Geschenk voor accountants II
Laatst deel 3 van Lord of the Rings gezien. Een geweldig epos over de strijd tussen goed en kwaad. Wat me vooral beviel was het feit dat het zo volstrekt duidelijk was wie goed en wie kwaad was.
Dit artikel is verschenen in de Accountant nr. 7, 2004
Bekijk alle artikelen uit dit nummer
Zelden heb ik zo’n massaliteit aan monsters en andere lugubere karakters voorbij zien trekken. Een wereld waarin duidelijk geen plaats was voor grijstinten of moeizame morele afwegingen. Het voornaamste dilemma bestond uit de beslissing of je direct op je tegenstander inhakte of nog even wachtte op een geschikter moment. Een wereld die dus ver van ons staat. Of niet?
Recentelijk woonde ik een bespreking bij over de richtlijn ‘Accountants op de algemene vergadering van aandeelhouders’. De ontwikkeling van deze richtlijn, die aangeeft wat de aanwezigen op de aandeelhoudersvergadering van ons kunnen verwachten, heeft binnen het NIVRA tot de nodige discussies geleid. Eén van de vragen was in hoeverre we ons moesten laten leiden door een strikte interpretatie van de wet- en regelgeving. Volgens die interpretatie zou elke nadere uitweiding afbreuk doen aan het afgewogen eindoordeel, vastgelegd in de tekst van de verklaring. Het een zou tot het ander leiden en de vraag was of we ons konden permitteren om in een moeras van moeilijk te beantwoorden vragen te worden gezogen.
Onwillekeurig moest ik denken aan een scene uit Lord of the Rings. Op de hielen gezeten door een leger van kwaadaardige orks en een vuurspuwend monster uit de onderwereld ondernemen de hobbit Frodo en zijn metgezellen een lange vlucht. Een vlucht door een duizelingwekkend labyrint van mijnschachten, gangen en trappenstelsels. De weg naar de ontsnapping leidt uiteindelijk naar een afbrokkelende stenen loopbrug, waar de overkant alleen bereikt kan worden met een geweldige sprong. En hoewel één van de reisgezellen in de diepte verdwijnt, slagen de meeste leden van het vluchtend gezelschap erin aan de overkant te komen.
Voor de minder goede verstaander: dat labyrint van gangen en trappen associeer ik met onze complexe wet- en regelgeving. Vanzelfsprekend moeten we ons daar aan houden, onszelf in het ravijn storten is geen optie. Maar tot een daadwerkelijke uitweg leidt het niet. Aandeelhouders - als zijnde onze opdrachtgever - verwachten tekst en uitleg: een accountant die zich louter angstvallig aan de tekst van zijn verklaring vastklampt is onacceptabel. Natuurlijk zijn er voetangels, klemmen en wellicht complete ravijnen. Maar daar zullen we mee om moeten leren gaan. Herstel van vertrouwen wordt niet op een presenteerblaadje aangeboden. Dat moeten we verdienen en een zelfbewust optreden van een accountant tijdens de algemene vergadering van aandeelhouders kan daar in belangrijke mate toe bijdragen.
Dat wil overigens niet zeggen dat ik een sprong in het ongewisse aanbeveel, integendeel. Zoals ze in de atletieksport zeggen: de kwaliteit van de sprong schuilt in de aanloop. Met andere woorden, een zorgvuldige en gedegen voorbereiding, in samenspraak met de raad van commissarissen, draagt bij aan een succesvol optreden in de algemene vergadering van aandeelhouders.
Aan de basis hiervan dient een adequate richtlijn van het NIVRA te liggen. Een richtlijn die recht doet aan de behoefte van het maatschappelijk verkeer, maar die ook zal bijdragen aan een succesvolle sprong vooruit van onze beroepsgroep.
Gert Smit
algemeen directeur