Brrr!
De prijzen, instituten, richtlijnen en regelingen zijn er. Duurzaamheidsverslaggeving en maatschappelijk verantwoord ondernemen (mvo) beginnen angstig ‘gevestigd’ te ogen. Prachtig. Hoe maatschappelijker verantwoord er wordt ondernomen, hoe liever het mij is.
Dit artikel is verschenen in de Accountant nr. 9, 2005
Bekijk alle artikelen uit dit nummer
Toch kan ik aan het etaleren van prestaties en ‘beleid’ op dit punt maar niet wennen. Sterker, ik voorspel dat het met mvo en de verslaggeving daarover nooit serieus iets zal worden. De redenen: ongeloofwaardigheid, onmogelijke ideologische dilemma’s en tot ellende gedoemde controle.
Allereerst die geloofwaardigheid. Die zit hem in het onvermijdelijke pr-element, de window dressing. Over het maatschappelijk bewustzijn van de topbestuurders die the tone at the top zetten, hoeven we het nog nauwelijks te hebben: dat beperkt zich tot het inkomen van de collega’s (‘ben ik nog wel marktconform genoeg?’), daarbij gesteund door hun vakbondsleider Jacques Schraven. De maatschappelijke initiatieven van hun kumpanie - overigens gefinancierd door de aandeelhouders - strelen het top-ego maar betekenen verder niet veel. Laten we vooral nuchter blijven: beursgenoteerde ondernemingen zijn per definitie niet gericht op weldoen maar op winst, en dat is ook wel zo overzichtelijk. De mvo-lobby betoogt graag dat mvo ook financieel voordeel biedt, maar hierbij is de wens overduidelijk de vader van de gedachte, anders hoefde er niet zo’n drukte over te worden gemaakt. Hoogstens geldt dat extreem onmaatschappelijk gedrag financieel nadelig kan uitpakken: aan een schandaal heeft niemand behoefte. Maar dat is toch echt iets heel anders.
Bezwaar twee is dat de definitie van ‘maatschappelijk verantwoord’ vatbaar is voor eindeloze discussies, zonder duidelijk ja of nee. Kan kernenergie? Biotechnologie? De Rabobank stak er tot voor kort geen geld in, maar was dat nu echt maatschappelijk verantwoord? En neem het aantal vrouwen. Bedrijven vermelden dat braaf in hun duurzaamheidsverslag. Maar wat zegt het over je ‘sociaal’ gehalte dat in het topmanagement nauwelijks vrouwen werken, in de communicatiesector veel, en in de kinderopvang weinig mannen? Ik heb geen idee, en ik vrees velen met mij. Moet je kinderarbeidproducten rücksichtlos weren, ook als hele dorpen daarmee tot de bedelstaf worden veroordeeld? Zijn windmolens milieuvriendelijk of een afschuwelijke aanslag op het landschap? Is het als medicijn verkopen van ritueel geschudde, oneindig verdunde watertjes waarvan de medische werking nooit is aangetoond, een maatschappelijk verantwoorde activiteit, of is homeopathie een bedenkelijke vorm van volksverlakkerij? Dat soort vragen dus. Afgezien van het ooit zo sympathieke maar inmiddels ideologisch versteende Greenpeace, weet niemand de absolute antwoorden. En de rest is al wettelijk geregeld.
Dan bezwaar drie: de oncontroleerbaarheid. Doe als bedrijf wat je goeddunkt, maar maak er geen verslagen over, zou ik zeggen. En laat je als accountant al helemaal niet in met de controle daarvan, want de schandalen rond mvo-goedgekeurde maar zich toch misdragende ondernemingen zullen niet uitblijven. En ik vrees dat het publiek het verweer ‘dat aspect viel niet binnen onze controleopdracht’ niet zal begrijpen.
Maatschappelijk verantwoord handelen is fraai, uiteraard. Maar doe het gewoon en loop er niet mee te koop. Unilever, dat zijn hulp aan tsunami-slachtoffers schaamteloos uitventte tijdens de laatste jaarcijferpresentatie … Brrr! Accountantskantoren die in hun jaarverslagen uitgebreid kond doen van hun mvo-activiteiten ‘in de samenleving’. Houd er in hemelsnaam mee op. Kijk liever of je fiscale adviezen wel altijd maatschappelijk door de beugel kunnen.