Efficiëntie en effectiviteit niet vergeten
Maatregelen om de onafhankelijkheid van de accountant te versterken zijn belangrijk. Maar bij het kiezen tussen de alternatieven moet het gevolg voor de efficiëntie en effectiviteit van de audit niet worden vergeten.
Dit artikel is verschenen in de Accountant nr. 7, 2004
Bekijk alle artikelen uit dit nummer
Aleks Kayhan
Enige tijd geleden is de complete financiële wereld door vele opeenvolgende schandalen wakker geschud. Als reactie kwamen velen met aanbevelingen ter versterking van de onafhankelijkheid van de accountant. Daarbij wordt een arsenaal aan methoden genoemd, waaronder benoeming van de accountant door een auditcomité, betaling door een nieuw op te richten onafhankelijk orgaan en kantoorroulatie.
In de discussies over versterking van de onafhankelijkheid van de accountant worden echter geen of weinig woorden besteed aan de effecten van deze instrumenten op de efficiëntie en effectiviteit van de audit. Toch zijn ook deze aspecten van groot belang.
In de recente literatuur en discussie over de onafhankelijkheid van de accountant worden rond de vraag wie de accountant zou moeten benoemen de volgende alternatieven genoemd: de algemene vergadering van aandeelhouders, het bestuur c.q. de directie, de raad van commissarissen, het audit-comité, een staatsorgaan en een nieuw op te richten orgaan. Deze worden ook alternatieven genoemd bij de vraag wie de accountant zou moeten betalen. Bij een afweging tussen deze organen zou echter behalve met de onafhankelijkheid van de accountant ook rekening moeten worden gehouden met de efficiency en effectiviteit van de controle. Ditzelfde geldt voor andere ‘onafhankelijkheidsmaatregelen’ zoals kantoorroulatie of partnerroulatie.
Uit enquête-onderzoek rondom de benoeming en betaling van de accountant en partner- en kantoorroulatie blijkt namelijk dat de genoemde alternatieven volgens de ondervraagde accountants ten aanzien van deze aspecten duidelijk verschillen. Zo wordt partnerroulatie niet alleen gezien als een maatregel die onafhankelijkheid bevordert, maar ook als een superieure maatregel uit het oogpunt van effectiviteit van de controle. De resultaten wijzen er verder op dat er via inschakeling van de raad van commissarissen en/of een auditcomité een redelijk evenwicht tussen de drie aspecten kan worden gevonden.
In de definitieve Nederlandse corporate governance code van de commissie Tabaksblat staat dat de externe accountant moet worden benoemd door de algemenevergadering van aandeelhouders, op voordracht van de raad van commissarissen, waaraan zowel het audit-comité als het bestuur advies uitbrengen. Verder dient volgens de code de beloning van de externe accountant te worden goedgekeurd door de commissarissen, op voorstel van het audit-comité en na overleg met het bestuur.
Mijn onderzoeksresultaten kunnen worden gezien als ondersteuning van deze voorstellen, met name wat betreft de betrokkenheid van de raad van commissarissen en het audit-comité. Of de commissie Tabaksblat in zijn afwegingen rekening heeft gehouden met de efficiëntie en de effectiviteit van de audit is echter onduidelijk. In het algemeen wordt er bij het verdedigen van alternatieven ter versterking van de onafhankelijkheid van de accountant, te weinig verwezen naar de efficiëntie en de effectiviteit van de audit, terwijl blijkt dat er wat dit betreft, in elk geval in de perceptie van accountants, belangrijke verschillen zijn tussen de verschillende alternatieven. Daarmee zou bij het beoordelen van alternatieven meer rekening moeten worden gehouden.
Noot
Aleks Kayhan is werkzaam bij Ernst & Young Accountants te Amsterdam. Het artikel is geschreven op persoonlijke titel. Het doctoraalscriptieonderzoek is gehouden onder in totaal 139 supervisors, managers en partners van een groot accountantskantoor, onder wie 96 registeraccountants.