants, die bij Deloitte juist uitdrukkelijk nog steeds binnenshuis opereren, zich nog eens apart als Deloitte Consulting. Voortaan zullen ze allemaal onder één en dezelfde naam naar buiten treden. Met de uniforme naam wil de firma de multidisciplinaire filosofie extra benadrukken - ‘multidisciplinairder’ dan die van de andere grote kantoren. In de woorden van wereldwijd CEO William G. Parrett: “The new brand name is a reflection of the greater capability and array of services that we can offer to clients as a multidisciplinary firm. The breadth of our vision and our ability to respond globally is more comprehensive than any other professional services firm.”
Samenwerking accountant en actuaris
In 2002 heeft het Actuarieel Genootschap richtlijnen geïmplementeerd voor de rapportage door de certificerend actuaris. Dit geeft aanleiding RAC 621 aan te passen.
De belangrijkste wijziging betreft paragraaf 16 (de door de actuaris te verschaffen informatie) en een nieuwe paragraaf 17. Met name paragraaf 17 bepaalt dat de actuaris desgevraagd aan de accountant alle inlichtingen moet verschaffen die redelijkerwijze geacht kunnen worden nodig te zijn voor de taak van de certicificerend accountant. Tot deze informatie behoort in ieder geval de zogenaamde technische analyse. De gewijzigde RAC 621 is te raadplegen op de website van het NIVRA.
KPMG weer iets minder multidisciplinair
Na het staken van de juridische activiteiten en de verkoop van KPMG Consultants vorig jaar, stoot KPMG nu weer een consultancy-activiteit af: adviesbureau Trompenaars Hampden-Turner, gevestigd in Amsterdam en Boston en gespecialiseerd in het begeleiden van ondernemingen bij culturele problemen na grote fusies.
RJ publiceert editie 2003
De Raad voor de Jaarverslaggeving (RJ) heeft editie 2003 van de Richtlijnen voor de jaarverslaggeving gepubliceerd. De in deze editie verschenen definitieve richtlijnen zijn van toepassing op verslagjaren die aanvangen op of na 1 januari 2004, behalve richtlijn 271 Personeelsbeloningen - nieuw (2003) die met ingang van 1 januari 2005 van toepassing is. Door strepen in de kantlijn kan de gebruiker direct zien wat de aanpassingen zijn ten opzichte van editie 2002.
Een deel van de wijzigingen betreft het omzetten van ontwerp- in definitieve richtlijnen, met inachtneming van het ontvangen commentaar. Daarnaast zijn enkele ontwerprichtlijnen en -alinea’s toegevoegd, die onder andere het gevolg zijn van het wegnemen van verschillen ten opzichte van IFRS/IAS. De belangrijkste wijzigingen ten opzichte van editie 2002 zijn:
- Richtlijn 240 Eigen vermogen - onderscheid tussen het vermogen volgens de enkelvoudige en geconsolideerde jaarrekening; aangepaste toelichtingsvereisten ten aanzien van verleende rechten tot het nemen of verkrijgen van aandelen; de verwerking van kosten en kapitaalsbelasting verbonden aan de plaatsing van aandelen.
- Richtlijn 270 De winst- en verliesrekening - verplichte opname van het overzicht van het totaalresultaat van de rechtspersoon; verwerking van ruiltransacties van diensten in de vorm van advertenties; nadere toelichting op het onderscheid bijzondere/buitengewone baten en lasten; toelichting op categoriale kostensoorten bij functionele indeling van de winst- en verliesrekening.
- Richtlijn 271 Personeelsbeloningen - definitieve paragrafen 1, 3 en 4 met betrekking tot pensioenen en andere uitgestelde beloningen.
- Richtlijn 400 Jaarverslag - definitieve bepalingen ten aanzien van de in het jaarverslag op te nemen informatie omtrent de effecten van de maatschappelijke aspecten van het ondernemen (zie ook elders in Nieuws).
- Richtlijn 520 De verwerking van resultaten op intercompany-transacties in de geconsolideerde en vennootschappelijke jaarrekening - definitieve bepalingen ten aanzien van de eliminatie van ‘downstream’-, ‘upstream’- en ‘sidestream’-transacties.
- Richtlijn 645 Toegelaten instellingen volkshuisvesting - volledig herziene richtlijn naar aanleiding van de grote hoeveelheid commentaar op de in de Editie 2002 verschenen ontwerprichtlijn.
In editie 2003 is tevens een aantal nieuwe ontwerprichtlijnen en -alinea’s opgenomen. De belangrijkste zijn:
- de mogelijkheid voor kleine rechtspersonen om dividendbesluiten na boekjaareinde als verplichting te verwerken (ontwerprichtlijn 160);
- de verplichte opname van een kasstroomoverzicht voor middelgrote ondernemingen (ontwerprichtlijn 360);
- alternatieve presentatiewijze voor uitgaven en ontvangsten uit hoofde van interest en toelichting op het aandeel van derden in geldmiddelen en kasstromen (ontwerprichtlijn 360); en
- de opname van aanbevelingen omtrent fusies en overnames van stichtingen en verenigingen (ontwerprichtlijn 500.6).
Ontwerprichtlijn 290a Financiële instrumenten is als gevolg van de nog niet afgeronde verbeteringsvoorstellen van de IASB ongewijzigd overgenomen in editie 2003. Op de website van de Raad voor de Jaarverslaggeving is de ‘Ten geleide’ te vinden, waarin per richtlijn wordt aangegeven welke aanpassingen hebben plaatsgevonden. Reacties en commentaren op de ontwerprichtlijnen kunnen uiterlijk 1 maart 2004 schriftelijk worden ingediend bij het RJ-secretariaat, of via een on-line invulformulier. De RJ behandelt de reacties desgewenst als openbare informatie, tenzij is aangegeven dat een en ander (deels) moet worden aangemerkt als vertrouwelijk.
Eervolle vermelding 'de Accountant'
In de Nederlandse Grand Prix Bedrijfsbladen 2003, een jaarlijks initiatief van de Beroepsvereniging voor Communicatie, heeft ‘de Accountant’ een eervolle vermelding gekregen, met name voor ‘de professionaliteit’ van het blad. De beoordeling betrof een aantal nummers uit 2002. Uit het juryrapport:
‘De jury worstelde vooral met de vraag: is dit een vakblad of een relatiemagazine? De scheidslijn tussen beide is dun, maar er zijn verschillen te formuleren. Een relatiemagazine heeft een duidelijke doelstelling: het propageren van een boodschap die de afzender van belang vindt. Een vakblad is meer een platform voor beroepsgenoten, waarin informatie over en voor de beroepsgroep wordt uitgewisseld. (…) Blijft staan dat ‘de Accountant’ een buitengewoon gedegen vakblad is, dat met een goed gevoel voor actualiteit een geslaagd journalistiek product neerzet. De uitstraling is voornaam, enigszins behoudend, bij de beroepsgroep passend. Het doet denken aan gerenommeerde bladen als The Economist: veel tekst, weinig foto’s. Zeer overzichtelijk. Kritiek op de eigen doelgroep wordt absoluut niet geschuwd. Naar aanleiding van de vele bedrijfsschandalen in de VS en recentelijk in Nederland, houdt het blad de doelgroep een spiegel voor.’
De in het juryrapport vermelde worsteling beschouwt de redactie als positief, aangezien ‘de Accountant’ een combinatie is van beide. Verder beschouwen redactie, medewerkers en NIVRA de eervolle vermelding, opmerkingen en suggesties als een stimulans om te blijven werken aan verdere verbetering.
Europese Commissie over wettelijke controle
Op 2 oktober 2003 heeft de Europese Commissie een mededeling uitgebracht aan de Europese Raad en het Europese Parlement over versterking van de wettelijke accountantscontrole in de Europese Unie. Opvallend is dat de commissie vanaf 2005 internationale auditstandaarden verplicht wil stellen voor alle wettelijke controles. Voordat het zover is, moeten deze worden verbeterd en is een goedkeuringsproces nodig, vergelijkbaar met de procedure voor internationale accountingstandaarden.
Naast normen voor de accountantscontrole wil de commissie ook voorschriften opnemen voor opleiding, extern toezicht, kwaliteitsborging, tuchtmaatregelen, ethiek en onafhankelijkheid. Ook de aanbevelingen over onafhankelijkheid uit 2002 zouden hierin worden opgenomen en dus regel worden.
Een EG-richtlijn moet worden vastgesteld door de Europese Raad en goedgekeurd door het Europese Parlement. Wijziging van de voorstellen is dus bepaald niet ondenkbaar.
Ontwerprichtlijn 950N
In oktober 2003 hebben NIVRA en NOvAA de specifieke Nederlandse ontwerprichtlijn 950N ‘De wettelijke meldingsplicht van de accountant van een financiële instelling die onder toezicht staat’ uitgebracht (zie ook ‘de Accountant’, oktober 2003). De ontwerprichtlijn heeft uitsluitend betrekking op de situatie waarin de accountant een opdracht uitvoert tot het controleren van de jaarrekening en/of toezichtrapportage. Voor het uitvoeren van specifieke opdrachten bij financiële instellingen, ook wanneer deze samenvallen met de opdracht tot controle van de jaarrekening en/of toezichtrapportage, zijn de bepalingen van RAC 920 van kracht.
In overleg met de externe toezichthouders per type financiële instelling zijn lijsten met attentiepunten opgesteld die de accountant bij de uitvoering van de jaarrekeningcontrole en/of toezichtrapportage in aanmerking moet nemen. Deze lijsten en de tekst van de ontwerprichtlijn vindt u op de NIVRA-site (www.nivra.nl). Een papieren versie van één of meer lijsten kan per e-mail worden aangevraagd bij het secretariaat Beroepsontwikkeling en -reglementering.
Borsttrommelen in Nederland, VS en Japan
Succes kent vele vaders, maar mislukking niet. Bij CEO’s en bedrijfsresultaten is dat niet anders, zo blijkt uit het onderzoek ‘De presentatie van ondernemingsresultaten: culturele verschillen in zelfpresentatie in het jaarverslag’ van Reggy Hooghiemstra, die daar eind september 2003 op promoveerde aan de Erasmus Universiteit Rotterdam.
Hij onderzocht of bestuursvoorzitters (CEO’s) in hun ‘Bericht aan de aandeelhouders’ de ondernemingsresultaten op een zelfzuchtige manier verklaren. Met andere woorden: of ze goede resultaten (zoals stijgende winsten) vooral aan het management toeschrijven, terwijl de schuld van tegenvallende resultaten (dalende winsten of groeiende verliezen) wordt gelegd bij omgevingsfactoren.
Het onderzoek van 278 jaarverslagen van Nederlandse, Amerikaanse en Japanse bedrijven laat zien dat bestuursvoorzitters (CEO’s) in hun jaarverslagen graag krediet nemen voor goede ondernemingsresultaten door deze in grotere mate toe te schrijven aan interne factoren (ofwel factoren die zij kunnen beïnvloeden) dan aan externe factoren. Amerikaanse CEO’s blijken duidelijk sterker geneigd tot borsttrommelen dan hun Japanse en Nederlandse collega’s, maar het verschijnsel geldt overal.
Ook bij slechte resultaten doen de internationale cultuurverschillen zich gelden. Terwijl Amerikaanse en Japanse bestuursvoorzitters weigeren de schuld op zich te nemen en tegenvallers bij voorkeur toeschrijven aan externe factoren, blijken Nederlandse bestuursvoorzitters zelfkritischer. Net als hun Belgische collega’s schrijven zij slechte resultaten vaker toe aan interne dan aan externe factoren.
De dissertatie is verschenen in gedrukte vorm in de ERIM-reeks (nr. 25) en tevens elektronisch: http://hdl.handle.net/1765/1. Zie ook www.erim.eur.nl.
Tweedie versus Van Hulle
Vanaf 2005 moet binnen de Europese Unie de geconsolideerde jaarrekening van beursgenoteerde ondernemingen worden opgesteld volgens International Accounting Standards (IAS). Afgelopen juli heeft het Accounting Regulatory Committee van de Europese Unie de bestaande standaarden goedgekeurd, op twee na: die betreffende financiële instrumenten.
In augustus 2003 publiceerde de International Accounting Standards Board een ontwerpaanpassing voor deze twee standaarden, waarin wordt voorgesteld om dekkingstransacties op portefeuillebasis (dus niet individueel) te kunnen behandelen. Was hiermee de pijn weggenomen? Nee, zo bleek tijdens een op 24 september 2003 door VERA en VNO-NCW georganiseerde en in het Schots (David Tweedie) en polder-Engels (overige aanwezigen) gehouden conferentie over de invoering van IAS vanaf 2005. Eurocommissaris Karel van Hulle maakte duidelijk dat de EU de tegemoetkomingen onvoldoende vindt en de standaarden nog steeds te strak. Je kunt niet alles meteen perfect maken, stelde hij. “Het is geven en nemen, zo is het leven.”
IASB-voorzitter David Tweedie was het daarmee oneens. Als je de standaarden gaat afzwakken, kun je convergentie tussen de internationale en de Amerikaanse standaarden vergeten, betoogde hij. “Een dekkingstransactie betekent dat je winsten en verliezen vooruit schuift. Dan moet je bewijzen dat die transactie verbonden is aan een andere transactie die nog niet is afgewikkeld. Als je dat niet kunt zul je de winst of het verlies moeten verantwoorden.”
Paul Koster, bestuurslid van de Autoriteit Financiële Markten (AFM), voegde daar aan toe: “Als inzicht in waardefluctuaties van financiële instrumenten leidt tot hogere rendementseisen van beleggers, is dat voor hen noodzakelijke informatie.”
Als hier geen oplossing voor komt, komen er twee soorten internationale standaarden. Volgens Tweedie krijgen de in 2001 voorgestelde wijzigingen in de accountingstandaarden - waaronder de voor Nederland zeer controversiële overgang van geconsolideerde deelnemingen naar waardering tegen kostprijs - in oktober en november 2003 hun beslag.
Van Hulle meldde dat, ondanks tegengestelde berichten, het ingangsjaar 2005 ongewijzigd blijft. Leo van der Tas van het International Financial Reporting Interpretations Committee (IFRIC), dat voor de IASB interpretaties verzorgt, voegde daaraan toe dat Nederland geen uitstel tot 2007 kan geven voor bedrijven die US GAAP hanteren. Deze optie is namelijk niet in de Nederlandse wet opgenomen. Voor bedrijven die alleen met obligaties aan de beurs staan genoteerd, is uitstel wel mogelijk.
Ook de verwerking van pensioenkosten kreeg tijdens de bijeenkomst flinke aandacht. Als gevolg van de standaard op dat punt heeft zestig procent van de Britse bedrijven het ‘toegezegde-rechten’systeem inmiddels al overboord gezet. Tweedie noemde dit het gevolg van “meer inzicht” en vergeleek het met de Amerikaanse situatie toen bedrijven de toegezegde ziektekostenvergoeding voor gepensioneerde werknemers moesten passiveren. Het gevolg was destijds dat zij deze verplichting gingen afkopen.
Paul Koster van de AFM, die samen met (op EU-niveau) het Committee of European Securities Regulators toezicht moet houden op de naleving van de nieuwe verslaggevingregels, meldde een grote nadruk te leggen op eenzelfde interpretatie daarvan in alle Euronext-landen. Van der Tas hoopte in dat verband op een goede samenwerking met de IFRIC, maar er kan spanning optreden als het Europese Hof van Justitie tot andere interpretaties komt. (Jan Achten)
FEE: coördinatie toezicht
De Europese federatie van accountants (FEE) heeft een discussiepaper gepubliceerd met aanbevelingen voor een versterking en internationale coördinatie van het publieke toezicht op het Europese accountantsberoep. Het document kan gratis worden gedownload van de website: www.fee.be.
Vrouwen …
Ondanks de toestroom van vrouwelijke studenten in de opleidingen, wil het met het doorstoten van vrouwen naar de top van de accountantskantoren nog steeds niet vlotten. Dat geldt in Nederland maar ook in het Verenigd Koninkrijk. Uit een onderzoek door AccountancyAge.com blijkt dat hoewel de helft van de professionele staf in de Top 50 kantoren inmiddels vrouw is, van alle partners nog immer ruim negentig procent tot het mannelijk volksdeel behoort. De reacties en verklaringen zijn eensluidend. Sommige vrouwen gaan het bedrijfsleven in, anderen kiezen voor the family thing, en dat vaak precies op het moment waarop hun carrièrekansen nu net hun hoogtepunt bereiken. Kort na het bekend worden van de cijfers maakte KPMG (tien procent vrouwelijke partners) bekend twaalf nieuwe partners te benoemen, van wie vier vrouwen. Alle big four-kantoren reageerden op de cijfers met de mededeling dat ze maatregelen hebben genomen om het vrouwelijk personeelsgehalte omhoog te stuwen.
Najaarsoffensief Checkdecijfers
Op de Studie Beurs in Utrecht, 9, 10 en 11 oktober 2003, heeft een aantal accountantskantoren het accountantsberoep gezamelijk onder de aandacht gebracht van duizenden scholieren. Dit alles onder de vlag van Checkdecijfers, de arbeidsmarktcampagne waarbinnen NIVRA en NOvAA samen werken aan het imago van het beroep.
Binnen de campagne wordt er geprikkeld met cijfers die een betekenis hebben en een rol spelen in de beleving van jongeren. Op posters en in advertenties wordt gespeeld met cijfers als 007 en 501 waarbij scholieren worden verwezen naar de internetsite www.checkdecijfers.nl. Daar worden ze op een speelse manier verder bekendgemaakt met het beroep. Nieuw was dat er tijdens de Studie Beurs - die door ruim negentigduizend scholieren, ouders, decanen en docenten werd bezocht - actief werd samengewerkt door een aantal accountantskantoren. Met een stand van 150 m2 werd het beroep onder de aandacht gebracht op dezelfde grootse wijze als de gemiddelde hogeschool of universiteit. Twee, ruim drie meter hoge, wanden lieten afbeeldingen zien van de Porsche 911 en van de Levi’s 501. Om de ‘wereld achter de cijfers’ ook werkelijk te laten zien waren televisies neergezet met filmpjes van Porsche en Levi’s, aangevuld met cijfers over omzet, export, import etc.
De voorlichting in de stand werd verzorgd door vertegenwoordigers (assistent-accountants) van de big four, Mazars en Niehe en Lancée.
Reparatie Bosal-arrest
Op 13 oktober 2003 heeft de regering het wetsvoorstel bekendgemaakt om de gevolgen van het Bosal-arrest van het EG-Hof van Justitie te repareren. In een nieuw artikel 10d Wet vennootschapsbelasting komt een norm voor te veel vreemd vermogen als sprake is van een groepsmaatschappij volgens het in 1989 ingevoerde artikel 24b 2BW. Jurisprudentie hierover ontbreekt nog. Ook komt in artikel 10d de verhouding eigen/vreemd vermogen aan de orde. De ondernemer kan deze verhouding in belangrijke mate beïnvloeden. Over de aanvaardbaarheid van deze beïnvloeding en de vraag of sprake is van een groepsmaatschappij, kan dus waarschijnlijk binnenkort de fiscale rechter oordelen, zonodig na het EG-Hof van Justitie een oordeel te hebben gevraagd. Er valt dus een verrijking van de jaarrekeningjurisprudentie te verwachten.
Europese Commissie over IAS
Op 13 oktober 2003 publiceerde de Europese Commissie de verordening waarbij de internationale accounting standaarden (IAS) (uitgezonderd IAS 32/39 Financiële instrumenten) werden goedgekeurd. Als bijlage worden deze standaarden meegeleverd in het Nederlands. Het pdf-document (420 pagina’s) kan worden gedownload: www.europa.eu.int/eur-lex/nl/oj/index_20031013.html.