Magazine

Her-privatisering financiële instellingen

Hoe ziet het landschap van Nederlandse financiële instellingen er over vijf jaar uit? Dat hangt in hoge mate af van hoe en hoe snel de Staat zich weer uit zijn rol van grootaandeelhouder rol zal weten te manoeuvreren. Die gedachte was de rode draad in een besloten discussie op 13 mei 2009.

Dit artikel is verschenen in de Accountant nr. 7/8, 2009

Bekijk alle artikelen uit dit nummer

» Download dit artikel in pdf

Het debat was georganiseerd door Holland Financial Centre (HFC) in het Amsterdamse beursgebouw. HFC is een in 2007 gestart initiatief van financiële bedrijven en de overheid om Nederland als uitvalsbasis voor financiële ondernemingen aantrekkelijker te maken.

Uit de woorden van aanwezige kopstukken uit de Nederlandse bank-, verzekerings- en pensioenfondsenwereld werd duidelijk dat niemand dat aandeelhouderschap van de Staat op de langere duur beschouwt als een wenselijke situatie. Ook de overheid zelf niet. Maar over hoe en onder welke condities de overheid zou moeten uitstappen verschilden de inzichten sterk. Bankiers bleken bezorgd of het allemaal wel snel genoeg zou gaan om tijdig een strategisch en tactisch gunstige positie te kunnen innemen als de overgebleven spelers in de subsectoren van de mondiale financiële dienstverlening opnieuw posi- ties innemen.

In gezogen

Maar op het prioriteitenlijstje van Bernard ter Haar, directeur Financiële Markten bij het ministerie van Financiën, plaatsvervangend Thesaurier Generaal en sinds vorig najaar vooral bekend als de man die als rechterhand van Wouter Bos de reddingsacties van Fortis en ABN-Amro regisseerde, bleken heel andere dingen te staan. Hij waarschuwde bankiers die hoopten snel verder te kunnen op het punt waar hun spel vorig jaar zo ruw verstoord werd: “Realiseer u dat de samenleving níet terug wil naar de situatie zoals die was. De overheid is niet vrijwillig in de rol van grootaandeelhouder in banken terechtgekomen. Die is daar in gezogen. Burgers hebben nu de rekening betaald voor de risico's die bankiers namen en willen dat beslist niet nogmaals doen. In dit gezelschap lijkt nog niet volledig te worden beseft dat wij met die wens rekening hebben te houden.”

Streep

De topambtenaar verduidelijkte dat ook de overheid hoopt dat de miljardeninvesteringen voor de belastingbetaler een mooi rendement zullen opleveren, maar dat herstel van de stabiliteit van de sector belangrijker is, en geborgd moet zijn voor de toekomst: “We zijn geen financiële investeerder. We willen een exit zoeken als de systeemrisico's definitief voorbij zijn. Verkoop kan pas aan de orde zijn als er geen nieuwe lijken meer uit de kast kunnen komen. Dat weten we pas als deze crisis voorbij is en hoe lang dat duurt is onduidelijk.”

Ter Haars opmerkingen kunnen in de oren van de aanwezige bankiers en verzekeraars niet erg geruststellend geklonken hebben.

Jos Streppel bijvoorbeeld, tot voor kort cfo bij Aegon, zou juist wel zo snel mogelijk overgaan tot de orde van de dag. “We moeten ons huis op orde maken en dan een streep onder het verleden zetten.” Streppel zei ook openlijk dat hij vreest voor een doorslaan naar extreem zware kapitalisatiegraden van banken of het uitkleden van de rechten en winstaanspraken van de aandeelhouders. “Hoe krijg je anders beleggers straks zo gek die aandelen weer van de Staat over te nemen?”

‘Control-freakigheid’

Ook Sjoerd van Keulen, ex-bestuursvoorzitter van SNS-Reaal en sinds kort voorzitter van HFC, zag weinig in een bankwezen dat slechts nutsfuncties vervult en zich onderwerpt aan nog zwaarder toezicht: “Er is behoefte aan béter, niet aan méér toezicht. Control-freakigheid en een eenzijdig focus op het voorkomen van ongelukken is in niemands belang; ook niet in dat van de financiële consument. Financiële instellingen moeten bewegingsvrijheid hebben om te ondernemen en winst te maken.”

De condities waaronder aan banken kapitaalinjecties zijn gegeven noemde hij uiterst onaantrekkelijk. “Geen wonder dat men in Amerika al druk doende is om van die overheidssteun af te komen.”

Sneller

Ook Cees Maas, oud-bestuurder van ING en voorzitter van de Adviescommissie Toekomst Banken noemde de exit van de overheid als aandeelhouder als een cruciale kwestie. “Het zou de ambities van Nederland om als financieel centrum weer mee te spelen enorm helpen wanneer de Nederlandse Staat sneller dan andere landen zijn banken weer op eigen benen zou laten staan.”

Maar Maas moest ook toegeven dat als het banken lastig wordt gemaakt de rentemarge weer een goede winstbron te laten zijn, of met andere diensten nieuwe winstbronnen aan te boren, het vinden van nieuwe aandeelhouders een groot probleem kan worden.

De woorden van Financiëns topambtenaar Bernard ter Haar over die laatste mogelijkheid klonken echter niet erg hoopgevend. Hij waarschuwde bankiers herhaaldelijk dat de overheid alles zal doen om “een terugkeer naar de oude spelletjes, waarbij risico's in complexe producten worden verstopt” te voorkomen.

Publieke belang

Toch bood hij ook perspectief: “Wat de markt zelf kan, moeten wij niet willen doen. De overheid wíl verkopen, zij het onder voorwaarden: het publieke belang moet beter dan in het verleden geborgd zijn; risk management moet beter geregeld en het bonussenbeleid mag niet weer tot excessen leiden.”

Ter Haar daagde de aanwezige bankbestuurders uit eigen initiatieven te ontplooien om tot oplossingen te komen die voor alle partijen acceptabel zijn.

Hoe oplossingen eruit zien die de winstgevendheid van de sector bij al die voor- waarden weer zo aantrekkelijk maakt dat private beleggers de enorme aandelenpakketten van de Staat tegen gunstige prijs willen overnemen, leek Ter Haar ook zelf niet een-twee-drie te weten.

Voilá het grote dilemma.

Bert Bakker (1956-2022) was financieel-economisch journalist.

Gerelateerd

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.