Zeven enerverende jaren
In januari 2002, de maand dat Enron haar faillissement aanvroeg, trad ik in dienst bij het NIVRA. De beroepsgroep had het zwaar te verduren, de oorzaak van de boekhoudaffaires zou vooral liggen in een falende accountantscontrole.
Dit artikel is verschenen in de Accountant nr. 7/8, 2009
Bekijk alle artikelen uit dit nummer
Nu, zeven jaar later, verkeert de wereld opnieuw in een financiële crisis, één die bovendien aanzienlijk zwaarder is. Volgens hoogleraar Ruud Pruijm is er inmiddels dertigduizend miljard dollar aan aandeelhouderswaarde verloren gegaan, zo'n beetje de helft van het wereldwijde aandelenbezit. Daarmee vergeleken waren de boekhoudschandalen niet meer dan een rimpeling; Pruijm berekent de schade daarvan op ‘slechts’ 427 miljard dollar, nog geen anderhalve procent van wat er nu verloren is gegaan.
De impact van de teloorgang van Enron, Worldcom en ook Ahold op het accountantsberoep was destijds zo groot omdat de auditfunctie publiekelijk ter discussie werd gesteld. Het vertrouwensherstel in de jaren erna ging gepaard met een enorme toename van wet- en regelgeving om kwaliteit, onafhankelijkheid, interne beheersing en extern toezicht te waarborgen.
Zeven jaar na dato mag je concluderen dat dit misschien wel heeft geholpen voor accountants, maar niet voor hun opdrachtgevers. Een recent NIVRA-Nyenrodeonderzoek stelt dat de verscherping van regels na de boekhoudschandalen niet heeft geleid tot een mentaliteitsverandering van bankiers. Het toezicht op regelgeving is uitbesteed aan compliance-afdelingen, de bankiers die klanten bedienen maken zich er nog steeds niet druk om. Het belangrijkste effect lijkt dan ook te zijn dat er wat gaten in de wet zijn gedicht en dat de accountant onder toezicht van de AFM zijn dossiers beter bijhoudt.
Toch denk ik dat er achter de schermen het nodige is verbeterd. De accountant is dichter bij de commissarissen komen te staan, accountants opereren scherper en het vak heeft haar aanzien herwonnen. Je ziet dat ook aan de arbeidsmarkt, de belangstelling voor accountancystudies is de laatste jaren fors gegroeid.
De verbeteringen zijn in mijn ogen zeker niet het gevolg geweest van de toegenomen regelgeving, maar eerder de resultante van de pressie vanuit markt en politiek. Maatschappelijke druk werkt beter dan regeldruk.
Het beroep heeft zich de afgelopen zeven jaar in toenemende mate gemengd in het maatschappelijk debat. Dat was geen luxe maar noodzaak, want politiek en belanghebbende organisaties bemoeien zich meer dan ooit met het accountantsberoep. Het NIVRA is in die periode uitgegroeid van een gesloten en wat ambtelijke instituut naar een professionele, communicatief ingestelde beroepsorganisatie.
Toch merk ik dat accountants nog steeds moeten wennen aan de nieuwe rol. Als er van buitenaf kritiek komt overheerst te vaak nog de reflex van zich verschuilen achter regels en gevestigde tradities. Illustratief zijn de recente discussies rond geheimhouding. Overheden, belastingdienst en kantoren betrekken hier vooral stellingen en wisselen te weinig hun gezichtspunten uit. Juist in dit soort kwesties kan de beroepsorganisatie wat betekenen.
Veranderingen hebben echter tijd nodig. Ik ga het niet meer meemaken, na zeven mooie en enerverende jaren geef ik het stokje graag over. Met de fusie tussen NIVRA en NOvAA breekt er een nieuwe periode aan. Er zal aandacht nodig zijn voor efficiëntie en consolidatie. Tegelijkertijd zal de nieuwe beroepsorganisatie haar positie als bruggenhoofd voor het beroep verder moeten uitbouwen. Een prachtige uitdaging voor een nieuw management, maar vooral ook een nieuwe uitdaging voor een prachtig beroep.
Gert Smit
algemeen directeur