Dilettantisme in debat accountantswet
Minister Zalm had in het debat over de accountantswet een ‘stevige kluif’ aan de regeringsfracties CDA en VVD. Het leek hen niet te gaan om dualisme in de Tweede Kamer. ‘Dilettantisme’ is een beter predikaat: oppervlakkige beoefening van een vak, kunst of wetenschap.
Dit artikel is verschenen in de Accountant nr. 9, 2005
Bekijk alle artikelen uit dit nummer
Marcel Pheijffer
Als volger en ‘liefhebber’ van boekhoudschandalen (h)erken ik de noodzaak van extern en onafhankelijk toezicht op het accountantsberoep, een taak die conform het wetsvoorstel toezicht accountantsorganisaties bij de AFM komt te liggen. Die noodzaak is onder meer gelegen in het herstel van vertrouwen in het accountantsberoep.
Minister Zalm heeft zich goed in het accountantsdossier ingelezen. In het debat met de Tweede Kamer bleef hij overeind. Wel liet hij een steek vallen op het punt van de fraudemelding door accountants: moest die nou bij de AFM of bij een politieagent plaatshebben? De minister twijfelde en moest zijn standpunten op dit punt diverse keren herzien.
De minister kreeg in het debat uiteindelijk niet alleen oppositie van de linkerkant van het politieke spectrum. Er was een opmerkelijke rol weggelegd voor de regeringspartijen VVD en CDA. Zij dienden vele amendementen in en legden minister Zalm het vuur na aan de schenen. De argumenten waren vaak niet overtuigend. Veel amendementen werden weer ingetrokken.
Met het dualisme dat door de woordvoerders van de regeringspartijen ten toon werd gespreid is op zich niets mis. Tenzij het is ingegeven door weinig inhoudelijke motieven. En dat lijkt het geval. Onder ingewijden wordt volop gesproken over de lobby die de NOvAA heeft gevoerd. Voor de stemming in de Tweede Kamer heeft deze beroepsorganisatie voor Accountants-Administratieconsulenten met name de VVD bestookt en opgeroepen tegen de nieuwe accountantswet te stemmen. De met het toezicht gepaard gaande kosten zouden een zware en ongerechtvaardigde last voor de AA-praktijk gaan vormen. Daarbovenop wordt gesteld dat het met name de beroepsgroep van de RA’s is geweest die de boekhoudschandalen heeft veroorzaakt.
De in de lobby gebruikte argumentatie is onjuist. Mijn ervaringen op het gebied van fraudebestrijding, bij onder meer de FIOD-ECD, laten zien dat fraude in het midden- en kleinbedrijf vaker voorkomt dan bij beursgenoteerde ondernemingen die door registeraccountants worden gecontroleerd. Minister Zalm wees in de Kamerdebatten op de vele mkb-bouwbedrijven die in de bouwfraudeaffaire figureren. Toezicht op accountants die het mkb bedienen is wat mij betreft dan ook geen overbodige luxe, die bovendien best wat mag kosten. Ik verwacht dat velen dat met mij eens zullen zijn.
Met name de VVD lijkt gevoelig te zijn voor de lobby van de NOvAA. Dat is zwak nu de argumenten zwak zijn. Bovendien betekent het vertraging in de met het wetsvoorstel ingeslagen weg van herstel van vertrouwen. Het CDA heeft in het debat in de Tweede Kamer eveneens zwak en vooral zwalkend geopereerd. Dat geeft te denken nu het juist deze regeringspartijen zijn die zo vaak verantwoordelijk zijn voor het economisch beleid (en het toezicht daarop) in ons land.
Gevolg van de NOvAA-lobby en het dilettantisme is dat de stemming over de nieuwe accountantswet voorlopig is uitgesteld. De Raad van State is verzocht nogmaals over het wetsvoorstel te adviseren en voorts worden de
verwachte administratieve lasten een tweede keer bezien. In het Financieele Dagblad van 16 maart 2005 wezen Ger van den Berg en Willem van Wijngaarden er reeds op dat de jaarlijkse kosten van een taxivergunning anderhalf maal hoger zijn dan die voor een accountantskantoor.
Politici en accountants zouden er dan ook goed aan doen meer naar de inhoud en minder naar de kosten van het toezicht te kijken. Daarmee zouden zij pas een zinvolle bijdrage leveren aan het benodigde herstel van vertrouwen in het accountantsberoep.
Noot
Marcel Pheijffer is hoogleraar/directeur accountantsopleiding NIVRA-Nyenrode.