Samenval vraagt om strategische afwegingen
Kleine rechtspersonen mogen de jaarrekening voortaan op fiscale grondslagen opmaken. Dat is het gevolg van een wetswijziging die op 10 juni 2008 door de Eerste Kamer werd goedgekeurd. Het klinkt als een onbetekenend nieuwsfeitje, maar zet de komende jaren de praktijk van alle accountantskantoren die samenstelwerk doen lichtjes op zijn kop.
Dit artikel is verschenen in de Accountant nr. 7/8, 2008
Bekijk alle artikelen uit dit nummer
Samenval. Het woord zoemt steeds meer rond in accountantsland en dat is maar goed ook. Want dit is een belangrijke ontwikkeling voor elke accountant die te maken heeft met samenstelopdrachten. Het project - dat is gestart op initiatief van het Nederlands Taxonomie Project met als doel het terugdringen van administratieve lasten - zorgt ervoor dat kleine rechtspersonen met terugwerkende kracht naar 1 januari 2007 hun jaarrekening kunnen opmaken op basis van fiscale grondslagen.
Simpeler gesteld: de winst in de jaarrekening is voortaan gelijk aan die in de vpb- aangifte. Dat maakt het des te overzichtelijker voor veel ondernemers, die vaak toch al niet begrepen waarom er verschillen waren tussen beide. Zeker in combinatie met XBRL - ‘de taal’ die het mogelijk maakt om uit te gaan van gestandaardiseerde datadefinities - leidt dat tot grote wijzigingen in de accountantspraktijk.
Misverstanden
Dit artikel gaat niet over XBRL, maar over de consequenties van samenval. Om te beginnen even een paar misverstanden de wereld uit die tijdens het Nationaal Taxonomie Evenement van mei 2008 (zie juninummer, pagina 56) hardnekkig de kop bleven opsteken. Ten eerste: ondernemers hebben een keuze. Ze hoeven voortaan de fiscale winst niet gelijk te schakelen aan de commerciële, maar mogen dat doen. En ten tweede: er blijven twee ‘documenten’ - al dan niet in elektronische vorm - bestaan. Het is dus niet zo dat een ondernemer voortaan kan volstaan met één keer cijfers indienen die dan zowel door de fiscus als door de Kamer van Koophandel worden gebruikt.
Belangrijker: wat zijn de consequenties van de samenval? Afgaande op alle discussies tijdens het genoemde evenement moet elk accountantskantoor een strategische afweging maken over een aantal zaken. Het proces moet namelijk bij veel kantoren volledig op de schop.
Vroeger keek de accountant eerst naar de cijfers, maakte nog wat boekingen in de administratie en maakte er al dan niet met behulp van een rapportgenerator een jaarrekening van. In veel gevallen was het dan al juni. Daarna kwam de fiscalist in beeld die de aangifte invulde op basis van de jaarrekening. En dat was al gauw weer een paar maanden later.
Marktschok(je)
Straks is er simpelweg geen onderscheid meer tussen het werk van de fiscalist en de accountant. Er wordt een administratie gevoerd en die levert direct cijfers op die bruikbaar zijn voor de aangifte en voor de jaarrekening. Voor alle kantoren waar nu nog een waterscheiding bestaat tussen accountants en fiscalisten levert samenval dus een aantal vragen op. Hoe ga je dat proces inrichten op je kantoor? Worden afdelingen van fiscalisten samengevoegd met accountants? Wie wordt er verantwoordelijk voor het controleren van de aangeleverde gegevens? De accountants? Of ligt het meer voor de hand dat een fiscalist dat doet? Moeten er dan mensen worden opgeleid? Wat voor software hebben we dan nog nodig? Willen we dit marktsegment blijven bedienen en hoe zorgen we dan voor afdoende efficiency?
Het antwoord op deze vragen zal van geval tot geval verschillen. Ieder kantoor zal dus zijn eigen afwegingen over moeten maken. Maar het lijkt zeker dat door de vereenvoudiging van de samenval er een marktschok(je) zal optreden, want de tarieven voor een standaard compliance-klant zullen stevig omlaag gaan, zo valt in de markt te beluisteren.
Meer concurrentie
De oorzaken daarvan zijn drieledig: de samenval zorgt voor efficiency, er zal steeds meer standaardisatie optreden en de opkomst van XBRL.
Niemand wil er met naam en toenaam over worden geciteerd - want het gaat om ‘strategische informatie’ - maar het zal zeker om meer dan een paar procent gaan. Een identiek verhaal geldt voor het aantal medewerkers per partner. Nu ligt de leverage bij de wat grotere kantoren zo'n beetje één op twintig, straks kan het wel één op vijftig worden.
De eenvoud zal dus flink wat concurrentie op gang brengen in dit segment van de markt. Boekhoudbureaus konden zich wel eens flink gaan roeren. Mogelijk schudt een grote nieuwe partij de lakens op met een uitgeklede propositie. En het is ook niet uit te sluiten dat een bank zich op dit terrein wil begeven. Het is voor een bank immers een uitgelezen kans om dichter op de huid van de klant te zitten.
De ‘arme’ accountant moet dus op een of andere manier efficiency realiseren en heeft dan op dit moment een nadeel: als hij een samenstelopdracht heeft gekregen moet hij de daarbij behorende werkzaamheden verrichten. Al zijn er ook wel wat workarounds om dat te omzeilen, door de accountant te ‘detacheren’ in plaats van hem een samenstelopdracht te geven.
Achterhoedediscussie
Accountants zijn momenteel te verdelen in voor- en tegenstanders van die samelstelverklaring. De voorstanders menen dat het een manier is voor de accountant om meerwaarde te leveren ten opzichte van andere partijen. Daar tegenover staan rabiate tegenstanders die menen dat de accountant ermee op achterstand staat omdat hij meer moet doen dan concurrenten die werken zonder de ballast van de samenstelverklaring.
De discussies over de samenstelverklaring lijken niet meer dan een achterhoedegevecht te zijn, ook al omdat elk accountantskantoor met een eenvoudig trucje de samenstelverklaring kan omzeilen: zet fiscalisten - of andere niet-accountants - in de lead bij het nieuwe compliancewerk. Zij hebben de handen vrij en hoeven geen samenstelverklaring af te geven.
Afgezien van de strategische vragen moet de accountant ook zijn klant voorbereiden op de effecten van de samenval. Want als de jaarrekening voortaan wordt opgesteld op basis van fiscale grondslagen - en dus volgens het principe van goed koopmansgebruik, en niet volgens het principe van het getrouwe beeld - dan zal veelal het vermogen omlaag gaan. Op papier dan. Zeker bij familiebedrijven is het zaak om dat goed uit te leggen. Anders denkt de familie dat hun kapitaal opeens aan het slinken is. Maar ook in de richting van de bank draait het om goede communicatie. Want op papier kan de solvabiliteit opeens aardig lager worden, terwijl er de facto niks verandert. Dat kun je dan maar beter van tevoren aankondigen.
Jojo-effecten
Het gaat dus om goede communicatie: uitleggen aan je klant wat er gebeurt. En dat er alleen op papier wat gebeurt. Dat is ook al nodig omdat er meer dan voorheen jojo-effecten in zijn cijfers zullen voorkomen. Verslaggevingsstandaarden zijn immers redelijk stabiel door de jaren heen, maar fiscale wet- en regelgeving heeft de neiging voortdurend te wijzigen, al was het maar omdat het politieke machtscentrum elke vier jaar wijzigt en met nieuwe fiscale bezems wil vegen. Ten slotte is er nog een ander punt dat direct raakt aan deze hele ontwikkeling. De werkgroep ‘Fiscaal Jaarrapport’ heeft de aangifte vennootschapsbelasting beoordeeld op basis van de wettelijke eisen om het belastbaar bedrag te kunnen vaststellen. Anders gezegd: alle gegevens die de overheid thans uitvraagt en die niet strikt noodzakelijk zijn voor de vaststelling van de belastinglast, zijn geschrapt. Dat blijken er nogal wat te zijn, want André Boekhoudt, partner KPMG Meijburg, vertelde tijdens het Nationaal Taxonomie Event van mei 2008 dat in de verkorte aangifte slechts een vijfde van de vragen overblijft. De rest is overbodig.
Niet meer controleplichtig
Naast de in dit artikel beschreven gevolgen kleven aan de ‘samenval’ ook nog wat vaktechnische issues, onder meer op het gebied van de vervangingsreserve en de waardering van onroerend goed. In het bestek van dit verhaal gaan we daaraan voorbij. Dat neemt echter niet weg dat ze in voorkomende gevallen zeer belangrijk kunnen zijn. En soms ook handig. Zo is het mogelijk dat toepassing van de fiscale grondslagen er toe leidt dat een onderneming op papier kleiner wordt, voldoet aan de wettelijke limieten van een kleine rechtspersoon en daardoor opeens niet meer controleplichtig is.
Gerelateerd
RJ-Uiting 2020-9, Handreiking bij de toepassing van fiscale waarderingsgrondslagen
De Raad voor de Jaarverslaggeving (RJ) heeft RJ-Uiting 2020-9: "Handreiking D3 'Handreiking bij de toepassing van fiscale waarderingsgrondslagen' (kleine en microrechtspersonen)"...
Slaat RJ de plank mis bij de jaarrekening op fiscale grondslag?
Microrechtspersonen en kleine rechtspersonen mogen bij het opstellen van de jaarrekening al enkele jaren kiezen voor een jaarrekening op fiscale grondslag of een...
Waardering deelneming
Mag een deelneming op nettovermogenswaarde worden gewaardeerd?
Hoe wordt herinvesteringsreserve verwerkt bij een dochter- en een holdingvennootschap?
Een holdingvennootschap heeft een 100 procent belang in een dochtervennootschap. Beide stellen een jaarrekening op fiscale grondslag op. De holding waardeert de...
Verwerking deelneming met afwijkende waarderingsgrondslagen
Een holdingvennootschap heeft 2 deelnemingen waarin een belang van 100 procent wordt aangehouden. (Geconsolideerd zijn deze vennootschappen klein!) Dochtervennootschap...