'Voorkómen is beter dan vóórkomen'
Als officier van justitie vervolgde Hendrik Jan Biemond de Ahold-top en diende hij een tuchtklacht in tegen Deloitte. Terug bij de advocatuur zorgt hij dat bedrijven niet voor de rechter belanden. "We moeten niet doorschieten naar overregulering, ondernemen is juist ook risico nemen. Maar op integriteit moet je nooit bezuinigen."
Dit artikel is verschenen in de Accountant nr. 11, 2007
Bekijk alle artikelen uit dit nummer
“Over die overstap van het openbaar ministerie naar de advocatuur, kom ik van mijn leven niet meer heen”, zegt Hendrik Jan Biemond, verwijzend naar de reacties van de buitenwereld op zijn terugkeer naar de advocatuur. In 2001 baarde hij opzien door als in fraude- en voorkenniszaken gespecialiseerde advocaat over te steken naar gene zijde van het strijdperk en enkele jaren de publieke zaak dienen.
Als officier van justitie werd hij vooral bekend door de vervolging van de Ahold-top. Nadat deze zaak in eerste aanleg was afgerond - Biemond tekende wel hoger beroep aan tegen de betrekkelijk lage straffen - keerde hij terug naar Allen & Overy, het advocatenkantoor dat hij vijf jaar geleden verliet.
Publieke zaak
Zelf heeft Biemond geen enkele moeite met de overstap. “In de Verenigde Staten is zo’n stap helemaal niet ongebruikelijk. In New York lopen heel wat advocaten rond die eerder bij justitie of de SEC hebben gewerkt.”
Sommige critici vinden dat hij het Openbaar Ministerie - dat chronisch gebrek heeft aan financiële expertise - in de steek laat. Of dat zijn dienstbaarheid aan de publieke zaak meer dienstbaarheid is aan zijn eigen carrière.
Biemond blijft er ogenschijnlijk onbewogen onder en vindt dat zijn stap navolging verdient van andere zakelijke dienstverleners, zoals advocaten en accountants.
Bestrijdt u fraude en voorkennis nu met adviezen?
“Ja. Ik voorkom nu dat cliënten in aanraking komen met justitie, De Nederlandsche Bank, de Autoriteit Financiële Markten of de SEC. Ik adviseer ondernemers helemaal aan de voorkant over compliance. Ik begeleid hen in hun contacten met toezichthouders. En als er toch iets misgaat, ben ik betrokken bij het interne onderzoek bij de cliënt. Mochten er desondanks uiteindelijk echt problemen zijn, dan doe ik mijn toga weer aan en sta ik mijn cliënt bij in de juridische procedure.”
Binnen zonder kloppen
U zult veel minder in de rechtszaal staan. Zult u dat missen?
“Nee. Voor mij is het nu vooral een uitdaging ervoor te zorgen dat mijn cliënten niet voor de rechter hoeven te verschijnen omdat er iets is misgegaan. Bijvoorbeeld door in goed overleg met de toezichthouder intern onderzoek te doen en passende maatregelen te treffen. In die zin zie ik wel een lijn tussen mijn werk als officier van justitie en wat ik nu doe. Er is nu een enorme ontwikkeling gaande in de richting van verantwoordelijk en integer ondernemen. Daaraan kan ik als advocaat ook een bijdrage leveren.”
Het verschil tussen advocaat en officier is dus eigenlijk niet zo groot?
“Niet zo enorm, nee. Vroeger kwam ik binnen zonder kloppen. Nu op verzoek. Maar ook nu overleg ik over de manier waarop ondernemingen kunnen voldoen aan de regels. Dat klinkt misschien idealistisch, maar dat is het uiteindelijk niet.”
Was u als officier van justitie idealistischer?
“Ik heb mijzelf nooit een echte crimefighter gevoeld. Ik vond het belangrijk om een tijdje de publieke zaak te dienen en verantwoordelijkheid te dragen voor de handhaving van het financiële recht. Dat deed ik met overtuiging, maar ook wel met de nodige distantie. Ik ben niet iemand die emotioneel betrokken is bij zaken.”
Powerplay
De Ahold-affaire...
“Ik zat al op die vraag te wachten.”
...welke invloed heeft die volgens u gehad?
“Ik zie het niet als een losstaande zaak. De affaire past in een internationale ontwikkeling en hoort misschien in het rijtje van WorldCom, Enron en Parmalat. Deze zaken hebben een grote invloed gehad op de regelgeving en het bewustzijn bij ondernemingsleiders van de risico’s die ze lopen. Bij misstanden moet je als onderneming schaken op verschillende borden. De Nederlandse en Amerikaanse beurstoezichthouders en justitie hebben ieder hun eigen invalshoek en tempo. Het is dan enorm lastig om de juiste strategie te bepalen. Daarvoor heb je advies nodig.”
Van een advocaat natuurlijk. U zit al aardig in uw nieuwe rol.
“Je bent als onderneming onderdeel van de samenleving. Je moet integer ondernemen en een goede bedrijfscultuur, de juiste tone at the top hebben. Maar we moeten niet doorschieten naar overregulering, zodat je als ondernemer alleen maar bezig bent met het vermijden van risico’s. Ondernemen is juist ook risico nemen. Maar op integriteit moet je nooit bezuinigen.”
Volgens de Amerikaanse strafmaatrichtlijnen zou de Ahold-top celstraffen van dertig jaar hebben gekregen, zo meldde u als officier in uw requisitoir. De Nederlandse rechter legde slechts voorwaardelijke celstraffen en boetes op. U bent tegen de uitspraak in beroep gegaan. Moeten justitie en toezichthouders in Nederland strenger optreden?
“Ik geloof niet in het Amerikaanse systeem. In de Verenigde Staten is er sprake van totale powerplay. Bijna niemand durft daar tegen toezichthouders te procederen. Dat zou ik voor Nederland niet wenselijk vinden. In Nederland is de handhaving vooral een kwestie van de toezichthouders en is het strafrecht een laatste redmiddel.”
Wat vindt u van het idee van de nieuwe minister van Justitie om de veroordeelde bedrijven te laten bijdragen aan de kosten van handhaving?
“Er bestaat al enige tijd de mogelijkheid om wederrechtelijk verkregen vermogen te ontnemen. Laat het Openbaar Ministerie dat maar eerst goed organiseren.”
Fraude melden
Heeft de Ahold-zaak uw kijk op accountants veranderd?
“Nee. Accountant is een moeilijk beroep. Je moet betrokken zijn bij de onderneming, maar niet op de stoel van de ondernemer gaan zitten. Je moet voortdurend je onafhankelijkheid bewaken. Dat kan een hele lastige positie zijn.”
Nou lastig … Als de onderneming niets doet tegen fraude moet je dat als accountant toch gewoon melden?
“Zeker. De fraudemeldingsplicht is nu wettelijk verankerd en de AFM houdt daar toezicht op. Voor accountants die zorgvuldig handelen is er een vrijwaring. Essentieel voor de externe accountant en de onderneming is dat je niet hoeft te melden wanneer intern onderzoek wordt ingesteld en passende maatregelen worden getroffen. Dat onderzoek kan worden uitgevoerd door de interne accountantsdienst, door de huisaccountant of de huisadvocaat. Maar het kan tegenover de toezichthouder beter zijn een externe advocaat in te schakelen. Het is niet voor niets dat internationale advocatenkantoren gespecialiseerde investigation teams oprichten.”
Het lijkt wel of u meer begrip hebt gekregen voor accountants...
“Nou... Het is een hele belangrijke positie. De handtekening van een accountant onder de goedkeurende verklaring is voor de samenleving een teken dat het in orde is. De accountantscontrole heeft een groot maatschappelijk belang.”
Acht maanden na de veroordeling van de Ahold-top diende u een tuchtklacht in tegen Deloitte. Waarom duurde dat zo lang?
“Het ligt niet op mijn weg om daar commentaar op te geven. Het enige dat ik kan melden is dat het ministerie van Justitie toestemming moest geven om het strafdossier als bijlage te voegen bij de klacht. Dat kan niet zomaar; zo’n procedure is een tijdrovende kwestie.”
Accountants onmisbaar
Heeft u voor het onderzoek in de Ahold-zaak samengewerkt met accountants?
“Ja. Wij hadden enkele zeer goede registeraccountants van de FIOD-ECD in ons team. Voor zo’n onderzoek zijn accountants onmisbaar.”
Het openbaar ministerie heeft grote moeite om financiële expertise vast te houden. Heeft het OM behoefte aan inschakeling van forensisch accountants van de grote kantoren?
“De FIOD-ECD heeft forensische accountants in dienst. Op sommige onderdelen kan een externe forensisch accountant een bijdrage leveren en dat gebeurt ook wel. Het OM huurt bijvoorbeeld wel eens iemand in die gespecialiseerd is in jaarrekeningen.”
Welk advies zou u accountants willen geven?
“Blijf onafhankelijk.”
Welk advies zouden accountants hun cliënten moeten geven?
“... dat vind ik bijna een te moeilijke vraag. Ik ben geen accountant. Maar ik zou zeggen: teken nooit iets blindelings en denk zeker goed na voordat je het in control statement tekent.”
Fraude- en voorkennisspecialist
De nu 37-jarige Hendrik Jan Biemond begon als advocaat bij (de voorloper van) Allen & Overy. Daar stond hij onder meer Joep van den Nieuwenhuijzen (HCS) en Eddy Swaab (Clickfonds) bij in voorkenniszaken en Gerrit van der Valk in een fiscale fraudezaak.
In 2001 besloot hij enkele jaren ‘de publieke zaak’ te dienen door zijn expertise in dienst stellen van het openbaar ministerie. Ook als officier van justitie deed hij voorkenniszaken (zoals HIM Furness) en vervolgde hij een hogere employee van ABN AMRO wegens diens aandeel in een fraude met kasgeldvennootschappen (‘American Energy’). En niet vergeten: hij vervolgde de Ahold-top wegens boekhoudfraude en diende een klacht in tegen Ahold-accountant Deloitte.
Sinds 1 april 2007 probeert Biemond als partner bij het internationale advocatenkantoor Allen & Overy in Amsterdam, ondernemers uit de klauwen te houden van justitie en toezichthouders.