Magazine

Nieuws

Imago kantoren - Trager betalen - Limitering aansprakelijkheid in VK? - Deloitte schrapt maatschapstructuur - Privacygedragscode ook voor forensisch accountant - Tuchtrechter straft met doorhaling én publicatie - AFM over beleggingsfondsen.

Dit artikel is verschenen in de Accountant nr. 10, 2004

Bekijk alle artikelen uit dit nummer

» Download dit artikel in pdf

Imago kantoren

Het imago van accountantskantoren op de arbeidsmarkt lijkt zich iets te herstellen. Na de achtbaanachtige ontwikkeling als gevolg van de overbekende schandalen, gaven afstuderende accountants-in-spé in het arbeidsmarkt- en imago-onderzoek 2003 van Memory Productions accountantskantoren beduidend lagere rapportcijfers dan in 2002. Vooral de big four hadden het zwaar. Inmiddels zijn de rapportcijfers weer op het oude niveau, zo blijkt uit editie 2004 van het onderzoek. De onderlinge verschillen tussen de kantoren zijn klein. Onder heao’ers is Ernst & Young nipt favoriet, bij de academici KPMG.

Wat betreft naamsbekendheid zijn de verschillen groter. Net als vorig jaar noemen de 536 respondenten Deloitte spontaan het vaakst (78 procent). Vorig jaar was dat nog vijftig procent. Die stijgende naamsbekendheid geldt voor alle grote kantoren. Dat lijkt een bewijs voor de stelling ‘het maakt niet uit hoe, als je het nieuws maar haalt’. Ten minste, voorzover het gaat om naamsbekendheid.

De onderzoekers vroegen ook bij welk bedrijf de studenten het liefst als interne accountant aan de slag zouden willen gaan. Favoriet blijkt Shell (6,3 procent), gevolgd door Philips (5,6 procent), ABN AMRO en Heineken (beide 3,2 procent).

Nog meer imago: op en/of neer

Anders dan in het Memory-onderzoek, dat zich beperkt tot studenten (zie elders op deze pagina), vertonen de big four in het jaarlijkse algemene imago-onderzoek door het blad Management Team nogal wat onderlinge verschillen. Vooral als het gaat om de imago-ontwikkeling.

Op de ranglijst van 500 ‘bedrijven met het beste imago’ duikelen Ernst & Young en KPMG sinds 2002 stelselmatig. Deloitte en PricewaterhouseCoopers lijken zich daarentegen in 2004 (na een forse dip tussen 2002 en 2003) juist wat herstellen. KPMG staat met een veertigste plaats nog altijd wel het hoogst genoteerd op de ranglijst, maar de indrukwekkende bijna-eredivisieplaats (21) uit 2002 is verleden tijd.

Voor wat betreft de aantrekkingskracht op de arbeidsmarkt, weet alleen Deloitte zich te verbeteren (van een 91ste naar vijftigste plaats). KPMG levert in (van dertig naar 42), evenals Ernst & Young en - vooral - PwC. Dat laatste kantoor gold in 2001 nog als de populairste werkgever van de vier, nu als minst populaire.

Het verschil in algemeen imago tussen de big four en de overige accountantskantoren blijft enorm. Buiten het illustere kwartet halen alleen Mazars, De Jong & Laan en BDO de top 500.

Trager betalen

De slechte economische situatie in Nederland maakt dat facturen steeds vaker te laat worden betaald. Bij bijna de helft van de Nederlandse bedrijven betreft dit meer dan dertig procent van de facturen. Bij eenderde is bovendien het totale openstaande bedrag toegenomen. Dit blijkt een onderzoek naar betalingsgedrag door Interview-NSS, in opdracht van Groep Gerechtsdeurwaarders Nederland (GGN).

Bij een op de vijf bedrijven wordt zelfs meer dan zeventig procent van de facturen te laat betaald. Als belangrijkste reden noemen ze financiële problemen bij de debiteur (36 procent). Een kwart van de geïnterviewden denkt dat deze van tevoren al van plan was te laat te betalen. Het totaal uitstaande bedrag aan vorderingen is bij één op de vijf bedrijven 1.000.000 euro of hoger en bij meer dan de helft van de bedrijven hoger dan 250.000 euro. In één op de drie gevallen is dit een toename ten opzichte van vorig jaar.

Opvallenderwijs hebben de bedrijven ondanks deze ontwikkeling hun incassobeleid niet geïntensiveerd, meldt Peter Taks, directeur van GGN. Hij vindt - het zal niet verbazen - dat bedrijven “geld laten liggen”. Zijn verklaring: “In tijden van economische recessie zijn bedrijven enorm gefocust op klantbehoud. Maatregelen die de relatie zouden kunnen verstoren, worden om die reden achterwege gelaten.”

Limitering aansprakelijkheid in VK?

In Nederland heeft minister Donner van Justitie het van de hand gewezen en ook eurocommissaris Frits Bolkestein moet er niets van hebben, maar in het Verenigd Koninkrijk houdt het ministerie van Industrie en Handel (DTI) een consultatieronde over mogelijke wettelijke limitering van de aansprakelijkheidsrisico’s.

Volgens The Financial Times zou PricewaterhouseCoopers hierbij hebben laten weten dat het nog slechts een kwestie van tijd is voordat de Engelse kantoren weigeren om ondernemingen in riskante bedrijfssectoren te controleren. Als de grote vier dat allemaal gaan doen, zou dat ertoe leiden dat bepaalde ondernemingen geen goede accountants meer kunnen vinden.

De PwC-woordvoerder in Engeland geeft geen commentaar op het bericht. Bij de grote vier Nederlandse kantoren loopt het ieder geval zo’n vaart niet. KPMG beoordeelt bij elke potentiële cliënt en opdracht de risico’s op basis van informatie uit openbare bronnen. Woordvoerder Andy Bellm: “Bepaalde bedrijfstakken zijn risicovoller dan andere. Maar er bestaan geen voorschriften of richtlijnen die ertoe zouden leiden dat in bepaalde sectoren van het bedrijfsleven geen controleopdrachten meer worden geaccepteerd.”

Volgens Marcel Baas van Deloitte overwegen hooguit de “second tier firms” in Nederland controleopdrachten bij multinationale en beursgenoteerde ondernemingen te weigeren. (LvA)

Zes maanden geen nieuwe controleklanten

Ernst & Young US mag zes maanden geen nieuwe beursgenoteerde controleklanten aannemen. Een jury legde het kantoor deze straf op vanwege het zich schuldig maken aan ‘ongepast professioneel gedrag’. De door de Securities and Exchange Commission aanhangig gemaakte zaak betreft een joint marketingovereenkomst met PeopleSoft uit 1990, waar Ernst & Young ook extern accountant was. Volgens de SEC-regelgeving mogen controlerend accountants geen directe zakelijke relaties hebben met hun controlecliënten.

Deloitte schrapt maatschapstructuur

“Om de transparantie te bevorderen” heeft Deloitte per 1 juni 2004 de maatschapstructuur verruild voor een structuur met BV’s. De accountants, fiscale en juridische adviseurs en consultants hadden ieder een aparte maatschap, waarvan de maten vaak bestonden uit de BV’s van de partners. Deloitte bestaat nu uit een holding-BV, waarvan de aandelen in handen zijn van de praktijk-BV’s van de partners. Onder de holding hangen drie werkmaatschappijen, elk ook in de vorm van een BV.

PricewaterhouseCoopers en KPMG hebben vrijwel dezelfde constructie. Bij PwC is de holding ook een BV, maar zijn de werkmaatschappijen NV’s. Bij KPMG hebben zowel holding als werkmaatschappijen de NV-vorm. De geplaatste aandelen zijn in handen van de praktijkvennootschappen van de partners. Alleen Ernst & Young heeft nog een maatschapstructuur.

De rechtsvorm is één van de verdedigingslinies tegen de toenemende aansprakelijkheidsrisico’s. Bij BV’s en NV’s is het vermogen van de vennootschap afgescheiden van het privévermogen van de vennoten en zijn de vennoten niet hoofdelijk maar proportioneel (naar rato) aansprakelijk. Ook het fiscaal regime maakt deze vennootschappen aantrekkelijk. Een nadeel kan zijn dat zij jaarcijfers moeten publiceren. En verder ervaren vrijeberoepsbeoefenaren de interne structuur vaak als knellend. (LvA)

Geen LLP

Na recente uitspraken van het Europese Hof van Justitie zouden Nederlandse kantoren ook de in Engeland populaire LLP-vorm (limited liability partnership) kunnen kiezen. Voor cliënten is deze rechtsvorm een stuk transparanter dan een conglomeraat van maatschappen en vennootschappen. Maar de Nederlandse big four overwegen dat niet.

Met name de Engelse accountants voelden de behoefte aan een nieuwe rechtsvorm die de voordelen van de verschillende rechtspersonen in zich verenigt. In Engeland mogen accountants hun aansprakelijkheid namelijk niet beperken. Omdat de Engelse wetgever niet in beweging kwam, bogen PricewaterhouseCoopers en Ernst & Young zich acht jaar geleden over een Jersey-variant op de Amerikaanse LLP. De Engelse wetgever vreesde dat bedrijven zouden vluchten naar het Kanaaleiland en kwam toen wel in actie: op 6 april 2001 werd de Limited Liability Partnerships Act 2000 ingevoerd.

De LLP is een maatschap van natuurlijke personen (dus geen praktijkvennootschappen) met een scheiding tussen zakelijk en privé-vermogen. De partners kunnen in het partnership-contract afspreken dat ieder slechts voor een deel van de schulden aansprakelijk is. De LLP blijkt in Engeland gewild: binnen een jaar hebben bijna 2.600 bedrijven deze rechtsvorm gekozen, waaronder de vier grote accountantskantoren. (LvA)

Vergaderen...

Franse, Italiaanse en Britse topmanagers vinden lange werkdagen het minst plezierige aspect van hun werk. In andere landen prijken lange vergaderingen boven aan de ergernislijst. Ook in ‘vergaderland’ Nederland. Britse managers ergeren zich opvallenderwijs aan vrijwel alle negatieve aspecten van hun baan meer dan hun Europese collega’s. Alleen het bijwonen van sociale evenementen en bedrijfsfeesten ligt ze minder zwaar op de maag dan gemiddeld. Nederlandse en Belgische managers lijken binnen Europa het minst tot feesten geneigd, Duitsers hebben er de minste moeite mee. Blijkt uit onderzoek onder 1.500 topmanagers.

Blokdijk hoogleraar

Hans Blokdijk, emeritus-hoogleraar en gevestigd als zelfstandig adviseur, is per 1 mei 2004 benoemd tot hoogleraar accountancy aan NIVRA-Nyenrode. De benoeming geldt voor de tijd dat Blokdijk voorzitter is van de Stuurgroep Statistical Auditing, maar uiterlijk tot 1 maart 2007. De Stuurgroep omvat een aantal accountants en statistici met belangstelling voor de toepassing van statistiek in auditing. De groep ontstond in 1991 en staat open voor belangstellenden. Tot 2003 fungeerde de groep onder het Limperg Instituut. Na de herschikking van de taken van het Limperg Instituut werd aansluiting gevonden bij NIVRA-Nyenrode. Blokdijks benoeming formaliseert deze band.

Privacygedragscode ook voor forensisch accountant

De privacygedragscode voor particuliere onderzoeksbureaus van de Vereniging van Particuliere Beveiligingsorganisaties (VPB) gaat, waarschijnlijk al met ingang van 1 juli 2004, gelden voor alle 271 recherchebureaus met een vergunning. Dat zei directeur-generaal Rechtshandhaving van het ministerie van Justitie, Stan Dessens, op 16 april 2004 tijdens een praktijkdag in Zeist. Dit komt erop neer dat de gedragscode ook gaat gelden voor de forensisch accountants. De ‘forensische’ afdelingen van de vier grote accountantskantoren zijn weliswaar geen lid van de VPB (en willen dat ook niet worden), maar hebben wel een vergunning van Justitie om te kunnen optreden als particuliere rechercheur.

In de privacygedragscode zijn de bepalingen van de Wet bescherming persoonsgegevens toegesneden op de informatieverwerkingspraktijk bij rechercheonderzoeken naar personen, die particuliere bureaus in opdracht van derden uitvoeren. Verder bevat de code een hoofdstuk over de methoden van gegevensvergaring. Uitgangspunt daarbij is dat particuliere onderzoeksbureaus dezelfde rechten en plichten hebben als iedere burger, maar dat van hen een grotere mate van zorgvuldigheid mag worden verwacht in het kader van hun beroepsuitoefening.

Op het eerste gezicht lijkt de privacygedragscode forensisch accountants niet meer verplichtingen of beperkingen op te leggen dan de Richtlijn inzake persoonsgerichte accountantsonderzoeken doet. Volgens die richtlijn moet de accountant de gegevens op rechtmatige wijze vergaren en mag deze geen gegevens gebruiken die onrechtmatig zijn verkregen. In de richtlijn wordt niet uitgewerkt wat wel en niet onrechtmatig is. Wat dit betreft kan de forensisch accountant enige steun ontlenen aan de privacygedragscode.

In één opzicht gaan de richtlijn en de beroepsregels voor accountants duidelijk verder dan de privacygedragscode: bij persoonsgebonden onderzoek door een accountant moet de onderzochte persoon altijd de gelegenheid krijgen om binnen ‘redelijke termijn’ commentaar te leveren op de bevindingen. Als de betrokkene niet meewerkt en de accountant geen deugdelijke grondslag voor zijn rapportage kan krijgen, moet hij zijn opdracht beëindigen of eventueel een aangepaste opdracht overeenkomen. Particuliere rechercheurs hoeven volgens de privacygedragscode echter alleen het conceptverslag van het interview met de onderzochte persoon voor te leggen voor commentaar. In veel gevallen is het particuliere rechercheurs toegestaan de onderzochte persoon pas na afloop in te lichten over het onderzoek. (LvA)

Studiebeurs, pardon: scholarship

Deloitte heeft aan Universiteit Nyenrode de Deloitte Public Governance Scholarship 2004 ingesteld. Deze beurs biedt ‘talent uit de publieke sector’ de kans daar het Public Governance MBA-programma te volgen. Nyenrode en Deloitte willen hiermee de nieuwe generatie managers in de publieke sector, waar een bedrijfskundige oriëntatie steeds belangrijker wordt, ondersteunen in hun streven naar top performance - het taalgebruik is in elk geval al marktconform - en het afleggen van de daarbij behorende verantwoording.

Kandidaten kunnen in aanmerking komen voor de 18.500 euro tellende beurs - pardon: scholarship - door het beschrijven van een praktijkcase. Drie geselecteerde kandidaten moeten op 15 november 2004 een korte presentatie houden, waarna op 1 december 2004 de winnaar bekend wordt gemaakt.

IFRS bij niet-beursgenoteerde bedrijven?

Ruim veertig procent van de Nederlandse finance managers ziet voordelen in de implementatie van IFRS voor niet-beursgenoteerde bedrijven. Nederland is hiermee het meest positief gestemde Europese land.

Dit blijkt uit een in opdracht van Robert Half Management Resources gehouden onderzoek onder 775 finance managers in negen landen. Internationaal ziet slechts 29 procent van de managers voordelen, ruim 34 procent ziet die niet. Tussen managers van beursgenoteerde en niet-beursgenoteerde bedrijven is er weinig verschil. In Nederland ziet ook daar 46 procent de voordelen.

Of IFRS ook voor niet-beursgenoteerde bedrijven zal gaan gelden is nog onduidelijk. Volgens het huidige Nederlandse wetsvoorstel zouden niet-beursgenoteerde financiële instellingen daar van worden vrijgesteld. Naast Nederland zijn ook Australië en Ierland relatief positief gestemd over de voordelen van zo’n verplichting. Tsjechische financieel managers zijn het meest negatief.

EC aanvaardt eerste IFRS

Na de aanvaarding van bestaande Internationale Accounting Standaarden (IAS) in oktober 2004 heeft de Europese Commissie in april de eerste Internationale Financiële Rapportage Standaard (IFRS) goedgekeurd. Deze betreft de eerste toepassing van IFRS-en en schrijft integrale toepassing voor, dus niet gedeeltelijk. Verder schrijft de standaard retrospectieve toepassing voor, met beperkte vrijstellingen, met name om praktische redenen en wanneer de kosten het nut zeer waarschijnlijk zullen overtreffen. IFRS 1 is van toepassing vanaf boekjaren 2004 (2004/2005), maar de invoering in de EU is een jaar later.

Tuchtrechter straft met doorhaling én publicatie

Klachten tegen een RA die gegrond worden bevonden leiden veelal tot een waarschuwing of een berisping. Bij ernstige overtredingen kan tijdelijk een schorsing volgen. In nog ernstiger gevallen besluit de tuchtrechter tot doorhaling uit het register en mag de veroordeelde zich geen registeraccountant meer noemen. Dit komt zelden voor.

Nog zeldzamer is dat de tuchtrechter openbare publicatie van de uitspraak gelast. Op 13 april 2004 was het zover. Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelde de overtreding zo ernstig dat het behalve tot doorhaling besloot tot publicatie hiervan (met naam) in de grootste landelijke en (desbetreffende) regionale krant.

De betrokken RA kreeg in 2000-2002 al een berisping wegens aantasting van zijn onafhankelijkheid door mee te werken aan een fiscale constructie waarbij hij een eigen belang had, grof nalatig was geweest en een onware mededeling had gedaan (zie JT 2003-3). Deze keer had het Openbaar Ministerie een klacht ingediend wegens het opzettelijk doen van belastingaangiften, onjuiste administratie voeren, valsheid in geschrifte en opzettelijk onjuiste jaarloonopgaven. In het tuchtvonnis beperkt het college zich tot het overgaan op het kasstelsel en onjuiste opgaven omzetbelasting. De betrokken RA had als directeur deze situatie jarenlang laten voortbestaan. De Raad van Tucht en het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelden het optreden als ernstig genoeg voor de zwaarste maatregel omdat door het gedrag ernstige schade is toegebracht aan de eer van de stand. (JA)

AFM over beleggingsfondsen

De Autoriteit Financiële Markten (AFM) roept aanbieders van beleggingsfondsen op om de belangen van beleggers beter te waarborgen. Aanleiding is een sectorbreed themaonderzoek dat de toezichthouder het afgelopen jaar uitvoerde, waaruit blijkt dat werkwijze op belangrijke gebieden tekortschiet, waardoor de belangen van beleggers onvoldoende worden gewaarborgd.

Volgens de AFM zijn het systeem en deels ook de regelgeving verouderd. Het onderzoek richtte zich op de volgende aspecten:

  • verwerking op- en afslagen in relatie tot de informatie in het prospectus
  • vergelijking van aan beleggers in rekening gebrachte kosten die in het prospectus staan vermeld
  • prijsvorming en handel met gelieerde partijen en derden
  • berekening intrinsieke waarde
  • kwaliteit van de administratieve organisatie aangaande genoemde onderwerpen

De AFM ziet tekortkomingen op het gebied van transparantie en zorgvuldige werkwijze van beleggingsinstellingen. Zo staat de toegepaste systematiek van op- en afslagen en de verrekening van deze kosten niet altijd op juiste wijze in het prospectus, waardoor de belegger daarvan een onjuist beeld krijgt. Ook wordt onvoldoende belang gehecht aan het vastleggen en naleven van procedures en de controle hierop. De bevindingen roepen tevens vragen op over de governance van beleggingsinstellingen en de rol van de accountant.

De AFM heeft overigens geen aanwijzingen dat op grote schaal voordeel is behaald ten koste van beleggers, zoals in Amerika het geval was (zie ‘de Accountant’ april 2004).

De toezichthouder wil dat de sector zelf het voortouw neemt voor verbeteringen en formeert daartoe een Commissie Modernisering Beleggingsinstellingen, waarin ook vertegenwoordigers van de sector zullen zitten. Deze commissie moet binnen zes maanden komen met een definitieve rapportage.

ING houdt fondsen tegen het licht

Na overleg met de AFM past vermogensbeheerder ING de informatie in prospectussen voor beleggingsfondsen aan om beleggers meer inzicht te geven in de kosten. ING-directeur Bergsma vertelde het Financieele Dagblad alle 140 fondsen van de groep tegen het licht te hebben houden. Waar nodig worden de procedurebeschrijvingen aangepast. “Dit was niet altijd goed geregeld. De handelwijze zelf wordt niet veranderd.” ING heeft ook de zogeheten unit linked-producten - die zijn gekoppeld aan levensverzekeringen - betrokken bij de ‘schoonmaak’, hoewel die geen deel uitmaakten van het nu gepubliceerde AFM-onderzoek.

Snelle Amerikanen

Beursgenoteerde ondernemingen kwamen over het jaar 2003/2004 beduidend sneller met hun jaarcijfers naar buiten dan voorheen. Deze internationale trend komt naar voren uit het Fast Close-onderzoek van IBM Business Consulting Services, een wereldwijde ranglijst van 150 bedrijven die aangeeft hoe snel ze hun jaarcijfers rapporteren. De helft van de onderzochte bedrijven (op basis van aantal dagen tussen jaareinde en publicatie jaarcijfers) reduceerde de publicatietijd met gemiddeld van vier dagen.

De Amerikanen blijken wereldwijd veruit de snelste sprinters, ook op dit vlak. Slechts één niet-Amerikaans bedrijf, het Zuid-Koreaanse Samsung Electronics, haalde de wereldwijde top-20.

Nederlandse bedrijven doen drie keer zo lang over publicatie als Amerikaanse, zo blijkt. De tien snelste AEX-bedrijven, afgezien van kampioen ASML, hebben dertig tot vijftig dagen nodig om de jaarcijfers te publiceren. De wereldwijde top 20 doet het in gemiddeld vijftien dagen.

Limperg Penning voor Jan Klaassen

Tijdens de door het Limperg Instituut en de Universiteit van Tilburg georganiseerde Limperg Dag 2004 op 27 april 2004 ontving hoogleraar Jan Klaassen (Vrije Universiteit) uit handen van Limperg Instituut-voorzitter Tom Groot de Limperg Penning wegens zijn bijzondere verdiensten voor de accountancy.

Het thema van de Limperg Dag luidde ‘Volatiliteit en resultaatsturing: betrouwbaarheid van fair values’. Drie sprekers uit de hoek van het bankwezen, kredietanalyse en accountancy belichtten het onderwerp vanuit hun eigen perspectief. Daarna volgde onder leiding van dagvoorzitter Aad Bac een discussie. In een van de komende nummers van ‘de Accountant’ wordt nader aandacht besteed aan het besprokene.

Modepolitie

Heeft u ze al gesignaleerd, accountants met kobaltblauw, appeltjesgroen, rood of oranje overhemd? De redactie van ‘de Accountant’ nog niet, maar volgens businessblad Management Team kan dat niet lang meer duren, want deze felle kleuren - en pasteltinten gek genoeg - zijn het komende zomer helemaal, in het zakenleven. Absoluut taboe daarentegen zijn de groteske, diagonaal gestreepte shirts die een tijdje populair leken te worden. Voor de redactie een hele opluchting.

Omdat anderen er zonder twijfel anders over denken en de textiele do’s and don’ts het verschil schijnen te kunnen betekenen tussen succes en afgang, hieronder de belangrijkste zomerregels. Volgens Management Team.

Meer verslaggevingsnieuws

Op 26 april 2004 heeft de EFRAG de Europese Commissie geadviseerd IFRS 2 Share-based payment te onderschrijven. Geen grote verrassing.

In april en begin mei 2004 publiceerde de IASB een aantal exposure drafts. Allereerst Proposed amendments to IAS 39 Financial Instruments: recognition and measurement: the fair value option. Verder een wijziging van IFRS 3 Business combinations, over onderlingen en contractverhoudingen, en een wijziging van IAS 19 Pension cost accounting. Tevens verscheen ontwerpinterpretatie van de IFRIC voor multi-employer pension plans (in Nederland bedrijfstakpensioenfondsen).

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.