Magazine

Limperg in de VS

In januari 2004 sprak Doug Carmichael in Florida over de vertrouwensleer van Limperg. Opzienbarend, want hij is de chief accountant van de nieuwe Amerikaanse toezichthouder op het beroep, de PCAOB.

Dit artikel is verschenen in de Accountant nr. 7, 2004

Bekijk alle artikelen uit dit nummer

» Download dit artikel in pdf

Philip Wallage

Carmichael begon zijn lezing, vrijdag 17 januari 2004, op een accountantscongres, met het uiteenzetten van de missie van de Public Company Accounting Oversight Board (PCAOB). Kort samengevat luidt deze dat het vertrouwen van beleggers en ‘maatschappelijk verkeer’ in de externe accountant moet worden herwonnen. Vertrouwen dat recentelijk door schandalen en ‘audit failures’ verloren is gegaan. De focus op het maatschappelijk verkeer bracht Carmichael, ‘of course’ op “Professor Theodore Limperg of the University of Amsterdam and his basic theory of the auditor’s function that has come to be known as the Theory of Inspired Confidence”. Een dynamische theorie, die een verband legt tussen de behoefte van het maatschappelijk verkeer aan betrouwbare financiële informatie en de beschikbare controlemethoden en -technieken.

Dynamiek

Verwijzend naar Limperg stelde hij vervolgens dat de accountant een vertrouwensfunctie moet vervullen omdat de rationaliteit van de functie anders vervalt. Maar daar liet hij het niet bij, want hij onderkende ook de algemene regel die vele decennia als baken voor Nederlandse accountants heeft gediend: “This takes the principles-based approach to its logical extreme. At this extreme, there are no definite rules for what procedures an auditor must perform in a particular case, but the general principle that guides the auditor is to perform enough work to meet the expectations the auditor has aroused in society.”

Hieruit trekt Carmichael een interessante conclusie: de veranderingen in de behoefte van het maatschappelijk verkeer brengen, tezamen met ontwikkelingen in controlemethoden en -technieken, veranderingen in de functie van de accountant teweeg. Aan deze veranderingen moet de accountant gehoor geven, om de rationaliteit van de functie te waarborgen!

Carmichael vervolgde zijn betoog met de interessante stelling dat de audit-functie zoals door Limperg is geformuleerd, de dynamiek in maatschappelijke behoeften veel beter reflecteert dan de Engelse en Amerikaanse systemen, waar historische wet- en regelgeving domineren. In ieder geval in theorie, want hij formuleert weloverwogen. “Limperg posited an audit function that had to be more responsive to the public perception …” Hij doet dus geen uitspraak of dit daadwerkelijk is gerealiseerd.

Afgeschermd

Vanaf de jaren veertig van de vorige eeuw tot de oprichting van de PCAOB in 2002 was het gebruikelijk dat de beroepsgroep de eigen controlestandaarden formuleerde. Onafhankelijke accountants interpreteerden, aldus Carmichael, hun eigen maatschappelijke rol. Verwijzend naar de theorie van Limperg stelt hij dat accountants daardoor tot op zekere hoogte werden afgeschermd van publieke ontevredenheid over hun interpretatie van maatschappelijke wensen.

Zo hanteert hij de theorie van Limperg om regelgeving uit handen van de professie te nemen, en de taak om maatschappelijke behoeften te interpreteren in handen te leggen van de PCAOB. De eerste standaard die de toezichthouder zal uitvaardigen vereist daarom dat de accountantsverklaring verwijst naar ‘controle uitgevoerd in overeenstemming met de standaarden van de PCAOB’, in plaats van te vermelden dat de controle is verricht ‘in overeenstemming met algemeen in de VS aanvaarde controlestandaarden (US GAAS)’, die zijn uitgevaardigd door het Amerikaanse accountantsinstituut (AICPA).

De nieuwe PCAOB-standaarden hebben de kracht van wet. Dit betekent echter niet dat het hier gaat om statische, formeel juridische regelgeving, aldus Carmichael. Integendeel, hij benadrukt dat de theorie van Limperg centraal zal staan bij het formuleren van controlestandaarden. De PCAOB zal daartoe een proces opzetten dat is gericht op het beschermen van beleggers en maatschappij: “The dynamic theory that connects society’s need for reliable financial information to the ability of auditing methods to meet this need is the essence of the process that the PCAOB must follow.” Met hulp van accountants moeten de controlemethoden worden bepaald die nodig zijn om de maatschappelijke behoeften niet te beschamen. Daartoe wordt op korte termijn een Standing Advisory Group benoemd.

Interne beheersing

Dat het beroep prima in staat is om aan nieuwe behoeften van het maatschappelijk verkeer te voldoen, wordt volgens Carmichael geïllustreerd door de recente concept-PCAOB-standaard over het controleren van de interne beheersing van financiële rapportage (Sarbanes-Oxley Act 404): “It is Limperg’s concept of expansion of the audit function in action.” Daarbij stelt de PCAOB zich zoals gezegd op als vertolker van de verwachtingen van het maatschappelijk verkeer. Daarom bepaalt de toezichthouder welke procedures en werkzaamheden moeten worden uitgevoerd om de verwachtingen niet te beschamen.

Samenvattend: De PCAOB onderschrijft de vertrouwensleer, maar wenst in te grijpen om te waarborgen dat het accountantsberoep het vertrouwen niet beschaamt, en te verzekeren dat de functie evolueert met de verwachtingen van het maatschappelijk verkeer.

Fraude

De vertrouwenstheorie heeft ook een aantal implicaties voor opleiders. Ten eerste noemt Carmichael de maatschappelijke behoefte aan ‘fair value accounting’, waartoe de accountant moet beschikken over voldoende kennis en vaardigheden. Het inschakelen van deskundigen op dit terrein is niet genoeg om aan de maatschappelijke verwachtingen te voldoen en ‘valuation expertise’ zou dan ook in het curriculum moeten worden opgenomen.

Een tweede belangrijke rol voor opleiders is het beter informeren van het maatschappelijk verkeer over hetgeen wel en niet van de accountant mag worden verwacht. En als derde punt noemt hij de noodzaak tot verdergaande kennis van geautomatiseerde systemen en de wijze van samenwerking met IT-audit-specialisten.

Ten slotte - het zal niet verbazen - moeten opleiders volgens Carmichael de nodige aandacht besteden aan het ontdekken van fraude, omdat er een grote maatschappelijke behoefte bestaat aan inspanningen van de accountant op dat gebied: “Unless an independent audit can provide this assurance, it has little if any usefulness to society.” Carmichael sloot af met de oproep dat overeenkomstig de leer van Limperg, het ‘vertrouwen’ in de auditor moet worden ‘gewekt’ door zowel audit-praktijk, opleiders als standaardsetters. Een oproep die ik als ‘Amsterdammer’ natuurlijk van harte onderschrijf. Zo levert de theorie een bijdrage aan het opzetten van effectief toezicht.

Philip Wallage is hoogleraar Accountantscontrole aan de UvA en partner van KPMG.

Philip Wallage is partner bij KPMG en hoogleraar leer van de accountantscontrole aan de Universiteit van Amsterdam.

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.