Magazine

SOX: te veel naar de letter en te weinig naar de geest

De kritiek van SEC en PCAOB dat accountants bij het beoordelen van interne controlesystemen onnodig duur en inflexibel werken, is hypocriet, vindt Ruud Pruijm. “Dat krijg je met slechte wetgeving.”

Dit artikel is verschenen in de Accountant nr. 11, 2005

Bekijk alle artikelen uit dit nummer

» Download dit artikel in pdf

Ruud Pruijm

Op 16 mei 2005 deed zowel de SEC als de PCAOB een oproep aan controlerend accountants om meer flexibiliteit te betrachten bij de controle op de fameuze sectie 404 van de Sarbanes-Oxley wet. Volgens de twee toezichthouders is de interpretatie in de praktijk te strikt en leidt deze daardoor tot onnodige kosten. In mijn visie is de wetgever echter de schuld van onnodige kosten, niet de accountant.

Sectie 404 vraagt in 171 woorden dat de directie in het jaarverslag verklaart dat de systemen van interne controle adequaat zijn en naar behoren functioneren. De accountant dient deze bewering te staven met controlewerkzaamheden. De SEC heeft in een 86 pagina’s tellend document beschreven wat men moet verstaan onder een goed systeem van interne controle. Daardoor worden ondernemingen gedwongen tot het ontwikkelen van allerlei additionele controlesystemen. De PCAOB, het nieuwe toezichtorgaan op externe accountants, heeft daarna in auditing standard nr. 2 in 161 pagina’s beschreven hoe en op welke manier de accountant dat systeem moet controleren. Daarnaast bestaat er een 74 pagina’s tellend document van de PCAOB met 56 ‘vragen en antwoorden’ rondom dit thema.

Hier zien we een wetgevende molen die volkomen op hol is geslagen en onverdroten doorgaat met het bedenken van nieuwe regels en (uitvoerings)voorschriften. Op basis daarvan ontstaan er weer allerlei rapporten en artikelen van accountants en andere adviseurs waarin de wetgeving wordt uitgelegd en geanalyseerd. Het spreekt voor zich dat het toepassen van deze wetgeving in de praktijk leidt tot allerlei problemen, waar grote groepen adviseurs een goede boterham mee kunnen verdienen.

Het is dan nogal hypocriet van de SEC om de invoeringsproblemen op het bord van de accountant te leggen, onder het motto dat deze de wetgeving te strak interpreteren. Het zijn juist de SEC en de PCAOB die daarvan beticht moeten worden omdat zij met hun gedetailleerde regels en voorschriften de accountants en ondernemers in een veel te strak keurslijf hebben gedwongen.

Achteraf bezien is de Sarbanes-Oxley Act een haastig in elkaar geknutseld product geweest met veel te veel ineffectieve en inefficiënte maatregelen. Een echte discussie daarover is nooit goed op gang gekomen, omdat criticasters eenvoudig in de hoek werden geplaatst van tegenstanders van meer toezicht. Een opstelling die zeker door de grote boekhoudschandalen op weinig sympathie kon rekenen.

De werkelijkheid is echter dat sectie 404 ondernemingen inderdaad opzadelt met zeer hoge kosten van invoering, controle en onderhoud. Ik geef de SEC dan ook groot gelijk als zij zegt dat ‘het schijnt dat sommige bepaald niet triviale kosten onnodig kunnen zijn geweest, als gevolg van excessieve, dubbele of misplaatste inspanningen’.

Dat is wat je krijgt met slechte wetgeving. Het zou dan ook beter zijn geweest de wet te herzien, in plaats van de schuld te geven aan de uitvoerders.

Noot
Ruud Pruijm is deeltijd hoogleraar administratieve techniek aan de Erasmus Universiteit Rotterdam en adviseur en interim-manager. Hij houdt zich de laatste jaren vooral bezig met corporate governance.

Gerelateerd

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.