Magazine

Papieren tijger

"Ik heb geen bewijzen kunnen vinden dat het toezicht leidt tot betere audits", zegt hoogleraar Clive Lennox over de inspecties van de Amerikaanse toezichthouder op accountants PCAOB. Naming and shaming van accountants die tekortschieten, zou effectiever zijn, meent hij.

Dit artikel is verschenen in de Accountant nr. 7/8, 2009

Bekijk alle artikelen uit dit nummer

» Download dit artikel in pdf

Onderzoek: toezicht PCAOB haalt weinig uit

De PCAOB werd na de deconfitures van Enron en WorldCom ingesteld met de Sarbanes-Oxley Act (SOx) uit 2002. De zogenoemde peekaboo houdt toezicht op de accountants die de boeken controleren van ondernemingen die vallen onder de Amerikaanse effectenwetgeving.

De kredietcrisis heeft laten zien dat de SOx in elk geval niet bij machte is geweest het bestuur van financiële instellingen met een notering aan de NYSE aan te zetten tot voorzichtigheid. Er zijn twijfels gegroeid aan de effectiviteit van de ooit zo gevreesde wet.

Ook de PCAOB lijkt niet zo effectief: “Ik heb geen bewijs gezien dat de inspecties een positief effect hebben op de kwaliteit van de audits”, zegt Clive Lennox. “Ik heb geen smoking gun kunnen vinden.”

Achthonderd rapporten

Lennox bekleedt als econoom een accountancyleerstoel aan de Hongkong University of Science and Technology. In april 2009 was hij een van de sprekers op het Accounting Spring Camp van de Universiteit van Tilburg. Daar besprak hij de teleurstellende bevindingen van zijn onderzoek van de PCAOB-inspecties, waarvoor hij en zijn medewerkers ruim achthonderd openbare rapporten doorspitten.

Dat hij zich vanuit Hongkong boog over Amerikaanse rapporten, heeft een praktische reden: “Deze gegevens zijn openbaar. In de inspectierapporten van de Engelse en Australische toezichthouders op accountants staan veel minder gegevens. Dat is ironisch. Gezien de kans op schadeclaims zou je zo'n openheid niet verwachten in de Verenigde Staten.”

Selectieve openbaarheid

Toch is het risico van claims wellicht de reden dat de inspectieresultaten bij de big four niet worden gepubliceerd. De PCAOB inspecteert ongeveer vijf procent van de controles die de big four uitvoeren bij beursgenoteerde ondernemingen. Lennox: “Het Congres heeft er na een lobby van de big four mee ingestemd dat de gegevens over hun controles vertrouwelijk blijven. Waarom is niet duidelijk. De PCAOB wil het niet uitleggen.”

Het gevolg van deze selectieve openbaarheid is dat Lennox alleen iets kan zeggen over de kantoren die niet de allergrootste ondernemingen controleren. Zijn onderzoek richt zich op ongeveer veertig procent van de Amerikaanse controlemarkt.

Is het onderzoek dan wel representatief?

“Ik heb geen reden om aan te nemen dat het bij de zestig procent en de big four anders is gesteld.”

Achter het bureau

Hoe gaat zo'n inspectie van de PCAOB in zijn werk?

“De inspecteurs houden gesprekken met de accountants, kijken naar de audit working papers, naar de beloning van de partners, naar de opleiding en training van de medewerkers en naar de tone at the top: het ethisch gedrag van het ondernemingsbestuur. Slechts een deel van de bevindingen wordt openbaar gemaakt. Als er bijvoorbeeld te weinig ontvangsten worden verantwoord en de accountants daar onvoldoende naar hebben gekeken, komt dat in het rapport. Maar als iets schort aan de opleiding en training van de controlemedewerkers is dat niet in het rapport terug te vinden.”

Gaan de PCAOB-inspecteurs altijd naar de kantoren toe?

“Nee, steeds minder. Omdat ze te weinig mensen en middelen hebben, doen zij steeds meer van achter hun bureau in plaats van on site.”

Zijn die gesprekken een beetje serieus? Of blijft het gezellig en beleefd, zoals in gesprekken met Nederlandse toezichthouders nogal eens pleegt te gebeuren?

“Ik was er zelf niet bij. Maar als ik afga op wat mensen zeggen die er wel bij waren, neemt de PCAOB de inspecties vrij serieus en zijn de inspecteurs ijverig. Geïnspecteerde accountants kunnen reageren op de inspectie. Uit die reacties blijkt dat zij nogal eens klagen over een te hardvochtige houding van de inspecteurs.”

Kleinere steekproeven

Besteden de inspecteurs voldoende tijd aan de controles?

“Daar kan ik niets over zeggen. Ik weet alleen dat ik geen positief effect heb gezien van de inspecties.”

Waarom houden ze die inspecties dan?

“Dat kun je je inderdaad afvragen. Er zijn daarom critici die zeggen dat de PCAOB meer moet doen aan handhaving. Dat wil zeggen dat de inspecteurs er niet naar moeten streven alle kantoren te controleren, maar de aandacht moeten richten op de kantoren waar de risico's het grootst zijn. Net zoals de belastingdienst dat doet. De PCAOB zegt dat zij risk-based werkt door bij een cliënt de dossiers te kiezen met de grootste potentiële risico's. Maar feitelijk heeft de PCAOB de laatste jaren minder tijd uitgetrokken voor inspecties bij zowel kantoren die het in haar ogen goed hebben gedaan als bij kantoren met een slecht rapport. Dat komt waarschijnlijk door de bezuinigingen op de inspecties.”

De steekproeven bij de inspecties worden steeds kleiner. Gebeurt hier hetzelfde als bij de audits door accountants?

“De inspecteurs hanteren dezelfde methode als auditors, ja.”

Honorarium

Er blijkt een verband te bestaan tussen wat de accountants aan honorarium ontvangen en het aantal onzorgvuldigheden bij de controle. Hoe zit dat precies?

“De kantoren die meer fouten maken, ontvangen ook minder voor hun controle. Zij hebben dus waarschijnlijk minder uren gemaakt en niet genoeg werk gedaan. Dat is niet erg verrassend. Wat ik wel verrassend vind is dat het bij de volgende inspectie precies hetzelfde is. De accountants zijn dus niet meer tijd gaan besteden aan de controle. En je vindt ook niet minder onzorgvuldigheden in de controle. De accountant doet zijn werk na een inspectie dus niet beter.”

Is de PCAOB een papieren tijger?

“Accountantskantoren hebben prikkels nodig om te veranderen. Dat kan de dreiging zijn van een straf. Of het openbaar maken van de oordelen in de vorm van bijvoorbeeld een A, B of C.”

Een triple A voor het goede kantoor, een Alt-A voor het minder goede?

“Dat zou kunnen. Als een kantoor een slechte beoordeling heeft, gaat zijn cliënt misschien naar een ander. Vóór de invoering van SOx was het systeem opener. Toen werden alle verslagen gepubliceerd en kon je zien welke kantoren problemen hadden. Nu is het moeilijk te zeggen of het kantoor het goed of slecht heeft gedaan. Je ziet een lijst met tekortkomingen. Maar bij grotere kantoren is die lijsten langer dan bij kleinere, omdat daar meer dossiers worden gecontroleerd. Dat wil dus niet zeggen dat het grotere kantoor slechter is dan het kleine kantoor, dat maar één of twee beursgenoteerde cliënten heeft.”

Naming and shaming

Bent u voor naming and shaming?

“Ja.”

En zou de PCAOB vaker een flinke boete moeten opleggen?

“Ja. De toezichthouder heeft eind 2007 een boete van één miljoen dollar opgelegd aan Deloitte & Touche en de controlepartner voor twee jaar uit het beroep gezet. De partner had de omzet van bepaalde producten bij zijn cliënt onvoldoende gecontroleerd. Het bedrijf boekte 59 miljoen dollar te veel moest de winst later flink naar beneden bijstellen. Tot nu toe is dit de enige keer dat de PCAOB zo'n hoge boete heeft opgelegd.”

Is er dan niets positiefs te melden?

“Ja, en dat is voor Nederland misschien ook wel interessant. Dat accountantskantoren zich moeten registreren als zij beursgenoteerde ondernemingen willen controleren, heeft een positief effect. In de Verenigde Staten is het aantal kantoren dat grote ondernemingen mag controleren daardoor gedaald van negenhonderd naar 540. Het zijn met name de slechtere kantoren die de markt hebben verlaten. Daardoor is de kwaliteit verbeterd.”

Wat vindt de PCAOB van uw onderzoek?

“Ik heb geen enkele reactie gehad. Ik weet niet of ze het gelezen hebben.”

Wie is Clive Lennox?

Clive Lennox is hoogleraar economics of audit reporting, the audit proces and auditor aan de Hongkong University of Science and Technology. Hij promoveerde als econoom aan de Oxford University en was daarvoor auditor bij KPMG.

PCAOB: ‘No comment’

De PCAOB reageert ontwijkend op onze vraag om een reactie.

Heeft de toezichthouder het rapport gelezen?

“No comment.”

Wat vindt de toezichthouder van de conclusies?

Of de toezichthouder te weinig mensen en middelen heeft moeten wij nalezen in een - onduidelijk - persbericht. Hoe de PCAOB denkt over een risk-based-benadering “staat in het jaarverslag”. De persvoorlichter is wel zo vriendelijk om de relevante passage uit het jaarverslag aan te halen: De inspecteurs inspecteren “delen van geselecteerde controleafspraken” en die selectie berust primair op een schatting van het risico op materiële fouten in de verantwoording, op significante tekortkomingen in de controle en andere specifieke risico's. 

Lex van Almelo is journalist.

Gerelateerd

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.