Oppassen geblazen
“Ongetwijfeld bent u al eens geconfronteerd met vragen van medewerkers die door uw bedrijf naar het buitenland worden uitgezonden.” Aldus de openingszin van een brief die ik ontving van een grote uitgever, een paar weken geleden. ‘Ongetwijfeld.’ Captains of industry onder elkaar, u begrijpt het. De onverschrokken elite van mannen van de wereld die, ver verheven boven de ambtelijke spruitjesgeur van duffe regelgevers, de economie wel even eigenhandig op sleeptouw zullen nemen.
Dit artikel is verschenen in de Accountant nr. 7, 2005
Bekijk alle artikelen uit dit nummer
Het kan verbeelding zijn, maar volgens mij hangt er verandering in de lucht. Na alle leeglopende zeepbellen, financiële schandalen en grijpgrage topmannen was de aandacht de laatste tijd vooral gericht op toezicht, corporate governance en het herwinnen van vertrouwen. Maar de teugels worden weer langzaam gevierd en het klimaat dreigt te verslappen. Regelgeving en toezicht zijn ‘administratieve rompslomp’ en de voeten hangen alweer een klein stukje boven de grond.
Allerlei tekenen wijzen daarop. Beloning in aandelen is ‘de’ trend onder topmanagers en de zakenbanken maken zich op voor een nieuwe fusie- en overnamegolf, ook al vernietigde die van 1998-2001 volgens een door The Economist aangehaalde studie zo’n 134 miljard dollar aan aandeelhouderswaarde. De eerste megaklapper is er ook al: Procter & Gamble koopt scheermessenfabrikant Gillette voor 54 miljard dollar. Gillette-topman James Kilts is er een groot voorstander van. “Daar heeft hij miljoenen redenen voor”, schreef The Wall Street Journal: “153 miljoen, om precies te zijn”, het bedrag dat Kilts aan de deal overhoudt. Nog even en toastende topmannen zijn weer een vast onderdeel van het NOS Journaal.
Ook verbaal wordt er weer gezweefd. Hoogmoed en verwrongen zelfbeelden herleven. Gerard Kleisterlee, Philips-topman van beroep, uitte begin februari 2005 bij het ontvangen van een Belgisch eredoctoraat - als managers eredoctoraten krijgen wordt het sowieso oppassen - kritiek op de risicomijdende inborst van de gemiddelde Europeaan. Nee, dan de Amerikanen: “Vastigheid en zekerheid zijn voor veel van hen geen primaire overwegingen. Mogelijkheden en kansen benutten die een ondernemend bestaan kunnen bieden, daar gaat het hen om.” Ik heb ‘s mans cv er eens op nageslagen, trillend van verwachting over de daaruit opstijgende ondernemersdynamiek. Dat viel tegen. Na zijn studie elektrotechniek in Eindhoven ging Kleisterlee in 1974 bij het Eindhovense Philips in loondienst en daar zit hij nog steeds. “Zoek een baan met pensioen, jongen”, zei mijn oma altijd.
Diezelfde week toonde het Nederlands Centrum van Directeuren en Commissarissen (NCD) zich “onaangenaam verrast” door de “negatieve teneur” van minister Zalms voorstel voor een nieuw boetestelsel voor overtreding van financiële toezichtswetten, waardoor behalve de onderneming ook de bestuurder kan worden beboet. “Slecht voor het imago van de mensen die nu juist het voortouw nemen in het herstel van de Nederlandse economie.”
Het voortouw. De vraag bij zoveel bellenblazerij is altijd of je nu moet huilen of schaterlachen. Uiteraard, directeuren en commissarissen doen zeer nuttig werk. Net als gemeentesecretarissen en apothekers. Maar degenen die de economie weer vlot trekken, dat zijn natuurlijk niet de NCD-leden - de directeureigenaren onder hen niet te na gesproken - maar de half miljoen echte ondernemers en ondernemertjes in Nederland. Niet alleen door hun grote aantal, maar ook, zo blijkt steevast uit onderzoek, als het gaat om dynamiek en innovatievermogen. Het klimaat verandert.
Als managers in loondienst zichzelf op de troon hijsen, dan is alertheid geboden.