De dreiging van de pizza
Een acute dreiging brengt mensen sneller in beweging dan sluipend onheil. Neem bijvoorbeeld de pizza. Als één van de grootste vetbronnen medeverantwoordelijk voor Nederlands doodsoorzaak nummer 1: hart- en vaatziekten. Toch zullen veel mensen eerder hun vliegreis naar Thailand annuleren uit angst voor een besmette kip - een verwaarloosbaar risico - dan dat ze stoppen met pizza eten.
Dit artikel is verschenen in de Accountant nr. 10, 2005
Bekijk alle artikelen uit dit nummer
Sowieso stappen veel mensen met vliegangst elke ochtend onbezorgd in hun auto. Terwijl de kans dat ze het eind van de dag niet halen op de weg aanzienlijk groter is dan in de lucht.
Niets menselijks is de accountant vreemd, en ook wij treffen bij voorkeur de maatregelen als het gevaar zichtbaar en vlak voor onze neus aanwezig is. Zo leidde de berichtgeving over de prijsconcurrentie in de accountancy tot de roep van leden om als NIVRA snel en doeltreffend te reageren.
In dit geval leek het ons overigens verstandig om de berichtgeving in de krant niet voor lief te nemen en eerst eens uit te zoeken wat er aan de hand was. Uiteraard zijn we beducht voor de reputatie van ons beroep, maar tegelijkertijd bestaat er ook nog zoiets als vrije concurrentie, zorgvuldig bewaakt door toezichthouder NMa.
De roep om actie is tot nu toe echter uitgebleven als het gaat om de arbeidsmarkt. Terwijl naar mijn mening juist daar sprake is van een grote bedreiging. Al jarenlang blijft het aanbod van afgestudeerde registeraccountants achter bij de vraag. Het afgelopen jaar bedroeg het verschil zeker dertig procent en naar verwachting zal deze kloof de komende jaren niet kleiner worden. Onherroepelijk gaat dit leiden tot overbelasting van medewerkers, hogere personeelskosten en hogere tarieven. Bovendien vormt een structureel capaciteitsgebrek een bedreiging voor de efficiëntie en kwaliteit van de controle. Er worden meer risico’s genomen en werkzaamheden worden uitgesteld of vinden geen doorgang.
Toch hoor ik nergens een noodklok luiden. Mogelijk ligt dat aan het feit dat schaarste in eerste instantie leidt tot meer winst. Zo gaat dat in een aanbiedersmarkt. Wellicht ook is er sprake van ‘verborgen reserves’, bijvoorbeeld door de inzet van niet-RA’s. En ongetwijfeld zal het traditionele arbeidsethos een rol spelen: kaken op elkaar en gewoon een tandje erbij.
Maar de eerste scheurtjes worden zichtbaar. Zo sprak ik onlangs met bestuursleden van de VAS, de Vereniging van Accountancy Studenten, over de hoge werkdruk op de kantoren. Persoonlijk konden ze het nog wel aan, maar er vertrokken toch wel verontrustend veel jonge collega’s. En zelf hadden ze ook wel behoefte aan een weekje vrij bij de geboorte van hun eerste kind. De problematiek van werkdruk was door hen al vaker aangekaart, maar veel gehoor hadden ze tot nu toe niet gekregen. Kon het NIVRA er niet iets aan doen?
Een medewerker van een groot kantoor merkte op dat de velgen van de lease-auto’s een steeds grotere rol gingen spelen bij de werving van nieuwe medewerkers. Een ongewenste ontwikkeling, vergelijkbaar met de ICT-branche van enkele jaren terug, nog eens versterkt door bedrijven en ministeries met eveneens opgeschroefde RA-targets.
Misschien is het tijd voor een Deltaplan. Een gezamenlijke, grootschalige inspanning, die de neerwaartse spiraal definitief kan doorbreken. Als NIVRA zullen we de komende tijd de noodzaak en haalbaarheid van een dergelijke benadering onderzoeken. Want wat de oorzaken van het tekort ook zijn, we mogen de ogen niet sluiten voor de negatieve gevolgen. In het belang van het beroep én in het belang van de markt.
Gert Smit
algemeen directeur