Het mes van de grasmaaimachine mag best scherper
Henk Langendijk ondersteunt het pleidooi van Carlos Cordeiro (‘de Accountant’, oktober, pagina 22) om de audit software scherper in te zetten. De controleaanpak wordt nu te weinig tegen het licht gehouden.
Dit artikel is verschenen in de Accountant nr. 3, 2003
Bekijk alle artikelen uit dit nummer
Henk Langendijk
Met veel genoegen heb ik kennis genomen van de stellingname van Carlos Neves Cordeiro in ‘de Accountant’ (oktober, pagina 22-24). Meer en diepgaandere jaarrekeningcontroles is wat het maatschappelijk verkeer van de controlerende accountant heden ten dage vraagt.
Opvallend is dat de reactie van accountants en accountantskantoren op de grote reeks van nationale maar ook internationale verslaggevingsschandalen nogal lauw is.
Afbouw van adviesactiviteiten is de hoofdmoot van de reactie. De gestructureerde controleaanpak wordt niet kritisch aan de orde gesteld, terwijl hier toch wellicht des poedels kern zit van de grote problemen. Wel worden er congressen georganiseerd met als thematiek Herstel van vertrouwen in accountants, waar kwalitatieve gedachten worden uitgewisseld. Er worden echter geen initiatieven ontplooid om de controleaanpak tegen het licht te houden.
Moeten de materialiteit- en tolerantiegrenzen niet omlaag? Worden non-consolidatie-issues wel voldoende onderkend en onderzocht? Moeten dochtermaatschappijen niet aan veel diepgaandere controles worden onderworpen? Wordt er wel lering getrokken uit het feit dat zestig procent van de verslaggevingschandalen te maken hebben met het onterecht erkennen van opbrengsten (zie onder meer Ahold). Zou het mes van audit software niet veel scherper moeten worden gezet, zoals Neves Cordeiro poneert? Moeten er niet op grotere schaal detailcontroles worden uitgevoerd?
Wordt het fenomeen ‘side letter’ al niet a priori van controletechnische kanttekeningen voorzien? Worden ‘kleine’ journaalposten om ‘kleine’ verliezen om te toveren in ‘kleine’ winsten wel kritisch beoordeeld en waar nodig geretoucheerd?
Wordt de (on)verplichte toelichtende paragraaf van de accountantsverklaring wel gebruikt waar dat volgens de regels moet? Uit onderzoek blijkt dat concrete wetsartikelen uit BW Titel 9 (zoals artikel 2:383 BW nieuw) door bepaalde ter beurze genoteerde ondernemingen volledig worden ‘gemist’ en dat er toch een ‘schone’ accountantsverklaring (zonder verplichte toelichtende paragraaf) wordt afgegeven!
Dit alles zou er toch toe moeten leiden dat er nieuwe controlemiddelen worden ontwikkeld om dit soort risicogebieden diepgaander en effectiever te controleren. Ook zijn er weinig initiatieven te bespeuren om ‘raad van bestuur-fraude’ centraal te stellen in de controle. Dit is echter wel noodzakelijk omdat - in geval van verslaggevingsschandalen - vaak de piek van de kerstboom ‘rot’ is, maar de standaardcontrole zich vooral richt op de ballen in de kerstboom.
Gelukkig wordt de accountant in het laatste geval door de commissie Tabaksblat de helpende hand toegestoken. Met name de interne klokkenluiders zullen de voorzitter van de raad van commissarissen soufleren over leden van de raad van bestuur die accounting manipulations willen doorvoeren of hebben doorgevoerd. Hierbij kan worden aangetekend of het wel zo gelukkig is dat bepaalde omineuze zaken door een interne klokkenluider aan de voorzitter van de raad van commissarissen worden gemeld. Dit zal op een gegeven moment de vraag oproepen, waarom de controlerende accountant dit feilen niet heeft gevonden.
Ook zou er een discussie moeten komen over het wel verwerken in de jaarrekening van de klant van bij de controle geconstateerde niet-materiële fouten. Enron heeft ons onder andere geleerd dat het wel verwerken van deze fouten tot een totaal andere perceptie bij het maatschappelijk verkeer kan leiden. Het maatschappelijk verkeer in plaats van de raad van bestuur van de klant zou de richtsnoer moeten zijn van de controle. De niet aflatende stroom van verslaggevingsschandalen heeft duidelijk gemaakt dat indien het focus niet gewijzigd wordt, het wettelijk controle monopolie van accountants in groot gevaar komt.
Noot
Henk Langendijk is hoogleraar externe verslaggeving aan de Universiteit van Amsterdam en Universiteit Nyenrode.