Nieuws
Ahold-top: stevig vonnis maar milde straf - Boetes bij MOT-overtreding - Frankrijk: combi controleadvies blijft beperkt - Nog een PCAOB-kantoor - Extreme accountants - Toezichthouder en claimrisico.
Dit artikel is verschenen in de Accountant nr. 10, 2006
Bekijk alle artikelen uit dit nummer
Ahold-top: stevig vonnis maar milde straf
Cees van der Hoeven en Michiel Meurs, ex-ceo en ex-cfo van Ahold, zijn op 22 mei 2006 veroordeeld tot negen maanden voorwaardelijke gevangenisstraf en € 225 duizend boete. Oud-bestuurder Jan Andreae kreeg vier maanden voorwaardelijk en € 120 duizend boete. Voor allen geldt een proeftijd van twee jaar.
Ex-commissaris Ronald Fahlin werd vrijgesproken. Om onder de Amerikaanse boekhoudregels de omzet van een aantal joint ventures bij de eigen omzet te mogen tellen, claimde Ahold de zeggenschap over die bedrijven middels door die partners ondertekende control letters. De inhoud daarvan werd echter ontkracht in aparte, voor huisaccountant Deloitte bewust geheim gehouden, side letters.
De Amsterdamse rechtbank acht Van der Hoeven en Meurs daarmee schuldig aan valsheid in geschrifte. De verdachten hebben “in ernstige mate” het vertrouwen geschonden van werknemers, klanten, beleggers maar “in het bijzonder ook” van deaccountant. Met dit handelen hebben ze niet alleen het aanzien van het bedrijfsleven beschadigd maar ook het publieke vertrouwen in de juistheid van jaarverslagen. Verder oordeelt de rechter dat de door Andreae bepleite “betrekkelijke onwetendheid als het gaat om ‘haute finance’ hem niet kan disculperen” (zie ook pagina 14).
De rechtbank vindt overigens dat de veel gemaakte vergelijking met de boekhoudschandalen bij Enron en Parmalat “in alle opzichten” mank gaat. Bij Ahold was geen sprake van een ‘onware’ of ‘valse’ balans of resultatenrekening” onder de Nederlandse verslaggevingsregels. Volgens Dutch GAAP mochten de omzetten wel volledig worden geconsolideerd.
Van der Hoeven kondigde meteen na de uitspraak aan in beroep te gaan. Van de andere verdachten en het OM was dat bij het ter perse gaan van dit nummer nog niet bekend. (Voor discussie over Deloitte, zie pagina 20 tot en met 31.)
Boetes bij MOT-overtreding
Sinds vorige maand kan het overtreden van de Wet Melding Ongebruikelijke Transacties (MOT) worden bestraft met een boete tot bijna € 22.000 per overtreding. Ondernemers zijn al een aantal jaren verplicht om contante betalingen van € 15.000 of meer en andere ongebruikelijke financiële transacties te melden bij het Meldpunt Ongebruikelijk Transacties. “Het is belangrijk dat meldingplichtigen zich bewust zijn van mogelijke financiële gevolgen van het niet melden van een ongebruikelijke transactie”, aldus Financiën over de per mei 2006 van kracht geworden boetemogelijkheid. Voor elke overtreding kan een aparte boete worden opgelegd.
De Wet MOT is in 1994 ingevoerd om witwassen en terrorismefinanciering te bestrijden. Banken en andere financiële instellingen vielen meteen onder de meldplicht. In 2001 kwamen daar ook handelaren in zaken van grote waarde bij, zoals autodealers en botenverkopers. In juni 2003 is de reikwijdte verder uitgebreid tot dienstverleners zoals advocaten, accountants, makelaars, belastingadviseurs en notarissen.
Frankrijk: combi controleadvies blijft beperkt
De Franse rechter heeft de eis van de big four en Grant Thornton om de sinds 16 november 2005 van kracht zijnde gedragscode voor accountants van tafel te krijgen, afgewezen. Steen des aanstoots voor de kantoren is de sterk beperkte mogelijkheid om controle en advies bij dezelfde klant te combineren. De rechter acht de regelgeving - in casu het overheidsbesluit daarover - een noodzakelijke maatregel om onafhankelijkheid van accountants te versterken, ook al maakt het grensoverschrijdende concurrentie tussen kantoren binnen Europa iets moeilijker. Omdat een overgangsregeling in het besluit ontbreekt, vindt de rechter wel dat de strengere regels niet gelden voor contracten die dateren van voor 16 november 2005. Terwijl Grant Thornton zich in deze zaak dus actief schaart aan de kant van de big four, zijn niet alle middelgrote kantoren tegen de strikte gedragscode.
Patrick Maupard, managing partner van HLB Maupard Fiduciaire, zegt in International Accounting Bulletin de code te beschouwen als “een goede kans voor de kleine kantoren om hun diensten af te zetten bij ondernemingen die geen gebruik willen maken van de wat dure services van de big four”.
In hetzelfde blad laat Philip Danjou, hoofd accounting van de Franse toezichthouder op de financiële markten, weten een “sterk voorstander” te zijn van de code. In de uitzondering voor bestaande contracten kan hij zich vinden: “Als dat het voor kantoren makkelijker maakt om te code te accepteren, door ze een paar maanden extra tijd te geven om er aan te voldoen, is het okay.”
Nog een PCAOB-kantoor
In het vorige nummer meldde ‘de Accountant’ (pagina 10) dat elf Nederlandse accountantskantoren zich hebben geregistreerd bij de Amerikaanse toezichthouder PCAOB. Eén kantoor blijkt abusievelijk over het hoofd te zijn gezien: RSM Niehe Lancée. Dat kantoor was er zelfs relatief snel bij. Al in juni 2005 is de registratie aangevraagd en kort daarna goedgekeurd, vertelt vennoot Erik Schat. De reden voor PCAOB-registratie is dezelfde als die bij andere ‘kleinere’ kantoren: het kunnen controleren van dochters van internationale controlecliënten van buitenlandse ‘zusterkantoren’. RSM Niehe Lancée is aangesloten bij RSM International, het in omvang zesde samenwerkingsnetwerk van de wereld. “Vanwege ons lidmaatschap van RSM krijgen we regelmatig zulke verwijzingen”, aldus Schat. “Die PCAOB-notering hebben we dus gewoon nodig om die opdrachten te kunnen blijven doen.” Waarvan akte, alsnog.
Extreme accountants
Niet alleen in Nederland dreigt een tekort aan accountants. En niet alleen hier kampt het beroep met een onduidelijk of saai imago. Dat laatste was in Engeland aanleiding tot een opmerkelijk, wat wanhopig ogend initiatief. Het Chartered Institute of Management Accountants (CIMA) - zeg maar de Britse FINADaccountants - sponsort een website onder de naam www.extreme-accounting.com. De kern: zelfgemaakte foto’s van in pak gehulde financials die snowboardend, diepzeeduikend, skydivend, bergbeklimmend en anderszins ongebruikelijk met ‘hun vak’ bezig zijn. Vereiste om op de site in beeld te komen is dat je als accountant in een ‘extreme situatie’ bezig bent met een ‘accounting-related’-activiteit en dat dit wordt toegelicht door te refereren aan een bekende accounting-term of uitdrukking. Het resultaat: een fotogalerij van onder meer accountants die duiken in de Rode Zee (‘in the red’), werken bovenop een vliegend vliegtuig (‘high level financial analysis’), klanten werven vanuit een vriescel (‘cold calling’) en kruipen door een grot (‘low balling’). Er kunnen ook enkele games worden gespeeld.
Brabantse krachtenbundeling
Van de Koolwijk Accountants en Adviesgroep en Van Wanrooij & De Putter accountants en belastingadviseurs zijn per 1 mei 2006 gefuseerd. Van de Koolwijk (29 medewerkers) heeft vestigingen in Zeeland, Uden en Someren, Van Wanrooij & De Putter (elf medewerkers) in Heesch. Beide kantoren richten zich vooral op mkb- en agrarische cliënten in de regio Oost-Brabant.
Aanleiding voor de krachtenbundeling vormen het nieuwe toezicht onder de Wet toezicht accountantsorganisaties, de toenemende wet- en regelgeving, de te verwachten krapte op arbeidsmarkt en de snelle ontwikkelingen op ICT-gebied. De bestaande vestigingen zullen worden aangehouden en gaan verder onder de naam Brabant Accountants en Belastingadviseurs.
Non-profit kampt met ICT
Naast de commerciële dienstverlening is de non-profit sector in Nederland het meest informatie-intensief. Toch is één op de zeven managers erg ontevreden over de snelheid waarmee informatie kan worden opgevraagd, vindt eenderde de opslag van informatie onvoldoende en twijfelt veertien procent van de managers in overheid, onderwijs en zorg aan de betrouwbaarheid van het informatiebeheer. Dit blijkt uit de ICT Productivity Monitor van Heliview, een onderzoek onder zeshonderd managers.
Volgens 46 procent van de ondervraagden is de ICT-infrastructuur onvoldoende ‘servicegericht’ en 44 procent geeft aan dat de gebruikte applicaties problemen veroorzaken.
Er lijkt in de sector vooral ook sprake van een management issue op ICT-gebied: ruim een derde van de managers is ontevreden met de wijze waarop IT-management momenteel is georganiseerd.
VS: bij kleine kantoren meer vrouwen
Vrouwelijke accountants dringen in de Verenigde Staten steeds vaker door tot het partnerschap. Tien jaar geleden was twaalf procent van de partners vrouw, nu is dat twintig procent. Bij kleinere kantoren is die ontwikkeling veruit het sterkst, blijkt uit een studie van het American Institute of Certified Public Accountants. Zowel het aandeel ‘gewone’ vrouwelijke accountants als het aandeel vrouwelijke partners is daar groter. Bij kleine kantoren is een kwart van de partners vrouw, bij grote kantoren twaalf procent.
Toezichthouder en claimrisico
Toezichthouders laten hun handhavingsbeleid en daadwerkelijke handhaving niet beïnvloeden door de vrees voor aansprakelijkheidsclaims. Dat blijkt uit een internationaal onderzoek naar de aansprakelijkheidsrisico’s van toezichthouders (zie www.wodc.nl/onderzoeken/onderzoek_1189.asp). Die houding is terecht, want de kans op een claim is gering en de Nederlandse rechter heeft nog geen enkele grote claim definitief toegewezen.
Uit het internationale overzicht blijkt volgens onderzoeksleider Cees van Dam dat een redelijk handelend toezichthouder geen reëel aansprakelijkheidsrisico loopt en dat het aansprakelijkheidsrecht ‘geen wondermiddel is voor benadeelden en alleen al om die reden geen Angstgegner voor toezichthouders behoeft te zijn’. Toch zouden de toezichthouders volgens Van Dam de voor- en nadelen van een aansprakelijkheidsverzekering of een andere risicodekking moeten onderzoeken. De introductie van de nieuwe landelijke toezichthouders is volgens hem een stimulans om hierover na te denken. De meeste toezichthouders vinden het aansprakelijkheidsrecht overigens een nuttig middel om de kwaliteit van toezicht en handhaving te verbeteren. Bovendien hebben benadeelden in hun ogen recht op een schadevergoeding wanneer de toezichthouders te kort zijn geschoten.
Peter Legerstee vertrekt
Peter Legerstee stopt na twintig jaar dienstverband om gezondheidsredenen als directeur van de Nederlandse Orde van Accountants- Administratieconsulenten (NOvAA). Tijdens de Algemene Ledenvergadering op 12 juni 2006 neemt hij afscheid. Legerstee onderging in augustus vorig jaar een zware operatie en zal binnenkort opnieuw een behandeling moeten ondergaan. “Ik heb eerder het advies gekregen om te stoppen, maar de ontwikkelingen rond de Wet toezicht accountantsorganisaties lieten dat niet toe. Ik merk nu dat mijn gezondheid een vertrek onvermijdelijk maakt.”
Peter Legerstee trad in 1986 in dienst van de NOvAA. Hij was als directeur en als secretaris van het bestuur nauw betrokken bij de totstandkoming van de Wet AA in 1993 en recentelijk bij de Wta. In 1986 was de NOvAA een private belangenorganisatie met ongeveer 1.200 leden en twaalf bureaumedewerkers. Nu is het een publiekrechtelijke organisatie met 65 medewerkers, waar alle 6.500 AA-accountants bij zijn aangesloten.
VERA in Hongkong
VERA, het NIVRA-orgaan voor permanente educatie, heeft zijn vleugels uitgeslagen naar de Azië-Pacific regio. Eind april 2006 werd voor het eerst de VERA-ABN AMRO Master Course in Hong Kong georganiseerd, een driedaagse cursus met veertig deelnemers van de ABN AMRO Group Audit uit de gehele Asia Pacific Region, waaronder China, Singapore, Indonesië, India, Japan, Korea, Taiwan en Thailand.
Sinds 2004 organiseert VERA in samenwerking met de bank een in-house cursus ‘op maat’. In 2005 is de eerste internationale VERA ABN AMRO Master Course in Nederland georganiseerd. Het succes was aanleiding om dit concept verder binnen de Global Audit Afdeling van ABN AMRO ‘uit te rollen’. Er zijn plannen om de master course ook in Zuid-Amerika (Sao Paulo) en Noord-Amerika (Chicago) aan te bieden.
De sprekers in Hongkong waren Han Boer (KPMG) over SAS-70, Leen Paape (PricewaterhouseCoopers) over Enterprise Risk Management, Denise DeMaio (senior vice president Group Audit ABN AMRO) & John Bingham over Sarbanes-Oxley en compliance, en hoogleraar Henk Langendijk (Universiteit Nyenrode) over externe verslaggeving en boekhoudschandalen.
Financiële vacatures
Voor de derde maand op rij is het aantal vacatures in Nederland sterk gestegen. De maandelijkse Monster Employment Index - op basis van circa driehonderd Nederlandse carrièresites en vacaturepagina’s van websites bedrijven - steeg in april 2006 twaalf punten, de grootste stijging sinds deze ‘barometer’ anderhalf jaar geleden van start ging. De grootste groei deed zich voor in de financiële sector (banken en verzekeringen). Opvallenderwijs noteerde de categorie accounting/belastingen in april als enige een (geringe) daling.
Wta, en wat nu?
Onlangs is het eerste deel verschenen van een nieuwe NIVRA-reeks Actualiteiten. Met deze reeks beoogt het NIVRA ondersteuning te bieden bij vragen en ontwikkelingen die opkomen door actuele situaties.
In het eerste deel, Wta en wat nu?, wordt ingegaan op de praktische gevolgen van de nieuwe Wet toezicht accountantsorganisaties (Wta). Niet de hele wet en alle eisen die daarin worden gesteld komen aan de orde, maar alleen de onderwerpen die werkelijk nieuw zijn ten opzichte van de al bestaande regelgeving. De Wta en het Besluit toezicht accountantsorganisaties (Bta) zijn integraal als bijlage opgenomen.
Het NIVRA verwacht hiermee een handzaam en praktisch hulpmiddel te bieden voor kantoren die een vergunning gaan aanvragen. Ieder RA-kantoor ontvangt een exemplaar gratis.
Extra exemplaren (prijs € 15,- inclusief BTW) kunnen worden besteld via de website www.nivra.nl (dienstverlening, boekhandel online), of telefonisch 020-3010320.
Big four domineren arbeidsmarkt
Driekwart van de studenten accountancy en bedrijfseconomie hebben een voorkeur voor Ernst & Young, PricewaterhouseCoopers, Deloitte of KPMG als toekomstig werkgever. Dit blijkt uit de Imago Blauwdruk Arbeidsmarkt Accountancy 2005, een jaarlijks onderzoek door Blauw Research naar de positie van accountancywerkgevers onder bijna 1.200 hbo- en wo-studenten.
Een goede werksfeer, uitdagend en gevarieerd werk, goede arbeidsvoorwaarden en goede opleidingsmogelijkheden zijn de belangrijkste motieven van studenten om voor een bepaalde baan of werkgever te kiezen. Studenten met een big four-voorkeur hebben hechten meer dan anderen aan een ‘internationaal en toonaangevend karakter’ en goede opleidingsmogelijkheden. Studenten zonder voorkeur voor de grote kantoren prefereren een bank, multinational of middelgroot of klein accountantskantoor. Die allerlaatste categorie verwacht daar minder ‘een nummer’ te zijn, een informelere sfeer te treffen en een betere verhouding tussen werk en privé te vinden dan bij de grotere accountantskantoren.
Eerste voorkeur type werkgever
Big four 73%
Middelgrote en kleinere accountantskantoren 10%
Overige grote accountantskantoren 5%
Multinationals 4%
Banken 3%
Anders 6%
GIBO: ‘Nota’s twintig procent lager door XBRL’
De GIBO Groep denkt door de invoering van XBRL de nota’s voor samenstellingsopdrachten tien tot twintig procent te kunnen verlagen. Voor klanten met een boekhouding op ‘XBRL-leest’ hoeft het kantoor namelijk minder moeite te doen om verschillende jaarrekeningen of financiële cijfers te produceren en aan te leveren aan belastingdienst, handelsregister en CBS.
Op 9 juni 2006 tekenden GIBO en andere accountantskantoren het samenwerkingsconvenant (zie www.xbrl-ntp.nl/convenant) met enkele departementen, het CBS, de Kamer van Koophandel Nederland en softwareleveranciers. Met dat convenant verplicht de overheid zich de infrastructuur en het XBRL-woordenboek (‘taxonomie’) te onderhouden, die de gestandaardiseerde elektronische aanlevering van onder meer jaarrekeningen mogelijk maken. Softwareleveranciers verplichten zich om uiterlijk december 2006 financiële pakketten op XBRL-basis te hebben vervaardigd. En ABAB, Ernst & Young, GIBO Groep, KPMG en PricewaterhouseCoopers spreken door ondertekening af “zoveel mogelijk de gerealiseerde efficiencyvoordelen van het toepassen van de Nederlandse XBRL-taxonomie en het gebruik van de proces infrastructuur vanaf 1 januari 2007” door te (blijven) geven aan ondernemers.
Ernst & Young wist medio mei 2006 nog niet zeker of zij het convenant zou ondertekenen. Het kantoor hikt - net als Deloitte - aan tegen de deadline van 1 januari 2007. Hoe kunnen wij alles geïmplementeerd hebben als de softwareleveranciers pas in december klaar hoeven zijn, zo vragen Tom Vreeburg (Ernst & Young) en Twan van Gool (Deloitte) zich af.
Ook ABAB twijfelde aanvankelijk over de ondertekening, maar ging na aanpassing van enkele bepalingen overstag. Welke dat waren, weet de ABAB-woordvoerder niet precies. (LvA)
Nederlandse Taxonomie Project wint innovatieprijs
Het Nederlandse Taxonomie Project (NTP), waarbinnen een zogeheten XBRL-taxonomie is ontwikkeld, is een van de winnaars van de Nationale Innovatieprijs. Het NTP is een samenwerkingsverband van de ministeries van Justitie en Financiën en een belangrijk project binnen het programma vermindering administratieve lasten voor het bedrijfsleven. De geraamde lastenverlichting door gebruik van XBRL bedraagt voor ondernemers € 350 miljoen in 2007, maar kan volgens de betrokkenen bij optimale benutting oplopen tot zo’n 900 miljoen euro.
Vervolging hbo-fraude duurt te lang
“Keiharde fraude is niet bewezen, maar er was wel sprake van grove verschrijvingen en valsheid in geschrifte”, zei hoogleraar bedrijfseconomie en forensische accountancy Hans Kuijl in ‘de Accountant’ van december 2005 over de hbo-fraude. De kans bestaat dat de fraude nooit bewezen zal worden. Begin mei 2006 stuurde de rechtbank Zwolle-Lelystad de officier van justitie naar huis in de strafzaak tegen de stichting Saxion en twee individuele verdachten. De rechtbank verklaarde de officier van justitie niet-ontvankelijk omdat hij te lang heeft getreuzeld. Het ministerie van Onderwijs heeft namelijk al op 25 februari 2002 aangifte gedaan. Nu de officier de zaak pas vier jaar later op de zitting brengt heeft hij de redelijke termijn voor vervolging overschreden en daarmee in strijd gehandeld met het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens. Volgens de rechtbank zijn er geen bijzondere omstandigheden die de overschrijding kunnen rechtvaardigen.
Of strafvervolging definitief van de baan is, moet nog blijken. Het Openbaar Ministerie gaat namelijk tegen de niet-ontvankelijkverklaring in beroep. (LvA)
‘Percentage noemen is gewaagd’
De verplichting de kostenvoordelen door te geven, roept weinig weerstand op. Van Gool vraagt zich af of de investeringen in XBRL echt zoveel gaan opleveren als sommige betrokkenen bij het taxonomieproject beweren.
Ook Vreeburg heeft geen idee in hoeverre de XBRL-standaardisatie echt tot lastenverlichting voor ondernemers leidt. “Maar je krijgt wel een andere kostprijsberekening, omdat je minder uren hoeft te maken.” Dat de GIBO Groep percentages durft te noemen, vinden Vreeburg en Van Gool gewaagd.
GIBO-woordvoerder Martin Kuiter verklaart de kostenbesparing uit een eerdere reorganisatie, waarbij nieuwe producten zijn ingevoerd en medewerkers al een stuk efficiënter zijn gaan werken. De lagere nota’s zijn vooral daar het gevolg van. Dat nu ook de overheid efficiënter gaat werken levert extra besparingen op. Bij de opening van het nieuwe hoofdkantoor van de GIBO Groep op 15 mei 2006 nam minister Donner van Justitie de nieuwe XBRL- infrastructuur in gebruik door voor het eerst elektronisch een jaarrekening te deponeren in het handelsregister. (LvA)
Oud en man
Hoewel Nederland zich handhaaft in de corporate governance Top 3 van Europa, scoren Nederlandse vennootschappen op enkele punten onder de Europese norm. Dat blijkt uit een recent onderzoek van werving- en selectiebureau Heidrick & Struggles. Zo komen audit committees in Nederland gemiddeld 9,4 keer per jaar bijeen, terwijl het Europese gemiddelde 11,6 is. Ook het aantal audit committees ligt iets onder het Europese gemiddelde.
Volgens de onderzoekers zijn commissarissen in Nederland nog te veel afkomstig uit een beperkte kring. Slechts drie van de vier commissarissen zijn daardoor echt onafhankelijk te noemen. Van de tien onderzochte landen heeft Nederland de oudste bestuurders. Terwijl het Europees gemiddelde op 58,2 ligt, is de Nederlandse bestuurder 61,4 jaar oud. Ook de leeftijd van nieuw benoemde bestuurders is met 59,5 jaar hoger dan elders (55,1). Nederland lijkt gezien het aantal vrouwelijke commissarissen evenmin eigentijds: slechts 6,8 procent van de Nederlandse commissarissen is een vrouw, terwijl het Europees gemiddelde op 7,3 procent ligt. (LvA)