Spirituele hocus pocus
Voor mensen in en rond de financiële wereld kan het geen kwaad om ook eens naar buiten te kijken. Figuurlijk dan. Dat geldt nu, maar gold ook al in de periode waarin alle bomen nog tot in de hemel groeiden. Er is immers meer op aarde dan banksaldo, te grote horloges en kwartaalcijfers.
Dit artikel is verschenen in de Accountant nr. 7/8, 2009
Bekijk alle artikelen uit dit nummer
Merkwaardig genoeg verzandt dat 'andere' steeds vaker in zweefkezerij. Ik doel hier op 'spiritualiteit'. In mijn editie van de Van Dale (1992) betekende dat nog 'geestelijk bestaan' of 'geestelijke levenshouding'. Niks mis mee. Maar sinds de jaren negentig staat spiritualiteit in de praktijk maar al te vaak - vergeeft u mij - voor regelrechte hocus pocus.
De zweefsector drong al zeker vijftien jaar geleden ook door in het bedrijfsleven. Eerst vooral in Oibibio-gedaante. Bij KPMG klonk in die tijd hypnotiserende new age-muziek in de wachtruimte. 'Spiritualiteit' heeft de skylines van deze wereld nadien nooit meer echt verlaten. Integendeel.
Bestempelt u mij nu niet meteen tot iemand met uitsluitend oog voor spreadsheets, performance-indicatoren en andere materiële zaken. Medio jaren negentig abonneerde ik mij zelfs op het 'spirituele' tijdschrift Ode. Onder meer vanwege interessante artikelen over het eenzijdige meten van economische vooruitgang en de aandacht voor meer dan winst alleen. Maar gaandeweg raakte het blad steeds dichter bevolkt door wazige types, culminerend in een themanummer over het nieuwe millennium, waarin bloedserieus een handlezer en andere alternatieve tovenaars werden opgevoerd om de toekomst te voorspellen. Later volgde nog een nummer waarin 9/11 werd verklaard door mondiale energiestromen - of zoiets.
Bij Ode lijkt men, afgaande op de huidige website, weer wat bijgetrokken, maar de toenmalige 'verzweveriging' staat wel model voor de algehele ontsporing van wat nog steeds 'spiritualiteit' wordt genoemd.
Niet alleen zelfreflectie, ecologisch bewustzijn en oog voor planeet en medemens worden daar nu onder geschaard, maar ook Indiaanse zweethutten, Tibetaanse klankschalen, astrologie, contemplatief dansen, alternatieve geneeswijzen, natuurgodsdiensten, kruinchakra's, handoplegging, auralezen en andere routes naar 'persoonlijke groei'.
De spirituele revolutie reikt ver. En hoog. Zo opende minister Jan Pronk in 1998 in het ministerie van VROM een meditatieruimte die was ingericht volgens de Chinese Feng Shui-leer en waar 'ontstoringsblokjes' aardstralen buiten de deur hielden. En oud-SER-voorzitter Herman Wijffels, nooit ver weg als het over spiritualiteit gaat, vertelde in 2006 hoe hij bij zijn afscheid samen met het personeel oefeningen had gedaan in het "in dezelfde trilling komen".
Ook in het harde bedrijfsleven laat menig leidinggevende zijn beslissingen mede afhangen van astrologische inzichten of het raadplegen van de I Tjing.
In spirituele managementkring is men gek op de wat eng klinkende term 'leiderschap'. Volgens mij hebben de twee zaken weinig met elkaar te maken. Vervelender is echter dat de term spiritualiteit nogal eens wordt uitgesproken met een meewarige ondertoon van morele superioriteit. Wie niet 'spiritueel' is geïnspireerd, verstaat de tijdgeest niet en mankeert blijkbaar iets.
Om daar überhaupt iets zinnigs over te kunnen zeggen, moet dit ontspoorde containerbegrip eerst maar eens grondig worden opgeschoond.