Cijfers
Op een snelweg is de rechterrijstrook altijd de slechtste. Veel automobilisten verkiezen dan ook de middelste baan, kijk ‘s nachts maar.
Dit artikel is verschenen in de Accountant nr. 3, 2003
Bekijk alle artikelen uit dit nummer
De oorzaak van de asfaltlappendeken ter rechterzijde is duidelijk: snellere slijtage door vrachtwagenverkeer. Een bijverschijnseltje van Nederland distributieland. De desbetreffende kosten komen overigens niet of slechts zeer gedeeltelijk (wegenbelasting) voor rekening van de transportbedrijven zelf. Externe kosten, noemen economen dat. De voorvechters van de Nederlandse distributiesector wegen deze natuurlijk niet mee als ze hun indrukwekkende belang voor de economie becijferen. Zulke cijfers moeten trouwens altijd met enige korrels zout worden genuttigd. Als de percentages die individuele sectoren claimen bij te dragen aan de nationale welvaart allemaal juist zouden zijn, reden we allemaal in een Ferrari en zou zelfs Lodewijk de Waal rustig kunnen gaan slapen.
Misschien ben ik overdreven sceptisch, maar bij semi-wetenschappelijke financiële ‘feiten’ gaan bij mij in het algemeen vaak de wenkbrauwen omhoog, en ik ben niet eens accountant. VNO-NCW heeft onlangs door Ernst & Young laten uitzoeken wat invoering van de corporate governance-code Tabaksblat bedrijven gaat kosten. Conclusie: volledig navolgen zou een middelgroot beursgenoteerd bedrijf jaarlijks 450 duizend euro extra kosten. En het eerste jaar zelfs een miljoen euro.
Zodra het fileprobleem weer eens ter discussie staat, circuleren er ook altijd uitspraken van dit type. “Elk uur file kost de Nederlandse economie x miljoen euro”, u kent ze wel. Hoe berekenen ze zoiets, vraag ik me dan altijd af. Bij bedorven vlees of bloemen kan ik me iets voorstellen, maar daarvan hoor je nooit. De meeste kosten zitten dus vermoedelijk in tijdverlies en vertraging. Maar die uren zijn natuurlijk lang niet allemaal echte kosten. Veel verloren tijd wordt gewoon gecompenseerd door daarna even een middagje harder door te werken.
Rond het zoeken naar massavernietigingswapens in Irak - vergeeft u mij de grote sprong - rijzen bij mij soortgelijke vraagtekens. In de eerste vijf maanden kostte dat de Amerikanen driehonderd miljoen dollar, zo heet het. Nu zijn er 1.200 mensen bezig met die klus. Als die per jaar allemaal honderdduizend dollar zouden verdienen, dan betekent dat aan loonkosten in vijf maanden vijftig miljoen dollar. Nog lang geen driehonderd miljoen. Maar bovendien: het gros van die speurders stond toch allang op de loonlijst van de overheid? Dat ze daarnaast nog voor een kwart miljard dollar aan benzine verrijden, lijkt me ook onwaarschijnlijk.
Terug naar Tabaksblat. “Bij kleine fondsen zal de nettowinst het eerste jaar dertien procent lager zijn”, schreef Het Financieele Dagblad verontrust. We wachten met spanning af, maar ik voorspel dat dat onzin zal blijken. Maar voor u mij gaat bestoken met verhelderende berekeningen: het echte probleem bij dit soort cijfergekletter is niet de al of niet exactheid, maar het negeren van de externe kosten van het niet doorvoeren van de desbetreffende maatregelen. Die rechterrijstrook, om het zo te zeggen. De verdampte pensioenvermogens, het geschokte vertrouwen in bedrijven en de mede daardoor aangejaagde economische terugval stonden weliswaar niet op de verlies- en winstrekening van de concerns waar de (ongetwijfeld goedkope) ‘governance’ tekortschoot, maar kosten zijn het natuurlijk wel degelijk. Wie nu klaagt over de prijs van toezicht - grotendeels een kwestie van achterstallig onderhoud - heeft dat niet begrepen.