'Geef geen geld maar kennis'
Leon van den Nieuwenhuijzen vindt dat accountants op basis van hun expertise en overzicht de overheid ongevraagd zouden moeten adviseren over hoe sommige zaken beter en efficiënter kunnen. Hoewel zijn pleidooi veel bijval krijgt, ontbreekt vooralsnog concrete actie. "Ik hoop dat het NIVRA het voortouw neemt."
Dit artikel is verschenen in de Accountant nr. 11, 2007
Bekijk alle artikelen uit dit nummer
Accountant kan meer doen voor publieke zaak
Vier jaar, van 2002 tot en met 2005, was Leon van den Nieuwenhuizen lid van het NIVRA-bestuur. Afkomstig uit de overheid - hij was lange tijd directeur auditdienst van het ministerie van Defensie en is sinds kort plaatsvervangend hoofddirecteur Economie en Financiën bij dat ministerie - viel hem de nogal eenzijdige belangstelling van het NIVRA op. Vrijwel alle ogen waren gericht op de besognes van de grote kantoren en hun voornaamste klanten, de beursgenoteerde ondernemingen en de financiële wereld. Misschien begrijpelijk na de beroering over een aantal boekhoudschandalen en de daaruit voortvloeiende imagoschade voor het beroep. Maar toch.
Salontafel
Er is meer waardoor de beroepsgroep onder vuur ligt, meent Van den Nieuwenhuijzen. “In mijn perceptie gaat er te weinig aandacht uit naar de eigenlijke cliënt, het maatschappelijk verkeer. Het commerciële belang weegt tegenwoordig zo zwaar dat het maatschappelijk belang op de achtergrond raakt. Daarom zou het in alle opzichten goed zijn wanneer accountants zich meer gelegen zouden laten liggen aan de publieke zaak. Niet alleen als de traditionele hoeder van het maatschappelijk verkeer, maar ook als - ongevraagd - adviseur van de overheid.”
Zie daar in een notendop de zaak die Van den Nieuwenhuijzen aan het hart gaat en waarvoor hij herhaaldelijk de aandacht heeft gevraagd, ook in dit blad (zie kader). Vorig jaar november nog hield hij tijdens het IFAC-wereldcongres in Istanbul een pleidooi voor een veel bredere inzet van de expertise van accountants. Een pleidooi dat op veel bijval mocht rekenen. Van den Nieuwenhuijzen legt kennelijk de vinger op een gevoelige plek. Maar tegelijk moet hij constateren dat het vooral een onderwerp is waarover instemmend aan de salontafel wordt gesproken, maar waarmee nog niemand echt aan de slag is gegaan.
Gezondheidszorg
“Geef geen geld, maar geef kennis”, zo vat Van den Nieuwenhuijzen zijn opvattingen samen tijdens een gesprek over de manier waarop volgens hem accountantskantoren maatschappelijk verantwoord zouden moeten ondernemen. Enerzijds constateert hij bijvoorbeeld dat het aanpakken van de regeldruk en bureaucratie een politiek speerpunt is.
Anderzijds is de kennis van accountants bij uitstek geschikt om te redresseren wat er bij de vertaling van overheidsbeleid naar uitvoering klaarblijkelijk misgaat en waaraan Nederlandse burgers een almaar groeiend stelsel van regels te danken hebben.
“Ik heb me er bijvoorbeeld over verbaasd dat Nederland het nieuwe zorgstelsel zodanig heeft ingericht dat zes miljoen mensen moeten worden gecompenseerd via een door de belastingdienst te verstrekken toeslag. Het is maar één voorbeeld uit de gezondheidszorg waarbij je je afvraagt of er wel is gekozen voor de juiste systemen om het proces te besturen en te beheersen. Waarom zo complex? Wanneer je met een accountantsbril naar dit vraagstuk kijkt, kom je ongetwijfeld tot heel anders ingerichte financierings- en beheersingssystemen”, zegt Van den Nieuwenhuijzen.
Versnipperd
De zorgtoeslag is slechts één element uit het gezondheidszorgdossier dat om aandacht schreeuwt. “Het ministerie van VWS (Volksgezondheid Welzijn en Sport) ontwikkelt het beleid voor de gezondheidszorg. Vervolgens wordt dat vertaald naar de uitvoering. Ziekenhuizen, verpleeghuizen, instellingen voor de thuiszorg, AWBZ, de zorgautoriteit, verzekeringsmaatschappijen – allemaal zijn ze bij de uitvoering betrokken en komen ze knelpunten tegen”, constateert Van den Nieuwenhuijzen.
“Accountants komen op hun beurt voor de controle van de boeken binnen bij al die ziekenhuizen, verpleeghuizen en andere betrokken instanties en bedrijven. Zij constateren daarbij knelpunten en zetten misschien voor zichzelf vraagtekens bij de manier waarop politieke besluiten tot uitvoering worden gebracht. Maar verder gebeurt daar niets mee. De informatie daarover zit versnipperd in de verschillende dossiers.”
‘Out of the box’
“Accountants zijn te opdrachtgericht bezig en nemen geen samenhangende initiatieven om, bijvoorbeeld op basis van ervaringen bij een groot aantal verschillende ziekenhuizen, structurele knelpunten in kaart te brengen. Ze stellen met name vast of voldaan is aan hetgeen wettelijk is bepaald. Waarschijnlijk zou het een heel verfrissend beeld opleveren wanneer accountants out of the box gingen denken en zouden beoordelen of met de bestaande inrichting van processen wel het doel wordt gediend dat de politiek voorstaat. Zij kunnen de samenhang overzien. Ik zou willen zeggen: ‘Trek de problematiek op een hoger dek’.”
Van den Nieuwenhuijzen benadrukt dat de zorg slechts één voorbeeld is. Het weekeind voordat het gesprek met ‘de Accountant’ plaatsvond, kreeg hij bijvoorbeeld een volstrekt onbegrijpelijke aanslag van het waterschap. “Ook daar zou veel kunnen worden verbeterd aan het terugdringen van de regelzucht. Er zijn voorbeelden te over van de overheid en aan de overheid gelieerde sectoren, vaak ‘gezegend’ met de een of andere vorm van marktwerking, waar de regeldruk bijna onwerkbaar is. Wordt het uiteindelijke doel wel gediend en bereikt? Wie begrijpt het nog? Waarom maken wij de werkelijkheid zo complex?”
Happy met status quo
Dit roept overigens wel de vraag op of de directe opdrachtgevers behoefte hebben aan een frisse out of the box-blik van de accountant.Duur betaalde bestuurders (vaak onder vuur omdat ze een ministerssalaris of méér opstrijken) hebben persoonlijk helemaal geen belang bij een doelmatiger aanwending van collectieve middelen. Maatschappelijk mag het geld wel ondoelmatig besteed zijn, maar zij zijn zelf zeer happy met de status quo. Hoe ziet Van den Nieuwenhuijzen dat?
“Dat is, denk ik, een van de redenen waarom dit initiatief niet van de grond komt. Maar het gaat er mij ook niet om dat individuele scholen of ziekenhuizen herkenbaar in kaart worden gebracht. Integendeel. Het gaat erom dat er vanuit de expertise van de accountant een algemeen beeld van een bepaalde sector wordt gegeven, en dat daaruit voortvloeiend voorstellen tot structurele verbetering worden gedaan.”
Rol NIVRA
“Naar mijn idee is hier een rol weggelegd voor de beroepsorganisatie. Ik heb mijn ideeën dan ook neergelegd bij NIVRA-directeur Gert Smit en ik hoop dat hij hier verder mee gaat. Het NIVRA kan dit proces faciliteren in samenspraak met de openbare kantoren. Ik heb in dit verband tot dusverre twee keer een rondetafelconferentie georganiseerd. Met het NIVRA-bestuur, vertegenwoordigers van de grote kantoren en de ambtelijke top. De belangstelling voor het onderwerp is er zeer zeker. De relevantie wordt alom onderkend.
“Ook tijdens de IFAC-conferentie in Istanbul. Wereldwijd staat de overheid voor belangrijke uitdagingen. Behalve voor de zojuist al genoemde zorgproblematiek en marktwerking bij publieke taken, heeft de overheid ook een taak bij het borgen van pensioenen, het opvangen van de gevolgen van de vergrijzing, de mobiliteit, werkgelegenheid en het borgen van de veiligheid en terrorismebestrijding. Allemaal onderwerpen waarmee de accountant in de controle-uitvoering wordt geconfronteerd. Want uiteindelijk gaat het altijd over geld en de inrichting van de governance, juist de gebieden waarop de accountant deskundig is. Naar mijn mening heeft de overheid accountants daarom bij de uitvoering van die taken nodig.”
Pilot-project
“Vind als accountants iets van de manier waarop de processen zijn ingericht. Heb een mening en kom met advies. Zoals gezegd, hoop ik dat het NIVRA het voortouw neemt. Het zou goed zijn om te beginnen met een pilot-project rond één thema. Analyseer de situatie en kom met aanbevelingen. Onderzoek vervolgens of politiek en ambtenarij van onze adviezen gediend zijn. Ofschoon commerciële overwegingen voor mij op het tweede plan komen en ik meer voor een public driven- in plaats van voor een commercial driven-actie pleit, denk ik dat dergelijke adviezen uiteindelijk ook commercieel interessant kunnen zijn. Er kunnen wellicht vervolgopdrachten uit voortvloeien, want er is bij de huidige regeldruk grote behoefte aan tegenwicht vanuit de uitvoering.”
Reactie op opiniestuk
In ‘de Accountant’ van januari 2007 schreef Van den Nieuwenhuijzen naar aanleiding van het maatschappelijk jaarverslag van Deloitte een opiniestuk. Daarbij wees hij er op dat de opdrachtgever niet de eigenlijke cliënt is, maar het maatschappelijk verkeer. Bovendien pleitte hij in dat stuk voor het inzetten van kennis van de accountants voor de publieke zaak. Daarop is een telefoon- en mailwisseling gevolgd met Deloitte-topman Roger Dassen. Ook zijn twee Deloitte-collega’s op bezoek geweest om over dit onderwerp te praten. Het waren zeer goede en enthousiaste gesprekken.
Voor Van den Nieuwenhuijzen allemaal aanwijzingen dat het onderwerp leeft. Dat er niet één, twee, drie iets gebeurt verbaast hem niet echt. Iedereen heeft het druk, te druk. Hij bepleit een veel bredere opvatting van maatschappelijk ondernemen dan tot nu toe gebruikelijk is. Dat is nogal baanbrekend.
“Ik wil verder gaan dan de beperking van het aantal autokilometers en de uitstoot van CO2. Ik wil vooral de primaire kennis van accountants inzetten voor maatschappelijk relevante zaken. Ik spreek ze aan op een heel andere tak van sport. Dat is wellicht vernieuwend en daarom heeft het tijd nodig voordat het handen en voeten krijgt. Ik houd echter goede hoop. Het is niet alleen goed voor de maatschappij wanneer accountants hun expertise inzetten voor maatschappelijk verantwoord ondernemen. Maar ik denk dat het ook een goede manier is om het beroep, het aanzien en de uitstraling van accountants weer verder te brengen.”
Reactie NIVRA
Het NIVRA staat sympathiek tegenover het pleidooi van Leon van den Nieuwenhuijzen voor een bredere benutting van de expertise van de accountant. De afgelopen maanden heeft de beroepsorganisatie gesprekken gevoerd om de haalbaarheid van het voorstel te onderzoeken. Daarbij komt een aantal praktische problemen naar voren, die met name voortvloeien uit de verhouding tot de opdrachtgever.
Leon van den Nieuwenhuijzen stelt dat de opdrachtgever van de accountant niet de eigenlijke cliënt is, maar het maatschappelijk verkeer. Hoewel de verantwoordelijkheid van de accountant voor het publieke belang klopt - en zo wordt verwoord in artikel A 100.1 van de VGC - kunnen we bij de erkenning ervan niet voorbijgaan aan het belang van de feitelijke opdrachtgever. Daarom geldt geheimhouding als één van de basisprincipes van het beroep. Juist om die reden blijkt het in de praktijk niet eenvoudig om de kennis van de accountant - voor zover hij wordt opgedaan bij cliënten - in te zetten voor de publieke zaak, ook niet als het gaat om geanonimiseerde gegevens. Zeker bij specifieke sectoronderzoeken blijkt de verhouding met cliënten uit die sector onder druk te komen staan en zijn de accountants terughoudend. Nauwe samenwerking met betrokken cliënten blijkt dan ook een onontbeerlijke voorwaarde om de uitvoering van het voorstel een stap verder te brengen.
Het NIVRA is van plan deze problematiek aan te kaarten in een bijeenkomst met de verschillende belanghebbenden binnen een bepaalde sector.