Magazine

'Tornen aan niveau is als vloeken in de kerk'

Internationale harmonisering en invoering van de Bama-structuur beïnvloeden het accountancyonderwijs. Welke kant gaat het uit? Welke eisen zal de Commissie opleiding registeraccountants stellen? En wat zijn de gevolgen voor de instroom van jong talent?

Dit artikel is verschenen in de Accountant nr. 9, 2004

Bekijk alle artikelen uit dit nummer

» Download dit artikel in pdf

William Rothuizen

“De veranderingen die op Europees en zelfs mondiaal niveau worden geïnitieerd, worden steeds nadrukkelijker”, constateert Marcel Pheijffer, directeur van de Stichting NIVRA-Nyenrode en hoogleraar forensische accountancy aan de universiteiten Nyenrode en Leiden. “Zo wordt het Nederlandse onderwijs steeds meer beïnvloed door richtlijnen van de IFAC.”

De veranderingen komen voor een belangrijk deel voort uit de behoefte tot internationale harmonisering. Zo moet de Bama-structuur (bachelor/master-structuur) binnen Europa de vergelijkbaarheid van opleidingen beter mogelijk maken. In Nederland wordt iemand registeraccountant op het niveau master of science, aangevuld met master-plus op bepaalde gebieden. Deze opleiding stelt hoge eisen.

Pheijffer meent dat de Nederlandse opleiding zich vooral onderscheidt door de verdieping en de breedte van de drie hoofdvakken: externe verslaggeving, administratieve organisatie en controleleer. En daarnaast door een academisch gedeelte, waarin het gaat om onderzoeksmethodologie en de vertaalslag van informatie naar echt concrete kennis en toegevoegde waarde.

Iets goed te maken

“De Nederlandse accountantsopleiding zit naar mijn mening aan de bovenkant van wat Europees en mondiaal wordt voorgeschreven”, zegt Pheijffer. “Maar wat er gebeurt via de verschillende buitenlandse initiatieven, zoals het common content-project (zie ‘de Accountant’, april 2004), mag er wat mij betreft niet toe leiden dat wij ons niveau gaan verlagen. Hoewel dat voor sommigen wat goedkoop overkomt verwijs ik toch ook naar de boekhoudschandalen. Die hebben in mijn ogen onder meer aangetoond, ook al heeft in een aantal gevallen de rechter nog niet gesproken, dat er iets moet veranderen. In de eerste plaats bij de onder toezicht en controle staande instellingen die verantwoording moeten afleggen. Maar ook zijn er voorbeelden naar boven gekomen van situaties waarin accountants niet goed hebben gewerkt. In het licht daarvan beschouw ik een eventuele roep om verlaging van de onderwijsstandaarden als vloeken in de kerk. De accountants staan momenteel op achterstand, ze hebben nog heel wat goed te maken. Dus laten we vooral niet praten over verlaging van het opleidingsniveau.”

Welke eindtermen?

Het Examenbureau moet plaatsmaken voor de Commissie opleiding registeraccountants, waarvan de leden door de overheid worden benoemd. Welke eindtermen gaat deze commissie vaststellen?

“Als het door een dergelijke commissie tot een niveauverlaging komt”, zegt Pheijffer, “waarbij een opleiding op universitair niveau niet vereist is om ingeschreven te worden in het accountantsregister, dan kan ik me voorstellen dat de universiteiten heroverwegen of ze de master-opleiding verplicht stellen om als RA af te studeren. Maar gezien de actuele discussie over het accountantsberoep en het feit dat er toezicht komt, kan ik me niet voorstellen dat de commissie de eisen echt gaat verlagen.”

Achtste Richtlijn

Gelet op de inspanningen van eurocommissaris Frits Bolkestein rond het accountantsberoep, mag worden verwacht dat er Europees voldoende druk zal zijn om de eisen hoog te houden.

Wim Moleveld, voorzitter van de Commissie Educatie van de Fédération des Experts Comptables Européens hoort van Duitse, Franse en andere collega’s dat zij veel nadruk leggen op een hoog opleidingsniveau. De recente voorstellen tot wijziging van de Achtste Richtlijn zegt echter niets over de opleidingseisen. “Vanuit de Europese Commissie is er geen grote druk om op dit punt veel te wijzigen”, stelt Moleveld vast. “Dat vinden we als FEE-commissie erg jammer, omdat het een gemiste kans is om de desbetreffende artikelen wat meer up to date te formuleren. Het gaat nu om aanscherpingen van zaken als behoorlijke beroepsuitoefening, integriteit en onafhankelijkheid. Ik hoop dat de Europese Commissie ook de tijd neemt om de bepalingen over het onderwijs te moderniseren. Want wat er in de richtlijn staat over niveau en inhoud van de opleidingen vinden wij als commissie niet meer van deze tijd. Het moet worden aangepast aan de Bamastructuur. Ook zouden we graag een wat modernere beschrijving van de vakken zien.”

Handhaven

Als voorzitter van de Permanente Werkgroep Accountancy, het overleg van alle Nederlandse universitaire accountancyopleidingen, zegt prof. André Bindenga dat deze opleidingsinstituten het erover eens zijn dat het huidige niveau gehandhaafd moet blijven. Sterker nog: men is van plan het te verhogen. “Nu kun je nog als accountant afstuderen zonder dat je doctoraalexamen hebt gedaan. Maar men wil met ingang van het volgende studiejaar invoeren dat je alleen een diploma krijgt als je master of science bent. Daar zijn de universiteiten het mondeling over eens. Ze willen dat schriftelijk vastleggen en alle betrokken universiteiten laten tekenen, zodat het officieel wordt.”

Teruglopende instroom

NIVRA-directeur Gert Smit merkt op dat de kantoren, met name de grotere, te maken hebben met een teruglopende instroom van jong talent. Studenten economie of bedrijfseconomie maken op een gegeven moment een keuze: gaan we door met de zware studie accountancy of gaan we nu aan het werk? “Daarom wordt hier en daar wel geopperd dat het niveau bachelor en bachelor-plus voor bepaalde typische accountancygebieden echt wel voldoende is. Moet je het niveau van de postdoctorale studie accountancy dan maar verlagen?”, vraagt Smit retorisch. “Of zeg je nee, we handhaven ons niveau?”

“Ik begrijp de zorg van de beroepsorganisatie en de kantoren”, zegt Pheijffer. “Maar gelet op wat er tegenwoordig van de accountant wordt gevraagd moet de student, als toekomstig accountant, een flink absorptievermogen hebben. Bijvoorbeeld het kunnen omschakelen en het tot je kunnen nemen van nieuwe ontwikkelingen, vereist naar mijn mening een academisch werk- en denkniveau. Dat betekent dat aan de accountancystudenten de hoogste eisen moeten worden gesteld.”

Doorleefde professional

Kan het relatief hoge Nederlandse opleidingsniveau ook nadelen hebben? Op korte termijn is dat wellicht mogelijk, meent Pheijffer. “Maar op langere termijn kun je heel goed voorop lopen met een hoge kwaliteit van door het onderwijs afgeleverde accountants. Laat ik een vergelijking maken met de kookboekbenadering zoals die in de VS gangbaar is. Zolang we in Nederland en in een aantal andere Europese landen nog steeds uitgaan van de geest van de regels en die als kaderstellend zien, betekent dat dat de accountant veel doorleefder moet zijn in kennis en ervaring, en gedwongen wordt te discussiëren en na te denken over ethische dilemma’s. Dat kun je niet uit boekjes leren, dat moet je ervaren.”

Pheijffer ziet dat er steeds meer op de accountant afkomt. Zoals het zich moeten verantwoorden in de vergadering van aandeelhouders. Waar hij vragen moet beantwoorden, in het kader van aansprakelijkstellingen bijvoorbeeld. “Iemand met vier jaar opleiding moet je niet in de boardroom of in de aandeelhoudersvergadering voor de leeuwen gooien”, waarschuwt Pheijffer. “Het lijkt mij goed dat de opleiding relatief lang duurt en zwaar is, waarin praktijk en theorie zo goed mogelijk vermengd zijn. Dat maakt dat de accountant geen studeerkamergeleerde is, maar een doorleefde professional die je het veld in kunt sturen.”

Privé-leven

Wim Moleveld, naast voorzitter van de eerdergenoemde FEE-commissie ook hoogleraar accountantscontrole aan de Universiteit Nyenrode, betwijfelt of het hoge opleidingsniveau de oorzaak is van een verminderde instroom van jong talent. Van de kant van de kantoren zegt hij juist te horen dat men een hoog opleidingsniveau nodig acht. Hij wijst naar de arbeidsmarkt: toen er veel vraag was gingen mensen met een doctoraal economie ook liever meteen de maatschappij in. “Mijn echte zorg”, zegt Moleveld, “is dat veel studenten in een deeltijdopleiding onvoldoende tijd krijgen voor de studie. Niet alleen door werkdruk, ook door de eisen die het privé-leven stelt. Studenten vertellen mij dat ze het vak verlaten omdat ze die druk van werk en studie niet willen.”

Erg zwaar

Bindenga benadrukt dat het probleem van de instroom vooral een probleem is van instromers die niet verder kunnen: “Dat betreft de hbo’ers die kunnen instromen op de accountantsopleidingen aan de universiteiten zonder dat ze eerst een doctoraalexamen halen. Dat willen de universiteiten nu afschaffen. De kantoren dringen er bij de mensen met een hbo-opleiding op aan dat ze voor RA gaan studeren. Dat betekent dat ze in deeltijd eerst het doctoraal examen moeten halen, oftewel het master of science-diploma, wat voor veel hbo’ers wel erg zwaar is. Ik denk dat de kantoren toch wel wat problemen zullen krijgen met de instroom omdat de hbo’ers niet verder kunnen via de nu nog gangbare weg.”

Allianties

Pheijffer: “Het ziet er naar uit dat alle universiteiten aan afgestudeerde RA’s de eis zullen stellen dat ze een master- of science-kwalificatie hebben. Dat betekent dat ze naast de hbo-opleiding, dat is hbo-bachelor, uiteindelijk een master-opleiding op universitair niveau moeten hebben gevolgd om ingeschreven te worden in het accountantsregister. Die eis weerspiegelt de zwaarte van het Nederlandse opleidingsprogramma. Hoewel er binnen de Bama-structuur wellicht mogelijkheden zijn om die eis te laten vallen en de accountantsopleiding dus positioneel puur te zien als een beroepsopleiding, waar de eisen kunnen worden gekoppeld aan de eisen die de beroepsorganisatie stelt, zullen, naar ik verwacht, alle universiteiten kiezen voor de kwalificatie master of science. Dat betekent dus dat de hbo’er verplicht wordt een universitaire opleiding te volgen. Dit is, denk ik, voor sommige hbo’ers te hoog gegrepen.”

Om de doorstroming van hbo naar universiteiten zo veel mogelijk te bevorderen worden nu allianties gesloten. Zo onderzoekt Universiteit Nyenrode de mogelijkheid om de samenwerking met Hogeschool INHOLLAND te intensiveren. Als er deficiënties bij de hbo’ers zijn die de doorstroming kunnen belemmeren, dan zal er een zo goed mogelijk schakelpakket moeten worden gemaakt.

Gerelateerd

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.