Toezicht versus vertrouwen
Enige jaren geleden heb ik mijn scriptie geschreven over de relatie tussen toezicht op accountants en de wijze waarop dit kan bijdragen aan het herstellen van vertrouwen in accountants. Een onderwerp dat nog steeds actueel is.
Dit artikel is verschenen in de Accountant nr. 5, 2009
Bekijk alle artikelen uit dit nummer
Een van mijn constateringen is dat toezicht slechts beperkt kan bijdragen aan het herstellen van vertrouwen. Vertrouwen is namelijk de veronderstelling, dat wordt voldaan aan bepaalde verwachtingen. Toezicht kan alleen vaststellen dat wordt voldaan aan wet- en regelgeving. Als wet- en regelgeving niet aansluit op de verwachtingen (de verwachtingskloof) dan wordt het uiteindelijke doel niet bereikt.
Bij de totstandkoming van de Wta is specifiek als doel benoemd dat deze het gerechtvaardigd vertrouwen in accountants moet herstellen. In opzet al gedoemd te mislukken. Toch is de wet doorgevoerd en inmiddels zijn we een aantal jaren verder.
Het is goed om periodiek te evalueren. Doet toezicht wat het moet doen, bereiken we het gestelde doel? Hoewel een officiële evaluatie nog niet heeft plaatsgevonden, vallen me toch een paar dingen op over zaken die naar voren komen vanuit de AFM.
Ten eerste de opmerking dat het toezicht heeft geleid tot kwaliteitsverbetering. Mijn indruk is dat vooral een aandachtsverschuiving heeft plaatsgevonden richting de zichtbare vastlegging van werkzaamheden. In sommige gevallen zal dat inderdaad leiden tot betere controle, in veel gevallen kan dat ook leiden tot een vermindering van de inhoudelijke controle. De goede balans zal uiteindelijk wel gevonden worden.
Ten tweede de opmerking over het toezicht op de financiële verslaggeving. Het effect hiervan schijnt niet gemeten te kunnen worden. Bij mij rijst dan meteen de vraag in hoeverre dit dan wel mogelijk is voor het toezicht op accountants. Een nulmeting is niet gedaan, het begrip vertrouwen is niet gedefinieerd en de doelgroep die het vertrouwen moet hebben is onbekend. Het is niet eens duidelijk of het vertrouwen wel verdwenen is. Het wordt lastig om dan aan te geven of het doel wordt bereikt.
Als we daarnaast nog kunnen concluderen dat zelfs het uitgebreide toezicht op financiële instellingen niet heeft kunnen voorkomen dat problemen naar voren kwamen van ongekende proporties, heb ik mijn bedenkingen tegen het fenomeen toezicht. De tijd en energie die nu van alle kanten in toezicht wordt gestopt kan op andere manieren waarschijnlijk veel effectiever worden ingezet.
Wij moeten aantonen dat onze werkzaamheden hebben geleid tot voldoende onderbouwing van onze verklaring. Wordt het niet eens tijd dat de AFM aantoont dat haar werkzaamheden zal leiden tot een toename van vertrouwen in accountants?
Homme Idzerda