Accountant heeft toekomst in eigen hand
Het februarinummer van ‘de Accountant’ presenteerde een aantal toekomstscenario’s op basis van onderzoek door Stichting Maatschappij & Onderneming (SMO). De ‘inventieve accountant’ van Mazars zou worden gekwalificeerd als ‘retro’, vermoedt Jos van Huut. Maar de werkelijkheid is volgens hem aanzienlijk genuanceerder.
Dit artikel is verschenen in de Accountant nr. 7, 2005
Bekijk alle artikelen uit dit nummer
Jos van Huut
Ik pleit al enige tijd - wellicht tegen de tijdgeest in - voor een renaissance van de accountant als belangrijkste adviseur van de onderneming. Mazars draagt dat in de dienstverlening nadrukkelijk uit en heeft het in externe uitingen over de ‘inventieve accountant’, een woordkeus die verschillend wordt geïnterpreteerd en gewaardeerd.
Volgens ons moet een accountant zijn cliënt relevante toegevoegde waarde kunnen bieden. Hij moet sparringpartner blijven voor het management, kunnen optreden als een huisarts: op een breed terrein adviseren en voor specialistische issues doorverwijzen naar specialisten binnen of buiten zijn organisatie. Dit alles uiteraard voorzover het past binnen de regelgeving die ons vak nu en in de toekomst beïnvloedt.
Toch is deze filosofie voor sommigen vloeken in de kerk. Controlerend accountants die ook adviseren hebben immers de ruggengraat van een mossel en zijn toch een van de belangrijkste oorzaken van de schandalen van de afgelopen jaren? En een accountant kan toch maar beter enige distantie bewaren tot zijn cliënt, zodat hij onafhankelijk kan blijven controleren?
Het rapport ‘Zekerheden van de toekomst’ van SMO kwalificeert ons impliciet als aanhangers van het retro-scenario. We zouden een ‘sterke heimwee naar vervlogen tijden hebben en denken dat die tijden ook weer terug komen’. Met andere woorden: we zouden terug willen naar de tijd vóór de boekhoudschandalen, waarin niemand al te veel aandacht besteedde aan accountants, zodat deze ongebreideld hun brede pakket aan diensten konden binnenkruien bij opdrachtgevers.
De werkelijkheid is in mijn visie aanzienlijk genuanceerder. Voorop staat dat ook Mazars zich volledig schaart achter de noodzaak en inhoud van de nieuwe wet- en regelgeving die op tal van fronten is ontstaan na de debacles van de afgelopen jaren. Denk daarbij bijvoorbeeld aan de nieuwe verslaggevingsregels (IFRS), de Nederlandse code Tabaksblat, nieuwe gedrags- en beroepsregels voor accountants, regels voor onafhankelijkheid, nieuwe internationale richtlijnen voor accountantscontrole, en allerlei branchespecifieke voorschriften. De regels hebben de neiging om steeds langer en gedetailleerder te worden, want onze huidige maatschappij is complex en laat zich nu eenmaal niet vangen in eenvoudige modellen.
Ik heb niets tegen deze wet- en regelgeving, integendeel. Ik heb wel zorgen over de gevolgen die deze regels kunnen hebben voor ons vak. Accountants zijn steeds meer bezig met de formele aspecten van hun wettelijke taak, en steeds minder met het creëren van toegevoegde waarde voor de ondernemer. Accountants neigen ertoe zich meer en meer te richten op de vraag wat mag of kan, in plaats van primair te zoeken naar goede oplossingen. Hierdoor komt de kern van ons ambacht in de verdrukking.
Ik ben ervan overtuigd dat dat niet nodig is. Een ondernemer mag van zijn accountant wat ons betreft verwachten dat deze constructief blijft bijdragen aan een betere beheersing van zijn operationele en financiële risico’s en waar mogelijk aan groei en een hogere efficiency. Dat kan ook prima binnen de bestaande wet- en regelgeving.
Een accountant moet goede oplossingen op de eerste plaats zetten en zich er daarna terdege van verzekeren dat die oplossing ook binnen de wettelijke kaders past. Accountants moeten een positieve grondhouding innemen ten opzichte van de uitdagingen die nieuwe regels stellen. Het is nu eenmaal een gegeven dat er steeds strakkere regelgeving op allerlei terreinen komt en zal komen. Accountants zijn de aangewezen partij om ondernemers te ondersteunen de uitdagingen van die regels te lijf te gaan, en kunnen daarmee helpen de Nederlandse economie uit stationaire stand weer op te laten trekken naar een hoger tempo.
Daarbij past wel een belangrijke nuancering. Deze rol van de accountant past vooral goed bij cliënten in het middenbedrijf. Bij beursondernemingen zijn de verhoudingen anders, en ligt de nadruk van de dienstverlening meer op het geven van maatschappelijk vertrouwen, door het uitvoeren van gedegen audits. Dit geldt evenzeer voor controles die zich bijvoorbeeld richten op besteding van publieke gelden. Voor deze gebieden geloof ik dan ook meer in het governance-scenario van SMO, omdat ik meen dat de maatschappelijke hang naar meer transparantie nog verder zal toenemen.
Eigenlijk maakt het niet uit of een accountant nu voor een multinational werkt, of voor het midden- en kleinbedrijf. Beiden moeten blijven redeneren vanuit de toegevoegde waarde die zij realiseren. Voor de eerste is dat vooral maatschappelijk vertrouwen, voor de ander ook een adviserende rol voor de onderneming. Accountants die dat centraal stellen in hun dienstverlening, hoeven niet bang te zijn voor hun toekomst. Ons vak zal leuk blijven.
Noot
Jos van Huut is voorzitter van Mazars.