Olie in Groningen
Het Energy Delta Institute start samen met de Rijksuniversiteit Groningen en PricewaterhouseCoopers een op maat gesneden opleiding voor financiële controllers in de energiesector.
Dit artikel is verschenen in de Accountant nr. 11, 2007
Bekijk alle artikelen uit dit nummer
Klaas Deknatel
Een kwalitatief hoogstaande internationale postacademische controllersopleiding, maar dan specifiek gericht op de olie- en gassector. Dat hebben de betrokkenen bij de opleiding tot executive master of finance and control for the petroleum industry (EMFC-PI) voor ogen. De opleiding zal worden aangeboden en ‘vermarkt’ door het Energy Delta Institute (EDI) in Groningen, een samenwerkingsverband van de Rijksuniversiteit Groningen en internationale energiebedrijven als Gasunie, Gasterra, Gazprom en Shell. Naar verwachting zal de eerste lichting begin 2008 aan het programma beginnen.
Volgens managing director van het EDI, Volko de Jong, sluit de nieuwe opleiding duidelijk aan op een vraag uit de energiesector. “Er is nu eenmaal steeds meer behoefte aan specifieke sectorkennis”, zegt hij.
“En dat geldt zeker voor de olie- en gasindustrie, waar men met miljardeninvesteringen te maken heeft in vaak zeer riskante projecten. Het is dan ook niet gek dat Shell/NAM ons een paar jaar terug heeft benaderd om een branchespecifieke controllersopleiding te overwegen.”
‘Optimale mix’
Het EDI pakte die kans met beide handen aan. Wil het een toonaangevend opleidingsinstituut en kenniscentrum voor de olie- en gasbusiness worden, dan hoort daar ook finance & control bij, zo was de gedachte.
Inmiddels is het groene licht voor de opleiding gegeven. De academische input van het programma zal worden geleverd door de Rijksuniversiteit Groningen.
PricewaterhouseCoopers en bedrijven uit de olie-en gassector zullen de praktische en specifieke branchekennis inbrengen.
“De samenwerking met PwC en de olie- en gassector moet leiden tot een optimale mix van praktijk- en academische kennis”, zegt Dirk Swagerman, hoogleraar controlling aan de RUG, en nauw betrokken bij de totstandkoming van de opleiding. Hij is met name blij met de inzet van mensen en kennis van het accountantskantoor. “PwC heeft internationaal veel deskundigheid in huis en daarvan kunnen wij nu mooi gebruikmaken.”
Financiële beheersing
Volgens Energy & Utilities leader bij PwC, Aad Groenenboom, voldoet de branchespecifieke benadering van EMFC-PI aan een sterke behoefte van de olie- en gassector. “Olie-en gasbedrijven hebben doorgaans te maken met zwaar concurrerende omgevingen, enorme investeringen in ingewikkelde internationale projecten en torenhoge risico’s. Dat vergt goed en effectief financieel management en maakt de kwaliteit van de financiële beheersing extra belangrijker. Tegelijkertijd heeft deze zeer gespecialiseerde industrie te maken met strenge regels en wetgeving, en nieuwe auditing- en accountantsvoorschriften zoals US GAAP, IFRS, Sox en RRA.”
Volgens Groenenboom is PwC, als wereldwijd marktleider in de olie- en gasindustrie, de uitgelezen partij om industriekennis en praktische ervaring in de opleiding in te brengen.
Internationaal
De opleiding is in eerste instantie gericht op financiële specialisten bij grote energiebedrijven. Een van de belangrijkste potentiële klanten is NAM/Shell, dat ook nauw betrokken was bij de opzet van de opleiding. Daarbij hamerde Shell er vooral op dat de opleiding zo internationaal mogelijk zou worden. “Daaraan hebben we voldaan”, zegt De Jong. “We hebben partnerships met opleidingsinstituten over de hele wereld, onder meer met een Amerikaanse universiteit. Ik verwacht dan ook met name buitenlandse studenten, werkzaam bij olie- en gasbedrijven en hun toeleveranciers.”
Ook Groenenboom benadrukt het internationale karakter van de opleiding. “De opleiding oriënteert zich wereldwijd. Naast de reguliere ‘westerse stijl’ oliemaatschappijen zie je ook nationale oliemaatschappijen steeds meer opkomen, bijvoorbeeld in Rusland. Zij missen soms echter de noodzakelijke kennis en ervaring op financieel gebied en vormen daarom eveneens een zeer interessante doelgroep.”
Volgens Swagerman komt de nadruk bij de EMFC-PI te liggen op het upstream-proces maar zal er zeker ook worden ingegaan op de energiehandel en de controle van reserves. Hij ontkent echter dat de problemen met de waardering van de reserves bij Shell aan de grondslag van de opleiding hebben gelegen. “Die hebben er niets mee te maken. Dat heeft Shell zelf al lang opgevangen. Wel hebben Shell, maar net zo goed alle andere multinationals, een grote behoefte aan deskundig financieel personeel. Veel van hun financiële specialisten zullen komende tijd met pensioen gaan. Die moeten natuurlijk worden vervangen. We praten hier echt over het klaarstomen van de cfo’s en ceo’s van de toekomst.”
Energy Valley
De nieuwe opleiding past in het streven om tot Energy Valley uit te groeien. Het postacademische programma voor finance & control sluit daarbij perfect aan op de ambitie van het EDI om het internationaal toonaangevende kenniscentrum voor de energiesector te worden.
Volgens Swagerman had de controller opleiding aan de RUG al veel studenten uit de energiesector, ook vanwege de gasbel in het noorden. Maar met de samenbundeling van een grote hoeveelheid olie-, gas- en alternatieve energiegerelateerde activiteiten en een concentratie van kennis van energie en de energiebusiness, wordt er nu pas echt voldaan aan de ambities.
“Deze opleiding is nu al uniek in zijn soort”, zegt hij. “Er is naar mijn weten momenteel nergens zo’n kwalitatief hoogstaand post-academisch programma voor finance & control dat zo op maat is gesneden voor één sector. Uiteindelijk verwacht ik dat er steeds meer specifieke controllersopleidingen zullen komen. Met alleen generieke kennis kom je niet meer zover. Dat geldt ook in veel andere branches.”
‘Blended learning’
In het programma van de EMFC-PI zal onder meer worden ingegaan op management control, informatiemanagement and control measures, financial accounting, finance and treasury, corporate law, tax law, regulation, logistics, organisation, and management and culture. In een eindscriptie zullen de studenten worden uitgedaagd om de opgedane kennis naar hun dagelijkse praktijk te vertalen.
Omdat vooral ook buitenlandse studenten het programma zullen volgen, zal de opleiding gebruikmaken van
blended learning. Ter voorbereiding van colleges of tentamens zal volop e-learning worden ingezet. “Het is zaak de opleiding zo flexibel mogelijk te maken”, licht Volko de Jong (EDI) toe. “De deelnemers zullen het in hun functie bij de diverse energiebedrijven al druk genoeg hebben. Om die reden staan ook de tijdvakken nog niet vast. We zullen het programma zo veel mogelijk op de wensen van onze klanten aanpassen.”